Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2011 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | parkeren, vergunning, auto, bezoekers, walkant, |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2011 | 01-02-2012 | Nieuwe regeling | 07-12-2010 De Drom, 29-12-2010 | 2010090 |
De raad van de gemeente Enkhuizen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 oktober 2010, nummer: 2010090;
gelet op het door de leden Fijma en Kuijsten-Bouma ingediende, in stemming gebrachte en aangenomen (voor: 13 – tegen: 4) amendement;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
vast te stellen de PARKEERVERORDENING 2011
De verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van parkeervergunningen.
Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens was ingeschreven, met dien verstande dat ook degene die middels een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven, als houder wordt aangemerkt;
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Afdeling II parkeervergunningen, Plaatsen, tijdstippen en maximum aantal
Artikel 4 De bewonersparkeervergunning
Indien en zolang het maximale aantal parkeervergunningen in een parkeerzone niet is overschreden en onverminderd het bepaalde in artikel 10, kan het college op aanvraag aan:
de eigenaar of houder van een motorvoertuig die als bewoner in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op een adres staat ingeschreven dat een zelfstandige woning betreft in de binnenstad, een eerste en/of tweede bewonersparkeervergunning verlenen. Indien de aanvrager houder is van het voertuig middels een lease-overeenkomst, middels de werkgever dan wel anderszins, dient bij de aanvraag een schriftelijke verklaring van de eigenaar te worden overgelegd, waarin het gebruiksrecht wordt aangetoond
Artikel 5 De walkantenparkeervergunning
Indien en zolang het maximale aantal parkeervergunningen in een parkeerzone niet is overschreden en onverminderd het bepaalde in artikel 11 kan het college op aanvraag een eerste en/of tweede walkantenparkeervergunning verlenen:
aan een bedrijf dat, volgens de gegevens in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, gevestigd is op de walkanten in een bedrijfsruimte waarvoor een vergunning voor het uitoefenen van een bedrijf is verleend, en voor zover voor het uitoefenen van de bedrijfsvoering in de onmiddellijke omgeving van de bedrijfslocatie op belanghebbendenparkeerplaatsen op de walkanten moet worden geparkeerd en voor zover het gebruik van de bezoekersparkeervergunning niet in deze (jaarlijkse) parkeerbehoefte kan voorzien.
De aanvrager dient tenminste één motorvoertuig waarvoor een walkantenparkeervergunning wordt aangevraagd, in eigendom te hebben of het gebruiksrecht hierover te hebben. Indien de aanvrager houder is van het voertuig middels een lease-overeenkomst, middels de werkgever dan wel anderszins, dient bij de aanvraag een schriftelijke verklaring van de eigenaar te worden overgelegd, waarin het gebruiksrecht wordt aangetoond.
Artikel 7 De bedrijfsparkeervergunning
Het college kan op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 10, bedrijfsparkeervergunningen verlenen aan een bedrijf dat, volgens de gegevens in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, gevestigd is in de binnenstad in een bedrijfsruimte waarvoor een vergunning voor het uitoefenen van een bedrijf is verleend voor zover:
Artikel 8 De dienstenparkeervergunning
Het college kan op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 10, een dienstenparkeervergunning verlenen aan:
de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent, waarbij dit voertuig wordt gehanteerd bij het verrichten van bouw-, herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden of voor het onderhouden van klantcontacten en voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op belanghebbendenparkeerplaatsen moet worden geparkeerd.
Artikel 9 De zorgparkeervergunning
Het college kan op aanvraag, onverminderd het bepaalde in artikel 10, een zorgparkeervergunning verlenen aan:
de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een zorgverlenend beroep of bedrijf uitoefent of geregistreerd is bij de gemeente Enkhuizen als mantelzorger en voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op belanghebbendenparkeerplaatsen moet worden geparkeerd.
Afdeling III Het verlenen en intrekken van parkeervergunningen, geldigheid en voorschriften.
Artikel 12 Voorschriften voor parkeervergunningen
Aan de vergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
b. tijdens het parkeren moet de vergunning in de linkerbenedenhoek achter de voorruit zijn aangebracht. Dit dient zodanig te gebeuren dat de voorzijde van de vergunning duidelijk vanaf de buitenkant van het motorvoertuig te lezen is. Dit voorschrift is niet van toepassing indien technologische ontwikkelingen het mogelijk maken om de parkeerregulering zonder zichtbare parkeervergunning uit te voeren (‘kentekenparkeren’);
Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren langer dan door burgemeester en wethouders vastgestelde periode in een parkeerschijfzone slechts aan ontheffinghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig of een brommobiel langer dan de door burgemeester en wethouders vastgestelde periode te parkeren of geparkeerd te houden: