Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen.
Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-10-2010 | 02-12-2020 | Nieuwe regeling. | 30-09-2010 | 30 september 2010, nr. 13A | |
01-01-1999 | 08-10-2010 | Nieuwe regeling. | 17-12-1998 De Langstraat, 23-12-1998 | 17-12-1998 nr. 19 |
De raad van de gemeente Geertruidenberg,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, d.d. 27 juli 2010;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 154 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
<vet>Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg </vet>
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
a. In deze verordening wordt verstaan onder:b. begraafplaats(en): de algemene begraafplaats Geertruidenberg (Haven 123, te
Geertruidenberg), de algemene begraafplaats Raamsdonk (aan de Kerklaan
te Raamsdonk) en de “oude” algemene begraafplaats Raamsdonk (aan
de Kerklaan te Raamsdonk);c. enkeldiep graf: een graf waarin één laag wordt begraven;d. dubbeldiep graf: een graf waarin twee lagen worden begraven;e. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid
wordt geboden tot het doen begraven van lijken;f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon
het uitsluitend recht voor een bepaalde periode is verleend tot het doen begraven
en begraven houden van een lijk;g. particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon
het uitsluitend recht voor een bepaalde periode is verleend tot het doen begraven
en begraven houden van een kinderlijk tot 12 jaar;h. particuliere urnennis: een nis in een columbarium waarvoor aan een natuurlijk persoon
of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet
houden van asbussen met op zonder urnen;i. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;j. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en)
of degene die hem vervangt;k. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht
is verleend op een particulier graf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan
worden in diens plaats te zijn getreden;l. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik
van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of de bijzetting van as zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 7 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 12 Termijnen particuliere graven, particuliere kindergraven, en particuliere urnennissen
het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hem schriftelijk in te dienen aanvraag, het recht:a. op een particulier graf voor een tijdvak van 10 jaar;b. op een particulier kindergraf voor een tijdvak van 20 jaar;c. een naastgelegen particulier graf te reserveren voor een tijdvak van 10 jaard. voor het plaatsen van een asbus met of zonder urn in een particuliere
urnennis voor een tijdvak van 10 jaard. de termijnen vangen aan op de datum waarop het recht genoemd onder
het eerste lid van dit artikel is uitgegeven, waarbij deze termijnen genoemd
onder a., b. en c telkenmale met tien jaar kunnen worden verlengd, mits de
aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.
Artikel 13 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 14 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 15 Vergunning grafbedekking
Het college kan de vergunning weigeren indien:a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
Artikel 16 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.
Artikel 17 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 18 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 19 Verwijdering van grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 20 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Artikel 23 Intrekking oude regeling
De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen, vastgesteld op 17 december 1998, wordt ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 1998 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.