Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste
lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is
gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 5 vastgestelde maximum.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
- 1.
De vergoeding voor aan de uitoefening van het
raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag
voor gemeenteklasse 5, vermeld in tabel II van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
- 2.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding
ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de
loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als
dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het
eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor
gemeenteklasse 5, vermeld in tabel III van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
- 1.
Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid
is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen
2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in
dat jaar raadslid is geweest.
- 2.
De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2
en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 5 Reiskosten
- 1.
Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente
gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied
van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het
gemeentebestuur vergoed.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van
een taxi: een vergoeding van de reiskosten op basis
van maximaal de kosten van het openbaar
vervoer;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte
noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde
in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling
rechtspositie wethouders.
Artikel 6 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake
van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het
raadslid vergoed.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de
griffier, die deze inhoudelijk beoordeelt. De aanvraag gaat
vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De
kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen
(gemeentelijk) belang is in verband met de vervulling van het
raadslidmaatschap.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
- 1.
In plaats van een computer, bijbehorende apparatuur en
software verleent het college op aanvraag van een raadslid
een vergoeding voor
- I.
aanschaf en/of gebruik van een eigen computer,
bijbehorende apparatuur en software en
- II.
de aanleg- en abonnementskosten voor de
internetverbinding.
- 2.
De vergoeding voor hetgeen is genoemd in lid 1 bedraagt €
20,- per maand.
Artikel 9 Kinderopvang
Niet van toepassing
Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel
4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting
1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking
wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het
gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
- 2.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel
4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting
1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking
wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als
bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting
1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien
het raadslid gebruik maakt van de wettelijke
levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet
bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de
gemeente.
Artikel 10a Fietsregeling
Niet van toepassing
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op
verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een
uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke
arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
- 1.
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20
van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge
van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt
dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de
werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze
vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag
van bedoelde korting.
- 2.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het
Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel
ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van
dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge
van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt
dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de
werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze
vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag
van bedoelde korting.
Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad
- 1.
Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet
meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de
gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een
toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor
de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.
- 2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien
van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Artikel 13a Ziektekostenvoorziening
Niet van toepassing
Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
- 1.
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a
blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge
artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend
wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien
verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op
grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft
bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van
toepassing is.
- 2.
De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en
vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn
van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd
ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10
van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens
zwangerschap en bevalling of ziekte.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 14 Onkostenvergoeding
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap
verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor een gemeente met een
inwoneraantal zoals vermeld in artikel 25 van het
Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
Niet van toepassing
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
- 1.
Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor reiskosten
voor reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van
een taxi: een volledige vergoeding van de
reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen personenauto: de
vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b,
van de Regeling rechtspositie wethouders;
- c.
een vergoeding van de noodzakelijke en
redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten.
- 2.
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen
van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor
gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in
de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering
van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder
plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling
binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en
artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit
1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 17 Dienstauto
Niet van toepassing.
Artikel 18 Verblijfkosten
Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend van de noodzakelijke
en redelijkerwijs gemaakt verblijfkosten tijdens reizen gemaakt ten
behoeve van de gemeente, zoals bedoeld bij artikel 16 en is genoemd
bij lid 1 sub c.
Artikel 19 Buitenlandse dienstreis
- 1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis
buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte
noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.
- 2.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland,
niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf
toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan
kaders voor de toestemming vaststellen.
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het
college, die deze inhoudelijk beoordeelt. De aanvraag gaat vergezeld
van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten
komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen
(gemeentelijk) belang is in verband met de uitoefening van het ambt
van wethouder.
Artikel 21 Computer en internetverbinding
- 1.
In plaats van een computer, bijbehorende apparatuur en
software verleent het college op aanvraag van een wethouder
een vergoeding voor
- I.
aanschaf en/of gebruik van een eigen computer,
bijbehorende apparatuur en software en
- II.
de aanleg- en abonnementskosten voor de
internetverbinding.
- 2.
De vergoeding voor hetgeen is genoemd in lid 1 bedraagt €
10,- per maand.
Artikel 22 Mobiele telefoon
- 1.
Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn
ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking
gesteld.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst
met de gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst
vast.
- 4.
Privégebruik van de mobiele telefoon, zoals bedoeld in lid
1, is niet toegestaan.
- 5.
De maandelijkse onkostenvergoeding voor de wethouder in
verband met de component telefoonkosten wordt verminderd tot
een bedrag van € 25,-.
Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het
gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
- 2.
De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als
bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting
1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de
wethouder gebruik maakt van de wettelijke
levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet
bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de
gemeente.
Artikel 23a Fietsregeling
- 1.
De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld
in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.
Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel
vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering
verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de
Uitvoeringsregeling.
- 2.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet
bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de
gemeente.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de
gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op
vergoeding van:
- a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in
artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
- b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder
overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling
rechtspositie wethouders.
Artikel 25 Kinderopvang
Niet van toepassing.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
- 1.
De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een
commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van
het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is
maximaal het door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 5 vastgestelde
maximum.
- 2.
De vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid wordt door de
raadsfracties zelf aan de commissie- c.q. P.A.-leden
verstrekt uit het vaste deel van de fractievergoeding,
waarbij de fractie de hoogte van het bedrag bepaalt, dit met
inachtneming van het gestelde in lid 1.
- 3.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op
degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding
voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de
Gemeentewet ontvangt.
- 4.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een
commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel
van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan
wel van een functie bij een instelling die
grotendeels van overheidswege wordt
gesubsidieerd;
- c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende
instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn
lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke
mate het gemeentelijk belang dient.
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
- 1.
Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of
wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot
lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor
het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
taxi: een vergoeding van de reiskosten op basis van maximaal
de kosten van het openbaar vervoer;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van
de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van
de Regeling rechtspositie wethouders.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in
redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake
van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente
vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel
c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis
Niet van toepassing.
Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium
Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar
of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of
verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de
griffier, die deze inhoudelijk beoordeelt. De aanvraag gaat
vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De
kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen
(gemeentelijk) belang is in verband met de vervulling van het
commissielidmaatschap.
Artikel 30 Computer en internetverbinding
Niet van toepassing.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 31 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats
door
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de
gemeente.
Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten
- 1.
Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5,
6, 16, 19, 24 en 27 wordt gebruik gemaakt van een
declaratieformulier, waarvan het model door het college is
vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit
zijn betaald.
- 2.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en
ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of
het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2
maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de
gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in,
onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
- 1.
De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19,
20 en 24 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van
de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor
akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.
- 2.
Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats
door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het
college is vastgesteld, volledig in te vullen en te
ondertekenen.
- 3.
Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het
begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij
de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de
door hem aangewezen ambtenaar.
Artikel 34 Gebruik creditcard
Niet van toepassing
Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 35 Intrekking oude regeling
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden
2007 wordt ingetrokken.
Artikel 36 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.
Artikel 37 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie
wethouders, raads- en commissieleden Lingewaard 2011.