Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Deurne 2011 |
Citeertitel | Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Deurne 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening |
Dit besluit hoort bij de Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Deurne 2010
Wet Maatschappelijke Ondersteuning, art. 5 en 41
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2013 | gewijzigde regeling | 11-01-2011 Weekblad van Deurne, 04-02-2011 | IZ/31623 |
Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording
1.1.Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.
1.2.Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien:
er sprake is van in de persoon gelegen bezwaren
3 Een aanvrager als bedoeld onder 1.2. onder b. of c. kan alsnog in aanmerking komen voor een
persoonsgebonden budget, als na een herbeoordeling blijkt dat, door gewijzigde
omstandigheden, de aanvrager vermoedelijk wel verantwoord met het persoonsgebonden
budget kan omgaan. Het college kan voor de herbeoordeling advies inwinnen bij
De eigen bijdrage wordt vastgesteld en geïnd door het CAK.
Een toelichting op de voorwaarden verbonden aan de inzet van het persoonsgebonden budget.
6 De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt plaats na verstrekking van het budget. Controle op de verantwoording vindt steekproefsgewijs plaats na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar en heeft een minimale omvang van 15 % van de verstrekte persoonsgebonden budgetten.
·de nota van de aangeschafte voorziening;
·een betalingsbewijs van aanschaf van de voorziening;
·schriftelijke overeenkomst met de hulpverlener(s) of erkende zorgaanbieders en een overzicht van de verstrekte vergoedingen (declaratieformulieren) en of de overeenkomst met de Sociale Verzekeringsbank t.b.v. houders van een persoonsgebonden budget
·alle overige documenten met betrekking tot inzicht in de besteding van het verstrekte persoonsgebonden budget.
Artikel 2 Omvang van eigen bijdragen en eigen aandeel
2.1.Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt
€ 17,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven €22.636,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden een dertiende deel van 15% bedraagt.
Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 25,40 per vier weken, terwijl het percentage van hun gezamenlijk inkomen boven € 27.902,-dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden een dertiende deel van 15% bedraagt.
Artikel 3 Voorziening in eigendom verstrekt en woningaanpassing
Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager, wordt gedurende een periode van negenendertig maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 2 vastgestelde bedrag in mindering gebracht.
Artikel 4 Hulp bij het huishouden
4.1 Vormen van hulp bij het huishouden
De voorziening die de gemeente kan verstrekken voor de hulp bij het huishouden bestaat uit 2
De uit te voeren werkzaamheden bestaan onder andere uit de volgende onderdelen:
De uit te voeren werkzaamheden in deze categorie bestaan naast de bovenstaande
huishoudelijke werkzaamheden, uit de volgende onderdelen:
I.opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten (anderen helpen
Voor bepaling van de hoogte van het pgb voor hulp bij het huishouden geldt onderstaande tabel:
Jaarlijks worden op 1 januari de tarieven aangepast op basis van het op dat moment geldende wettelijk minimumloon of het tarief voor zorg in natura.
De zorgvrager met pgb kan ondersteuning voor de uitvoering van zijn pgb inkopen. De
ondersteuning kan bestaan uit:
Het kan voorkomen dat een mantelzorger dreigt overbelast te raken en een aantal weken van zijn of haar zorg ontheven wil worden. In de verordening wordt de mogelijkheid van respijtzorg geboden.
Respijtzorg is zorg die verleend wordt op basis van een zeer summiere indicatie. Beoordeeld moet
worden of de zorgvrager niet in staat is de niet uitstelbare taken te verrichten. De respijtzorg wordt verleend als zorg in natura. De zorgvrager is voor deze vorm van ondersteuning geen eigen bijdrage verschuldigd.
Hieronder vallen de volgende voorzieningen:
I Financiële tegemoetkoming in de verhuis en herinrichtingskosten;
II Financiële tegemoetkoming in de bouwkundige en woontechnische aanpassingen;
III Financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie;
IV Financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting, huurderving
III Een persoonsgebonden budget of voorziening in natura voor niet bouwkundige en niet- woontechnische aanpassingen
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van een adequate voorziening in natura, zoals overeengekomen met de gecontracteerde leveranciers, inclusief onderhoud, reparatie en indien noodzakelijk WA verzekering.
Voor voorzieningen die niet geleverd worden door de gecontracteerde leveranciers wordt het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van een door het college geaccepteerde offerte.
De looptijd van het persoonsgebonden budget is overeenkomstig de door de gecontracteerde leveranciers gehanteerde afschrijvingstermijn.
De financiële tegemoetkoming die per kalenderjaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto bedraagt maximaal € 800,00;
De financiële tegemoetkoming die per kalenderjaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt maximaal € 5.000,00;
De financiële tegemoetkoming die per kalenderjaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt maximaal € 6.000,00.
De financiële tegemoetkoming voor een taxi of rolstoeltaxi wordt uitbetaald op declaratiebasis.
Inwoners, woonachtig in een AWBZ-instelling kunnen aanspraak maken op een vergoeding voor het lokaal verplaatsen welke 50% bedraagt van de bovengenoemde bijdragen.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld aan de hand van de huurprijs van een adequate voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals die door het college met de leverancier jaarlijks wordt bepaald.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van een adequate voorziening in natura, zoals overeengekomen met de gecontracteerde leveranciers, inclusief onderhoud, reparatie en indien noodzakelijk WA verzekering.
Voor rolstoelen die niet geleverd worden door de gecontracteerde leveranciers wordt het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van een door het college geaccepteerde offerte.
De looptijd van het persoonsgebonden budget is overeenkomstig de door de gecontracteerde leveranciers gehanteerde afschrijvingstermijn.
Een sportvoorziening wordt alleen toegekend in de vorm van een financiële tegemoetkoming. Deze is niet altijd kostendekkend en moet beschouwd worden als een tegemoetkoming in de (meer)kosten van aanschaf en onderhoud voor een periode van drie jaar.
Voor sportvoorzieningen wordt een eigen aandeel berekend, met uitzondering van een sportrolstoel.
De financiële tegemoetkoming minus het eigen aandeel wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.
Artikel 11 Samenhangende afstemming
Bij het onderzoek naar de situatie van de aanvrager dient met meerdere aspecten rekening gehouden te worden om te zorgen voor een samenhangende afstemming. Bij de afstemming spelen ook de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager een rol, alsmede zijn of haar capaciteit om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien.
De bevindingen die in het onderzoek naar voren komen worden meegenomen in de besluitvorming en motivering hiervan.
Dit besluit treedt in werking één dag na publicatie, met dien verstande dat dit besluit terugwerkt tot 1 januari 2011. Op dat tijdstip vervalt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Deurne 2010.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 11 januari 2011.