Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Buren

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBuren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2010
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201131-12-2012Nieuwe regeling

01-01-2011

De Zakengids

Onbekend
01-01-201031-12-2012Nieuwe regeling

22-12-2009

Huis-aan-huis blad

Onbekend
01-01-201031-12-2012Nieuwe regeling

22-12-2009

Huis-aan-huis blad

Onbekend
01-01-201031-12-2012Nieuwe regeling

22-12-2009

Huis-aan-huis blad

Onbekend
01-01-201031-12-2012Nieuwe regeling

22-12-2009

Huis-aan-huis blad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2010

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren,Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2010.Besluit:vast te stellen het: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2011.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van de begrippen in dit besluit wordt verwezen naar de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2010. Als aanvulling hierop gelden de volgende begripsomschrijvingen:

  • a.

    Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren: is een door burgemeester en wethouders vastgesteld overzicht van de beschikbare voorzieningen en hun voorwaarden.

  • b.

    Besluit: het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2011.

  • c.

    Inkomensgrens: de grens die gevormd wordt door 1,2 maal het van toepassing zijnde norminkomen, inclusief vakantiegeld.

  • d.

    Norminkomen: de van toepassing zijnde norm in het kader van de Wet werk en bijstand.

  • e.

    Peiljaar: het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin aan een persoon maatschappelijke ondersteuning is verleend.

  • f.

    Tegenwaarde goedkoopst compenserende voorziening: de waarde in geld (budget) van de goedkoopst compenserende voorziening in natura.

  • g.

    Verordening: de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2010 of de daaropvolgende Verordening.

Hoofdstuk 2 Financiële tegemoetkomingen

Paragraaf 1 Wonen in een geschikt huis

Artikel 2 Verhuis- en herinrichtingskostenvergoeding

  • 1

    De forfaitaire tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten bedraagt € 4.000,-.

  • 2

    Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Het bedrag waarboven dit in ieder geval wordt beoordeeld bedraagt € 6.000,-.

  • 3

    Aan degene die op verzoek van het college een aangepaste (rolstoelgeschikte) woning verlaat wordt een verhuiskostenvergoeding verstrekt van € 4.000,-. 

Paragraaf 2 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 3 Inkomensgrenzen

  • 1

    De in de verordening bedoelde inkomensgrenzen per categorie bedragen per 2011:

    • a.

      voor personen tot 65 jaar- gehuwden beiden tot 65 jaar: € 23.664,-- alleenstaande: € 18.168,-- alleenstaande ouder: € 22.680,-

    • b.

      voor personen van 65 jaar en ouder- gehuwden beiden 65 jaar of ouder: € 22.632,-- gehuwden, één partner 65 jaar of ouder: € 23.148,-- alleenstaande: € 15.224,-- alleenstaande ouder: € 20.460,-

  • 2

    De inkomensgrens voor vervoersvoorzieningen zoals bedoeld in de Verordening ligt op 1,2 maal het norminkomen.

  • 3

    Bij meerdere belanghebbenden woonachtig in één leefeenheid zijn kosten van vervoer als algemeen gebruikelijk aan te merken als hun gezamenlijk inkomen in het peiljaar meer bedraagt dan 2 maal het norminkomen.

Artikel 4 Vervoerskostenvergoeding

  • 1

    Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto en/of taxi bedraagt € 840,-. Bij meerdere gebruikers binnen een leefeenheid is de vergoeding 75% van dit bedrag per persoon.

  • 2

    Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 1.260,-. 

Paragraaf 3 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

Artikel 5 Financiële tegemoetkoming sportrolstoel

Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als forfaitaire vergoeding. Het bedrag wordt vastgesteld op 100% van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening tot een maximum van € 2.225,-. Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

Artikel 6 Financiële tegemoetkoming bezoekbaar maken woning

De financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt maximaal € 4.000,-.

Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget

Artikel 7 Overwegende bezwaren

Verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien:

  • a.

    het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

  • b.

    het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager geen verantwoording kan of zal afleggen over de besteding van het persoonsgebonden budget;

  • c.

    reeds eerder op grond van de wet een persoonsgebonden budget is verstrekt en deze vanwege gebleken misbruik of onverantwoord gebruik is ingetrokken of teruggevorderd;

  • d.

    in afwijking van het gestelde in de onderdelen a, b en c, kan verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget plaatsvinden, indien tijdens het onderzoek duidelijk is geworden dat de aanvrager geen problemen meer zal hebben met het omgaan met het persoonsgebonden budget omdat de aanvrager hierin wordt begeleid door een persoon of organisatie die zelf geen financiële problemen heeft en ook geen commercieel belang heeft bij de verstrekking.

Artikel 8 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

  • 1

    Er wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld van 80% van de tegenwaarde van de hulp bij de huishouding in natura.

  • 2

    Bij het vaststellen van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt rekening gehouden met de volgende uurtarieven:

    • a.

      indien de ondersteuningsvrager zelf de regie op het huishouden kan voeren (HH1), wordt voor natura een bedrag per uur beschikbaar gesteld van € 19,01;

    • b.

      indien de ondersteuningsvrager zelf de regie op het huishouden niet kan voeren (HH2) wordt voor natura een bedrag per uur beschikbaar gesteld van € 23,46;

    • c.

      indien de ondersteuningsvrager zelf de regie op het huishouden niet kan voeren en er is sprake van een ontregelde situatie wordt voor natura een bedrag beschikbaar gesteld van € 27,60.

Artikel 9 Vaststelling persoonsgebonden budget individuele voorzieningen

Een persoonsgebonden budget voor een individuele voorziening is gelijk aan de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het College geaccepteerde offerte, zijnde de voorziening zoals deze anders in natura verstrekt zou zijn.Was dat een niet nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Was de naturaverstrekking een nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

Artikel 10 Vaststelling persoonsgebonden budget aanpassing van een eigen auto

De tegemoetkoming bedraagt 100% van de door het college aanvaarde kosten. Het persoonsgebonden budget voor de kosten van een autoaanpassing wordt slechts eenmaal per zeven jaar verstrekt.

Artikel 11 Verantwoording persoonsgebonden budget

  • 1

    De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de aanvrager aan het college vindt steekproefsgewijs plaats, waarbij de steekproef minimaal een omvang heeft van 30% van de verstrekte persoonsgebonden budgetten, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.

  • 2

    Het verantwoorden van een individuele voorziening geschiedt door het overleggen van een nota of getekende offerte waaruit blijkt dat de voorziening is gekocht, c.q. aangebracht, conform het programma van eisen zoals bij de beschikking is gevoegd.

  • 3

    Het verantwoorden van geleverde uren hulp geschiedt door het overleggen van een overzicht van deze geleverde uren alsmede hierop van toepassing zijnde overschrijvingsbewijzen.

Hoofdstuk 4 Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 12 Omvang eigen bijdrage en eigen aandeel

De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb. 2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 13 Duur opleggen eigen bijdrage en eigen aandeel

De duur van de oplegging van de eigen bijdrage is als volgt:

  • a.

    een schoon en leefbaar huis: de eigen bijdrage wordt per 4 weken voor de totale duur van de verstrekking in rekening gebracht;

  • b.

    wonen in een geschikt huis: maximaal 39 perioden van 4 weken;

  • c.

    beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften: de eigen bijdrage wordt per 4 weken voor de totale duur van de verstrekking in rekening gebracht;

  • d.

    beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding: de eigen bijdrage wordt per 4 weken voor de totale duur van de verstrekking in rekening gebracht;

  • e.

    het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren: de eigen bijdrage wordt per 4 weken voor de totale duur van de verstrekking in rekening gebracht;

  • f.

    zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft: maximaal 39 perioden van 4 weken;

  • g.

    zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel met uitzondering van de regiotaxi: maximaal 39 perioden van 4 weken;

  • h.

    de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten met uitzondering van de regiotaxi: maximaal 39 perioden van 4 weken.

Artikel 14 Geen eigen bijdrage of eigen aandeel

Geen eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd voor:

  • a.

    de regiotaxi;

  • b.

    financiële tegemoetkomingen.

Hoofdstuk 5 De aanvraag, de indicatie en de beslissing

Artikel 15 Verplicht advies

Het bedrag waarboven ingevolge artikel 30 lid 2 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning advies gevraagd moet worden bedraagt € 10.000,-.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 16 Indexering

  • 1

    Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van dit Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

  • 2

    Indexering is niet van toepassing op door het college geaccepteerde offertes.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt, onder intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2010, in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Buren 2011.