Organisatie | Oost Gelre |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening werkleeraanbod WIJ gemeente Oost Gelre 2009 |
Citeertitel | Verordening werkleeraanbod WIJ gemeente Oost Gelre 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Externe bijlagen | Toelichting Verordening werkleeraanbod WIJ gemeente Oost Gelre 2009 Artikelgewijze toelichting Verordening werkleeraanbod WIJ gemeente Oost Gelre 2009 |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2010 | 01-10-2009 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 15-12-2009 | 15-12-2009 / 11 |
De raad van de gemeente Oost Gelre;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november 2009;
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, eerste lid, onderdeel a van de Wet investeren in jongeren;
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de inhoud van het werkleeraanbod in het kader van de Wet investeren in jongeren;
vast te stellen de Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. wet: de Wet investeren in jongeren;
b. algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;
c. startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
d. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost Gelre.
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
1. Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan.
2. Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel één of meerdere voorzieningen.
3. In afwijking van het tweede lid kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingsperiode op een zelfstandig beroep of bedrijf, als bedoeld in artikel 17, zesde lid van de wet.
4. Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere, van wie het recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invulling van het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invulling van het werkleeraanbod kunnen worden betrokken.
Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning
1. Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.
2. Het college doet een werkleeraanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening.
Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod en naar het oordeel van het college direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt in beginsel algemeen geaccepteerde arbeid of ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan.
Onverminderd artikel 4, kan het college jongeren, die recht hebben op een werkleeraanbod, één of meer van de volgende voorzieningen aanbieden:
a. ondersteuning bij een beroep op maatschappelijke opvang of medische zorg;
b. ondersteuning bij maatschappelijke participatie;
c. arbeidsactivering en –toeleiding;
e. stages bij bedrijven of instellingen;
f. opleidingen die de toegang tot de arbeidsmarkt bevorderen;
h. nazorg bij arbeidsinschakeling;
i. voorbereidingstrajecten voor zelfstandige arbeid;
k. ondersteunende instrumenten, waaronder kinderopvang, schuldhulpverlening, onderzoeken door deskundigen en taal- en beroepsgerichte scholing.
l. en alle projecten die het college van toegevoegde waarde vindt.
Artikel 6 Inzet van de voorzieningen
1. Bij de inzet van voorzieningen kiest het college voor voorzieningen die beschikbaar, adequaat en toereikend zijn voor het doel dat wordt beoogd.
2. Het doel van de inzet van voorzieningen is het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie van jongeren door het opdoen van werkervaring, het aanleren van vaardigheden en kennis, het opdoen van werkritme, maatschappelijke participatie dan wel op andere wijze vergroten van persoonlijke en maatschappelijke zelfredzaamheid.
3. Het college vult de voorziening bedoeld in het eerste lid voor de jongere die niet beschikt over een startkwalificatie in met scholing of opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert. Tenzij naar het oordeel van het college een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de jongere te boven gaat of onvoldoende bijdraagt aan vergroting van de kans op arbeidsinschakeling van de jongere.
Artikel 7 Combinatie arbeid en zorg
Onverminderd artikel 17, vierde lid, van de wet, betrekt het college bij de invulling van het werkleeraanbod:
- de beschikbaarheid van passende kinderopvang
Onverminderd artikel 17, tweede lid, van de wet, stemt het college het werkleeraanbod af op de medische beperkingen van de jongere en zorgt voor passende voorzieningen voor de ondersteuning bij de arbeidsinschakeling.
Artikel 9 Uitvoering door derden
Het college kan in verband met de invulling en uitvoering van het werkleeraanbod afspraken maken met derden, waaronder werkgevers en re-integratiebedrijven, en ook subsidies verstrekken.
Artikel 10 Verplichtingen van de jongere
Een jongere die gebruik maakt van een voorziening moet voldoen aan:
• de verplichtingen die voortvloeien uit de wet
• de Wet structuur uitvoering werk en inkomen
• de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.
Artikel 11 Intrekking werkleeraanbod
Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, als:
• een wijziging optreedt in de omstandigheden, krachten of bekwaamheden van de jongere of
• de jongere niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet en hem dit te verwijten valt.
Hoofdstuk 3 Subsidie en vergoedingen
1. Het college kan subsidie verlenen aan werkgevers die met een jongere een arbeidsovereenkomst sluiten, als tegemoetkoming in de loonkosten en in de kosten van voorbereiding op een beoogd dienstverband met de jongere.
2. Het college kan nadere regels stellen over de duur van de subsidie, de hoogte, en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.
3. Het college kan een subsidieplafond vaststellen.
4. Op de subsidies bedoeld in dit artikel is de Algemene subsidieverordening van toepassing.
Artikel 15 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.