Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oost Gelre

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOost Gelre
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReïntegratieverordening Wet werk en bijstand
CiteertitelReïntegratieverordening Wet werk en bijstand
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn
Externe bijlageToelichting Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2015intrekking

14-10-2014

Gemeenteblad

14-10-2014
01-01-201201-01-2015artikel 8a en 8b

20-12-2012

Elna / Groenlose Gids 29-12-2011

20-12-2011 / 19
19-11-201001-01-2015nieuwe regeling

06-03-2007

Elna / Groenlose Gids 11-11-2010

06-03-2007/12

Tekst van de regeling

Intitulé

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Oost Gelre;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 januari 2007;

gehoord de commissie Maatschappij en Bestuur d.d. 6 februari 2007;

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. De wet: de Wet werk en bijstand;

b. Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

c. IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

d. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

e.Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost Gelre-

f. De raad: de gemeenteraad van de gemeente Oost Gelre

g.Uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, de IOAW of de IOAZ;

h. Anw-ers: personen met een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet,die ingeschreven zijn bij het CWI;

i.Nuggers: personen als bedoeld in artikel 6, lid a van de wet;

j. Jongeren: mensen van 16 jaar tot 23 jaar zijnde uitkeringsgerechtigd, anw-er of Nugger;

k. Belanghebbende: belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht;

l. Voorziening: een voorziening bedoeld in artikel 7, eerste lid onder a van de wet;

m. Werknemers in gesubsidieerde arbeid: werknemers als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet;

n. Algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, ook gesubsidieerde arbeid, die algemeen maatschappelijk aanvaard en niet illegaal is, zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 sub a van de wet;

o. Arbeidsinschakeling: het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder a van de wet;

p. Vrijwilligerswerk: het verrichten van onbeloonde maatschappelijk zinvolle activiteiten, gericht op arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie, waarbij geen sprake is van concurrentievervalsing;

2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf 2 Beleid en financiën

Artikel 2 Opdracht college

1. Het college biedt aan bijstandsgerechtigden tot 65 jaar, aan personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering, niet-uitkeringsgerechtigden alsmede personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling. Artikel 40, eerste lid van de wet is van overeenkomstige toepassing.

2. Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een klant, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

3. Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen.

Artikel 3 Beleidsplan

1. De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening jaarlijks een beleidsplan vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering.

2. Dit plan omvat in elk geval

a. een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen en de prioritering binnen en tussen die groepen, waarbij een evenwichtige aanpak als uitgangspunt wordt genomen;

b. de wijze waarop de aanbesteding wordt vormgegeven;

c. een verdeling van de beschikbare middelen over de verschillende voorzieningen;

d. de criteria voor het ontheffingenbeleid ten aanzien van de arbeidsverplichting, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de combinatie van arbeid en zorg;

e. het flankerend beleid ten aanzien van zorg en hulpverlening.

3. Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid. Dit verslag wordt vormgegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77 van de wet.

4. Het beleidsplan als bedoeld in het eerste lid alsmede het verslag als bedoeld in het derde lid bevat het oordeel van de Cliëntenraad.

Artikel 4 Aanspraak op ondersteuning

1. Uitkeringsgerechtigden, ANW-ers, Nuggers alsmede personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

2. Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening en het in artikel 3 genoemde beleidsplan.

3. In de Beleidsregels reïntegratie Wet werk en bijstand zijn de reïntegratie-instrumenten opgenomen.

4. Eigen initiatief van de uitkeringsgerechtigde met betrekking tot reïntegratie, inclusief reïntegratie, wordt waar mogelijk ondersteund, Afspraken daarover worden vastgelegd in het trajectplan.

Artikel 5 Geen aanspraak op ondersteuning

1. Geen recht op ondersteuning bestaat indien sprake is van een voorliggende voorziening welke naar de mening van het college in voldoende mate bijdraagt aan de reïntegratie van de belanghebbende.

2. Er bestaat eveneens geen recht op ondersteuning indien een belanghebbende, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, zijn opgelegde verplichtingen bij het geven van een ondersteuning niet nakomt.

3. Er bestaat geen recht op financiële ondersteuning indien het netto inkomen van belanghebbende en / of zijn gezin hoger is dan een nader te bepalen percentage, gerelateerd aan het minimum loon. Dit percentage wordt in de Beleidsregels Reïntegratie Wet werk en bijstand vastgelegd door het college.

Artikel 6 Verplichtingen van de klant

1. Een persoon die door het college een voorziening wordt aangeboden is verplicht hiervan gebruik te maken.

2. De persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de overige relevante wetgeving, deze verordening en het daarop gebaseerde Beleidsplan en Beleidsregels.

3. Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de afstemmingsverordening.

4. Indien de persoon, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Artikel 7 Budget- en subsidieplafonds

1. Het college kan bij uitvoeringsbesluit een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

3. De onder 1 en 2 genoemde plafonds worden jaarlijks vastgesteld, in het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

Paragraaf 3 Voorzieningen

Artikel 8 Algemene bepalingen over voorzieningen

1. In de beleidsregels, gebaseerd op het beleidsplan als bedoeld in artikel 3, wordt vastgelegd welke voorzieningen het college in ieder geval kan aanbieden alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

2. Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.

3. Het college kan een voorziening beëindigen:

a. indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9, eerste lid, 17, eerste en tweede lid, of 55 van de wet niet nakomt;

b. indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

c. indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

d. indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

4. Bij de Beleidsregels kan het college ten aanzien van de voorzieningen, bedoeld in het beleidsplan als bedoeld in artikel 3, met inachtneming van hetgeen daarover in het beleidsplan is bepaald, nadere regels stellen. Deze regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op:

a. de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

b. de weigeringgronden bij het aanbieden van voorzieningen;

c. de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

d. de aanvraag van en de besluitvorming over subsidies en premies;

e. de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;

f. het vragen van een eigen bijdrage;

g. overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

5. Indien en voor zover de voorziening is gericht op subsidiëring van een arbeidsplaats, wordt bij de subsidieverlening onverkort aangesloten bij het bepaalde in de Beleidsaanbeveling “Subsidiëring arbeidsplaatsen in het kader van reïntegratie werkzoekenden” van het Ministerie van SZW (Bijlage I)

Paragraaf 3a Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012

Artikel 8a Wijziging betekenis begrippen

1. Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

2. Waar in deze verordening wordt gesproken van ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

Artikel 8b Afwijkende bepalingen voor jongeren

In afwijking van hetgeen in deze verordening is bepaald, kunnen de volgende voorzieningen bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de wet niet worden ingezet voor de arbeidsinschakeling van belanghebbenden jonger dan 27 jaar:

a. onbeloonde additionele arbeid als bedoeld in artikel 10a van de wet;

b. de voorzieningen bedoeld in artikel 31, vijfde lid van de wet.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 9 Beleidsregels

Ter nadere uitwerking van deze verordening worden door het college Beleidregels Reïntegratie wet werk en bijstand vastgesteld.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand”

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007 onder intrekking van de “Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Groenlo 2005”, welke door de gemeenteraad is vastgesteld op 3 januari 2005.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 6 maart 2007,

de raadsgriffier,

mw. drs. M.A.H. Heffels

de voorzitter,

H.J. van der Woude