Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening Weesp 2011 |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening Weesp 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Algemene Plaatselijke Verordening |
Met terugwerkende kracht in werking op 20 december 2011.
Artikel 147, lid 1, en artikel 149 Gemeentewet
- Nadere regels voor afmeren, en steigers, i.w.g. 04-08-2010
- Nota exploitatievergunning, i.w.g. 01-01-2009
- Nadere regels prostitutie, i.w.g. 09-06-2010
- Overige uitwerkingsbesluiten, beleid en een nota
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2012 | 20-12-2011 | 14-03-2017 | Nieuwe regeling | 08-12-2011 WeesperNieuws, 04-01-2012 | Z.16666 |
01-10-2010 | Nieuwe regeling | 16-09-2010 WeesperNieuws, 29-09-2010 | Z.9823 |
Algemene Plaatselijke VerordeningWeesp 2011HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:1 BegripsbepalingenArtikel 1:2 BeslistermijnArtikel 1:3 Indiening aanvraag Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingenArtikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffingArtikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffingArtikel 1:7 TermijnenArtikel 1:8 Weigeringsgronden
HOOFDSTUK 2 OPENBARE ORDEAfdeling 2.1 Bestrijding van ongeregeldhedenArtikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldhedenAfdeling 2.2 BetogingArtikel 2:2 (gereserveerd)Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsenArtikel 2:4 (gereserveerd)Artikel 2:5 (gereserveerd)Afdeling 2.3 Verspreiding van gedrukte stukkenArtikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen *Afdeling 2.4 Vertoningen e.d. op de wegArtikel 2:7 (gereserveerd)Artikel 2:8 (gereserveerd) Artikel 2:9 Straatartiest e.d.Afdeling 2.5 Bruikbaarheid en aanzien van de wegArtikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie van de weg of op een openbare plaatsArtikel 2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een wegArtikel 2:12 Maken, veranderen van een uitwegAfdeling 2.6 Veiligheid op de wegArtikel 2:13 Veroorzaken van gladheidArtikel 2:14 WinkelwagentjesArtikel 2:15 (gereserveerd)Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.Artikel 2:17 Kelderingangen e.d.Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen *Artikel 2:19 (gereserveerd)Artikel 2:20 (gereserveerd)Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichtingArtikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijnArtikel 2:23 Verwijdering e.d voorzieningen voor verkeer en verlichtingArtikel 2:24 Veiligheid op het ijs
Afdeling 2.7 EvenementenArtikel 2:25 BegripsbepalingArtikel 2:26 EvenementArtikel 2:27 OrdeverstoringAfdeling 2.8 Toezicht op horecabedrijvenArtikel 2:28 BegripsbepalingArtikel 2:29 Exploitatievergunning horecabedrijfArtikel 2:30 Opheffing vergunningplichtArtikel 2:31 SluitingstijdenArtikel 2:32 Afwijking sluitingstijden; tijdelijke sluitingArtikel 2:33 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijfArtikel 2:34 Handel in horecabedrijvenArtikel 2:35 OrdeverstoringArtikel 2:36 Het college als bevoegd bestuursorgaanAfdeling 2.9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijfArtikel 2:37 BegripsbepalingArtikel 2:38 Kennisgeving exploitatieArtikel 2:39 NachtregisterArtikel 2:40 Verschaffing gegevens nachtregisterAfdeling 2.10 Toezicht op speelgelegenhedenArtikel 2:41 SpeelgelegenhedenArtikel 2:42 Speelautomaten Afdeling 2.11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheidArtikel 2:43 Betreden gesloten woning of lokaalArtikel 2:44 Plakken en kladdenArtikel 2:45 Vervoer plakgereedschap e.d.Artikel 2:46 Vervoer inbrekerswerktuigenArtikel 2:47 Betreden van plantsoenen e.d.Artikel 2:48 Rijden over bermen e.d.Artikel 2:49 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsenArtikel 2:50 Verboden drankgebruik *Artikel 2:51 Verboden gedrag bij of in gebouwenArtikel 2:52 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimtenArtikel 2:53 Neerzetten van fietsen e.d.Artikel 2:54 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterrein e.d. *Artikel 2:55 Bespieden van personenArtikel 2:56 (gereserveerd)Artikel 2:57 (gereserveerd)Artikel 2:58 (Los)lopende honden *Artikel 2:59 Verontreiniging door honden *Artikel 2:60 Verontreiniging door paarden Artikel 2:61 Gevaarlijke hondenArtikel 2:62 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren *Artikel 2:63 Loslopend vee en pluimveeArtikel 2:64 BijenAfdeling 2.12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederenArtikel 2:65 BegripsbepalingArtikel 2:66 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregisterArtikel 2:67 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter, eerste lid, van het Wetboek van StrafrechtArtikel 2:68 (gereserveerd)Artikel 2:69 (gereserveerd)Afdeling 2.13 VuurwerkArtikel 2:70 BegripsbepalingArtikel 2:71 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen Artikel 2:72 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling Afdeling 2.14 DrugsoverlastArtikel 2:73 Drugshandel op straatAfdeling 2.15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsenArtikel 2:74 Bestuurlijke ophoudingArtikel 2:75 Veiligheidsrisicogebieden Artikel 2:76 Cameratoezicht op openbare plaatsenArtikel 2:77 Mosquito op openbare plaatsen
HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D.Afdeling 3.1 BegripsbepalingenArtikel 3:1 BegripsbepalingArtikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaanArtikel 3:3 Nadere regelsAfdeling 3.2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijkeArtikel 3:4 SeksinrichtingenArtikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerderArtikel 3:6 SluitingstijdenArtikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingsuur; (tijdelijke) sluitingArtikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerderArtikel 3:9 Raam- en straatprostitutie Artikel 3:10 Sekswinkels *Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch- pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijkeAfdeling 3.3 Beslissingstermijn; weigeringsgrondenArtikel 3:12 BeslissingstermijnArtikel 3:13 WeigeringsgrondenAfdeling 3.4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheerArtikel 3:14 Beëindiging exploitatieArtikel 3:15 Wijziging beheerAfdeling 3.5 (gereserveerd)Artikel 3:16 (gereserveerd)
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTEAfdeling 4.1 Geluidhinder en verlichtingArtikel 4:1 Begripsbepaling Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten *Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteitenArtikel 4:4 (gereserveerd)Artikel 4:5 Onversterkte muziekArtikel 4:6 Overige geluidhinderArtikel 4:7 (Geluid)hinder door dierenAfdeling 4.2 Bodem-, weg- en milieuverontreinigingArtikel 4:8 Straatvegen Artikel 4:9 Verontreiniging van de weg en van terreinenArtikel 4:10 Verontreiniging bij werkzaamheden op de wegArtikel 4:11 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwarenArtikel 4:12 Wegwerpen van reclame- en strooibiljettenArtikel 4:13 Natuurlijke behoefte te doenArtikel 4:14 Verbod doorzoeken van ter inzameling gereed staande afvalstoffenArtikel 4:15 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwenArtikel 4:16 GevelreinigingArtikel 4:17 Verbod te lozen op een straatkolk Afdeling 4.3 Het bewaren van houtopstandenArtikel 4:18 BegripsbepalingArtikel 4:19 Kapverbod *Artikel 4:20 Aanvraag vergunning Artikel 4:20a WeigeringsgrondenArtikel 4:20b Vervaltermijn vergunningArtikel 4:20c Bijzondere vergunningsvoorschriftenArtikel 4:20d Herplant- /instandhoudingplichtArtikel 4:20e Bestrijding iepziekteArtikel 4:20f Verhouding tussen kap- en bouw- of aanlegvergunningArtikel 4:20g StructuurbomenArtikel 4:20h Bescherming bomenArtikel 4:20i Uitzicht belemmerende beplantingAfdeling 4.4 Bescherming van flora en faunaArtikel 4:21 Bescherming groenvoorzieningenArtikel 4:22 Beschermde planten; hout sprokkelen Afdeling 4.5 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlastArtikel 4:23 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen e.d. Artikel 4:24 (gereserveerd)Artikel 4:25 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclameArtikel 4:26 (gereserveerd)Afdeling 4.6 Kamperen buiten kampeerterreinenArtikel 4:27 BegripsbepalingArtikel 4:28 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinenArtikel 4:29 Aanwijzing kampeerplaatsen *
HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTEAfdeling 5.1 ParkeerexcessenArtikel 5:1 BegripsbepalingArtikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen *Artikel 5:4 Defecte voertuigenArtikel 5:5 VoertuigwrakkenArtikel 5:6 Kampeermiddelen e.d. *Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigenArtikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen *Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigenArtikel 5:10 (gereserveerd)Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigenArtikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets Afdeling 5.2 CollecterenArtikel 5:13 Inzameling van geld of goederen *Afdeling 5.3 VentenArtikel 5:14 BegripsbepalingArtikel 5:15 VentverbodArtikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting Afdeling 5.4 StandplaatsenArtikel 5:17 BegripsbepalingArtikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgrondenArtikel 5:19 Toestemming rechthebbendeArtikel 5:20 AfbakeningsbepalingenAfdeling 5.5 SnuffelmarktenArtikel 5:21 BegripsbepalingArtikel 5:22 Organiseren van een snuffelmarktAfdeling 5.6 Openbaar waterArtikel 5:23 Voorwerpen op, in of boven openbaar waterArtikel 5:24 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen Artikel 5:25 Aanwijzing ligplaats *Artikel 5:26 Verbod innemen ligplaatsArtikel 5:27 (Ver)bouwen woonschepenArtikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerkenArtikel 5:29 ReddingsmiddelenArtikel 5:30 Veiligheid op het waterArtikel 5:31 Overlast van vaartuigenAfdeling 5.7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebiedenArtikel 5:32 Crossterreinen Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Afdeling 5.8 Verbod vuur te stokenArtikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stokenAfdeling 5.9 Verstrooiing van asArtikel 5:35 BegripsbepalingArtikel 5:36 Verboden plaatsenArtikel 5:37 Hinder of overlastAfdeling 5.10 GemeentewapenArtikel 5:38 Verbod gemeentewapen te voerenAfdeling 5.11 Gebruik openbaar gebiedArtikel 5:39 Verbod gebruik in strijd met de publieke functie
HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6:1 StrafbepalingArtikel 6:2 ToezichthoudersArtikel 6:3 OpsporingsambtenarenArtikel 6:4 Binnentreden woningenArtikel 6:5 OvergangsbepalingArtikel 6:6 Citeertitel
N.B.De bij artikelen geplaatste asterisk (*) duidt op nadere regels in een uitvoeringsbesluit.
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Een ieder, die op een openbare plaats aanwezig is bij enig voorval, waardoor er wanordelijkheden of vormen van overlast ontstaan of dreigen te ontstaan of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor er wanordelijkheden of vormen van overlast ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen of beplanting op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie van de weg of op een openbare plaats
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het is verboden om in strijd met geldend beleid of zonder of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht deze te voorzien van de naam van het bedrijf of vaneen ander herkenningsteken en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op of langs de weg achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of doen verwijderen.
Het is verboden zich met een winkelwagentje, als bedoeld in het eerste lid, op de weg te bevinden buiten de onmiddellijke omgeving van die winkel, of als de winkel gelegen is in een winkelcomplex, buiten de onmiddellijke omgeving van dat winkelcomplex. Als de onmiddellijke omgeving van een winkel of een winkelcomplex wordt aangemerkt de weg of het weggedeelte, grenzende aan die winkel of dat winkelcomplex en tevens aan die weg of dat weggedeelte aansluitende parkeerplaats.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of enigerlei andere afsluiting, die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven
Onder horecabedrijf wordt in deze paragraaf verstaan: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf worden in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt mede verstaan: een bij dit bedrijf behorend terras en de andere aanhorigheden.
Een terras in de zin van deze paragraaf is een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
Artikel 2:29 Exploitatievergunning horecabedrijf
Bij de toepassing van de in het vijfde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin het horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het horecabedrijf en de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van het horecabedrijf.
Artikel 2:32 Afwijking sluitingstijden; tijdelijke sluiting
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer horecabedrijven, tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2:31 geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.
Artikel 2:33 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Het is bezoekers verboden zich in een horecabedrijf gedurende de tijd dat het bedrijf krachtens artikel 2:23 of ingevolge een op grond van artikel 2:32 genomen besluit gesloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden.
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt onder inrichting verstaan: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Artikel 2:38 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
De houder van een inrichting is verplicht een register, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek vanStrafrecht, bij te houden dat ingericht is volgens het door de burgemeester vastgestelde model.
Artikel 2:40 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt dan wel de kampeerder is verplicht onverwijld aan de exploitant van de inrichting volledig en naar waarheid zijn of haar naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst, alsmede de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:41 Speelgelegenheden
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:47 Betreden van plantsoenen e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is zonder ontheffing van het college verboden zich te bevinden in of op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken, buiten de daarin gelegen wegen of paden.
Artikel 2:52 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling, begraafplaats of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:53 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, indien:a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek;b. daardoor die ingang versperd wordt.
Het is verboden bij de fietsenrekken aan de oostzijde van het Stationsplein binnen een straal van 30 meter – gerekend vanaf de muur van het stationsgebouw op het oosten, richting het oosten – fietsen buiten de rekken te plaatsen. Fietsen die in strijd met dit verbod zijn neergezet kunnen door de gemeente worden afgevoerd.
het is verboden bij de openbare fietsenstalling aan de noordzijde van het station – richting de Leeuwenveldseweg – binnen een straal van 30 meter rond de stalling fietsen buiten de rekken van de fietsenstalling te plaatsen. Fietsen die in strijd met dit verbod zijn neergezet kunnen door de gemeente worden afgevoerd.
Artikel 2:54 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterrein e.d. *
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is gemaakt aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:58 (Los)lopende honden *
De verboden genoemd in het eerste lid onder a en b, gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is of indien een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond.
Artikel 2:63 Loslopend vee en pluimvee
De rechthebbende op vee dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:67 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
de burgemeester binnen drie dagen schriftelijke in kennis te stellen:1. dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;2. van een verandering van de onder a, sub 1°, bedoelde adressen;3. als hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;4. dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan.
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:73 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:74 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2:1, 2:10, 2:11, 2:16, 2:49, 2:50, 2:51, 2:52, 2:73, en 5:36 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Weesp 2010 groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:75 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:77 Mosquito op openbare plaatsen
De burgemeester kan besluiten tot plaatsing van een apparaat dat een hoge zoemtoon voortbrengt die alleen jongeren tot circa 26 jaar kunnen horen, op een door hem aangewezen plaats waar structurele overlast door jongeren wordt veroorzaakt, voor een periode van zes maanden, indien dit in het belang van het handhaven van de openbare orden en het woon- en leefklimaat noodzakelijk is.
Hoofdstuk 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D.
Afdeling 1 Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. In deze verordening worden twee categorieën onderscheiden: de categorie thuiswerkers en de categorie overige seksinrichtingen. Onder overige seksinrichtingen worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:1. de exploitant;2. de beheerder;3. de prostituee;4. het personeel dat in de inrichting werkzaam is;5. toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6:2;6. andere personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in het eerste lid, zijn de exploitant, indien een rechtspersoon: de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke pers(o)n(en), en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van €500,- of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:1. bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, deVreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;2. de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 250a, 252, 273f, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426 of 429quater en 453 van het Wetboek van strafrecht;3. de artikelen 8 en 162, derde lid alsmede artikel 6 j artikel 8 of j artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;4. de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;5. de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerskorpsen;6. de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
De exploitant, indien een rechtspersoon: de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke perso(o)n(en), of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor tenminste één maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten als genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie;
Artikel 3:9 Raam- en straatprostitutie
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid, bij besluit verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet.
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan slechts worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteitenArtikel
In een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid en tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in het gebied dat gelegen ligt binnen de volgende straten: Plataanlaan, Herensingel en Stationsweg (tot Bouwhuystunnel), spoor (tot Lange Muiderweg), ’s Gravelandseweg (tot net voor roeivereniging), Diepenbroickpark, G.J. Sibillalaan, Gooilandseweg, C.J. van Houtenlaan, Prinses Irenelaan, Casparuslaan (tot Plataanlaan).
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:6 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste 2 weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113 lid 1 van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek (hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:6 van deze verordening) een half uur vóór de vastgestelde sluitingstijden te worden beëindigd. De geluidsnorm is exclusief 10 dB (A) aftrek vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Voor de duur van 21 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het uitoefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode, uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in lid 1. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Besluit van toepassing.
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Het is verboden op een door het college, ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst, aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Artikel 4:9 Verontreiniging van de weg en van terreinen
afval of vuilnis of enig andere dergelijke stof of voorwerp, die/dat aanleiding kan geven tot verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van de weg, dan wel aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu, op of in de bodem, buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats, te plaatsen, te storten, te werpen, uit te gieten, te laten vallen, lopen of te houden;
Het in het eerste lid, aanhef en onder a, gestelde verbod is niet van toepassing op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, de krachtens artikel 7 Afvalstoffenverordening gewest Gooi en Vechtstreek aangewezen personen of instanties of houders van een vergunning als bedoeld in artikel 8 Afvalstoffenverordening gewest Gooi en Vechtstreek.
Het in het eerste lid, aanhef en onder a, gestelde verbod geldt niet voor zover de stoffen of voorwerpen op de weg geraken of tijdelijk op de weg worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden of lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen dan wel van het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.
Artikel 4:9 Verontreiniging bij werkzaamheden op de weg
Indien bij het laden of lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen dan wel bij andere werkzaamheden de weg wordt verontreinigd, is degene die genoemde werkzaamheden verricht, alsmede, indien deze in opdracht handelt, zijn opdrachtgever verplicht:
indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of voor beschadiging van het wegdek oplevert, de weg terstond na de beëindiging van de werkzaamheden of, indien deze langer dan een dag duren, elke dag terstond na beëindiging van de werkzaamheden op die dag, te reinigen of te doen reinigen.
Artikel 4:11 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting bedoeld in het eerste lid is verplicht te zorgen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, maar in ieder geval direct op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in dit artikel, in de nabijheid van de inrichting op de weg achtergebleven stoffen of voorwerpen, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, worden verwijderd.
Artikel 4:12 Wegwerpen van reclame- of strooibiljetten
Degene die op de weg reclame- of strooibiljetten of dergelijke geschriften onder het publiek verspreidt, is verplicht deze, indien zij in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen, terstond daarvan te verwijderen of te doen verwijderen.
Artikel 4:13 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen buiten een daarvoor bestemde inrichting of plaats.
Artikel 4:14 Verbod doorzoeken van ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Het is verboden afvalstoffen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.
Artikel 4:15 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Het verbod geldt niet voor houtopstanden buiten de bebouwde kom in de zin van de Boswet, indien het betreft:
houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en gelegen is buiten een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt die:- ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are;- ofwel bestaat uit rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen;
Artikel 4:20b Vervaltermijn vergunning
De vergunning vervalt, indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na afgifte volledig gebruik is gemaakt.
Artikel 4:20c Bijzondere vergunningsvoorschriften
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag of bevoegde bestuursorgaan te geven aanwijzingen moet worden herplant. Indien het gemeentelijk beleid of een bestemmings-, bomen-, groen-, of landschaplan de te vellen houtopstand direct of indirect als waardevol omschrijft, wordt, zo veel mogelijk, een herplantplicht opgelegd.
Artikel 4:20d Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag of bevoegde bestuursorgaan is geveld dan wel op andere wijze tenietgegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door zijn te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 4:20e Bestrijding iepziekte
Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag of bevoegde bestuursorgaan gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:
Artikel 4:20i Uitzicht belemmerende beplanting
De rechthebbende op een boom, heg of andere beplanting die aan het wegverkeer het vrije uitzicht kan belemmeren of daarvoor op ander wijze hinder of gevaar kan opleveren, is verplicht deze beplanting te snoeien, of op te binden, of te verwijderen na aanschrijving door het bevoegd gezag of bevoegde bestuursorgaan, binnen een door hen te stellen termijn en overeenkomstig hun aanwijzing.
Afdeling 4 Bescherming van flora en fauna
Artikel 4:21 Bescherming groenvoorzieningen
Het is in een voor publiek toegankelijk park of plantsoen of in bij de gemeente in onderhoud zijnde groenstroken, grasperken of bloembakken verboden enige schade toe te brengen aan een boom of een bloem- of heesterperk dan wel aldaar bloemen te plukken.
Afdeling 5 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:23 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen e.d.
Het college kan buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht, buiten de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is een of meer van de volgende daarbij nader aangeduide voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben, anders dan met inachtneming van de door hen gestelde regels:
Afdeling 6 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen bouwvergunning in de zin van artikel 40 van de Woningwet is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen *
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook geschreven of gedrukte stukken worden gerekend, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Het verbod als bedoeld in het eerste lid geldt niet voor:
in de gemeente Weesp gevestigde verenigingen en stichtingen, die krachtens statuten en activiteiten een doel nastreven dat van algemeen (gemeenschaps)belang is en die geld of goederen inzamelen buiten de periodes die door het Centraal Bureau Fondsenwerving zijn toegewezen aan gecertificeerde instellingen.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:23 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
De verboden in het eerste en derde lid gelden niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:25 Aanwijzing ligplaats *
Onverminderd het krachtens het derde lid van artikel 5:24 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 5:26 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:24, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde vaarten, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel, dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel z en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder ia, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
Afdeling 9 Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Afdeling 11 Gebruik openbaar gebied
Artikel 5:39 Verbod gebruik in strijd met de publieke functie
Het is niet toegestaan een weggedeelte, openbaar groen of grond met een openbare bestemming anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. Dit verbod geldt niet voor zover het gebruik van het weggedeelte, openbaar groen of grond met een openbare bestemming vanwege een andere bepaling van deze verordening is toegestaan.
Hoofdstuk 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak:
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie:
Artikel 6:3 Opsporingsambtenaren
De opsporing van de in artikel 6:1 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college dan wel de burgemeester met de zorg voor de naleving van de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Artikel 6:4 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.