Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011 |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel |
De Verordening Parkeerbelastingen 2009, vastgesteld d.d. 20 mei 2009, laatstelijk gewijzigd d.d. 16 september 2009, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening bevat de wijziging van de tarieventabel, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 15 december 2010.
Per besluit van de gemeenteraad van 21-09-2011 is de tarieventabel gewijzigd.
Artikel 225 van de Gemeentewet
Besluit tot stellen van nadere regels voor het aanvragen en verlenen van een parkeervergunning
Aanwijzing dagen waarop gratis geparkeerd mag worden bij parkeermeters
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2011 | 26-11-2011 | Wijziging tarieventabel | 21-09-2011 Zakengids 30-09-2011 | Regelgevingregister 2010, nr. 3.18, gemeenteraad 21-09-2011, nr. 6 | |
25-12-2010 | 01-10-2011 | Wijziging tarieventabel door toevoeging 10a | 15-12-2010 Zakengids 24-12-2010 | Regelgevingregister 2010, nr. 3.18, gemeenteraad 15-12-2010, nr. 6 | |
25-12-2010 | 25-12-2010 | Wijziging tarieventabel door toevoeging 10a | 15-12-2010 De Zakengids 24 december 2010 | Regelgevingregister 2010, nummer 3.18, gemeenteraad 15-12-2010, nr. 6 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aan gemerkt:
a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat
1. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt
als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang dan wel afloop van het parkeren in werking stellen van parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschied door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen 52 euro.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening Parkeerbelastingen 2009", vastgesteld d.d. 20 mei 2009, laatstelijk gewijzigd d.d. 16 september 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.