Hoofdstuk 1 | Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten:de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten:de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economischverkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.3 | sloopkosten:de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg/beoordeling schetsplan | | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
2.2.1 | om beoordeling van een schetsplan om een omgevingsvergunning:van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld+ 100% van alle externe kosten | € 100,00 | |
| | | |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen: | € 255,00 | |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 10.000 of meer bedragen: een vast bedrag van:vermeerderd met:van de bouwkosten | € 126,502,66% | |
| | | |
| | | |
2.3.1.2 | Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, als bedoeld in artikel 2.3.1.1 en uit oogpunt van welstand advies nodig is van de Welstandcommissie van de vereniging “Dorp, Stad en Land” wordt het onder 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 genoemde bedrag als volgt verhoogd: | | |
| indien de bouwkosten, waartoe vergunning wordt verleend c.q. positieve mededeling wordt afgegeven – de gehele afwerking inbegrepen – minder dan € 4.000,- bedragen: | € 30,00 | |
| indien de bouwkosten € 4.000,- of meer doch minder dan € 25.000,- bedragen, vermeerderd met 2,00 promille van de bouwkosten: | € 51,00 | |
| indien de bouwkosten € 25.000,- of meer doch minder dan € 120.000,- bedragen, vermeerderd met 1,1 promille van de bouwkosten: | € 78,00 | |
| indien de bouwkosten € 120.000,- of meer doch minder dan € 230.000,- bedragen, vermeerderd met 1,1 promille van de bouwkosten: | € 123,00 | |
| indien de bouwkosten € 230.000,- of meer doch minder dan € 455.000,- bedragen, vermeerderd met 0,6 promille van de bouwkosten: | € 262,00 | |
| indien de bouwkosten € 455.000,- of meer bedragen, vermeerderd met een vast bedrag van en 0,25 promille van de bouwkosten: | € 471,00 | |
2.3.1.2.1 | adviezen inzake reclame uitingen | € 30,00 | |
| | | |
| | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, dient de aanvraag te worden verhoogd met: | | Oud tarief |
2.3.1.3.1 | Bouwen op een bestaand agrarisch bouwperceel | € 500,00 | € 460,00 |
2.3.1.3.2 | Bouwen met overschrijding grenzen bestaand bouwperceel | € 560,00 | € 520,00 |
2.3.1.3.3 | Bouwen op niet bouwperceel (starter), verzoek tot bedrijfsverplaatsing | € 650,00 | € 590,00 |
2.3.1.3.4 | Aanvullend doelmatigheidsadvies binnen 1 jaar naar eerste advies | € 0,00 | |
2.3.1.3.5 | Adviezen bij onttrekken aan agrarische bestemming | € 410,00 | € 380,00 |
2.3.1.3.6 | Overige aanvullende adviezen | Maatwerk | |
| | | |
| | | |
2.3.1.4 | Indien de aanvraag van een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, danwel in afwijking van de verleende vergunning, worden de onder 2.3.1.1 genoemde leges verhoogd met: | 100% | |
| | | |
2.3.2 | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 126,50 | |
| Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.2 wordt, indien de aanvraag van een aanlegvergunning: | | |
2.3.2.1 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingsverklaring) van deWet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met: | € 1.500,00 | |
2.3.2.2 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder a of c, 3.22, 3.23 of 3.38, vierde lid, van deWet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met: | € 250,00 | |
2.3.2.3 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met: | € 1.000,00 | |
| | | |
2.3.3 | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) verhoogd met: | € 300,00 | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) verhoogd met: | € 300,00 | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking met beperkt onderzoek) verhoogd met:een tarief per uur van:met een minimum van: | € 76,00€ 5.000 | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) verhoogd met: | € 300,00 | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) verhoogd met: | € 300,00 | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) verhoogd met: | € 300,00 | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) verhoogd met: | € 300,00 | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) verhoogd met: | € 300,00 | |
| | | |
2.3.4 | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordttoegepast (binnenplanse afwijking): | € 300,00 | |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordttoegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 300,00 | |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordttoegepast (buitenplanse afwijking met beperkt onderzoek) per uur:met een minimum van: | € 76,00€ 5.000 | |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 300,00 | |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 300,00 | |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 300,00 | |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 300,00 | |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 300,00 | |
2.3.4.9 | indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast: | € 178,00 | |
2.3.4.10 | Indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast: | € 178,00 | |
| | | |
2.3.5 | Vervallen | | |
| | | |
2.3.6 | | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 125,00 | |
| | | |
2.3.7 | | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € 86,50 | |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van hoofdstuk 8 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, | € 86,50 | |
| | | |
| | | |
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 18,50 | |
| | | |
2.3.9 | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 18,50 | |
| | | |
2.3.10 | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.3.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 18,50 | |
| | | |
2.3.11 | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € 100,00 | |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 100,00 | |
| | | |
2.3.12 | | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 100,00 | |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 100,00 | |
| | | |
2.3.13 | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | € 100,00 | |
| | | |
2.3.14 | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.14.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.14.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
| | | |
2.3.15 | | | |
| Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3; | | |
| a. externe advies moet worden ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de externe advieskosten. Voorafgaand aan het verzoek om een extern advies, wordt aan de aanvrager de externe advieskosten, schriftelijk medegedeeld. | | |
| b. voor de toepassing van het vorige onderdeel wordt pas opdracht verstrekt tot een extern advies op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. | | |
| | | |
2.3.16 | | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 320,00 | |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 200,00 | |
| | | |
2.3.17 | | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dithoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
2.3.18 | | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 250,00 | |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
Hoofdstuk 4 | Vermindering | | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
| | | |
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | | |
2.5.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan | 75% | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan | 50% | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan | 25% | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.2 | | | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 25% | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.3 | | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 50% | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | |
| | | |
2.5.4 | | | |
| Een bedrag minder dan € 126,50 wordt niet teruggegeven. | | |
| | | |
2.5.5 | Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | | |
Hoofdstuk 6 | Intrekking omgevingsvergunning | | |
| | | |
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | | |
| Vervallen. | | |
| | | |
Hoofdstuk 8 | Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening per uur:met een minimum van: | € 76,00€ 5.000,- | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | € 300,00 | |
| | | |
Hoofdstuk 9 | Sloopmelding | | |
2.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening | € 86,50 | |
| | | |
Hoofdstuk 10 | Ontheffing in het kader van de Wet geluidhinder | | |
1.20.1 | Geluidhinder – vaststelling hogere waardeHet tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting zoals bedoeld in hoofdstuk VIIIa (hogere waarde en onderzoeksbepalingen) van de Wet geluidhinder voor: | | |
| 1. een procedure vallend onder Klasse I | € 1872,00 | |
| 2. een procedure vallend onder Klasse II | € 2600,00 | |
| | | |
Hoofdstuk 11 | In deze titel niet benoemde beschikking | | |
| Vervallen. | | |