Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Debiteurenplan gemeente Dalfsen 2011 |
Citeertitel | Debiteurenplan gemeente Dalfsen 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-10-2016 | Nieuwe regeling | 18-01-2011 KernPUNTEN, 01-02-2011 | 20-12-2010, nummer 1224 |
Paragraaf 1.1 Vorm van de bijstand
Bijstand kan in de vorm van een geldlening worden verstrekt. Dit kan bij omstandigheden zoals genoemd in:
De verstrekte bijstand in de vorm van een lening moet worden terugbetaald. De voorwaarden voor verstrekking, meerdere zekerheid en de wijze van aflossing worden opgenomen in de (toekennings)beschikking.
Paragraaf 1.2 Aflossing van de lening
1.2.1 Aflossing als lening verstrekte bijzondere bijstand
De aflossing van een bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening vangt zo spoedig mogelijk na de toekenning van de bijzondere bijstand aan. Als er een periodieke uitkering voor levensonderhoud WWB, IOAW of IOAZ of een inkomensvoorziening wordt ontvangen op grond van de WIJ, kan de aflossing op de lening worden ingehouden op deze inkomensvoorziening.
Als er op een lening in verband met bijzondere bijstand voor eerste woninginrichting gedurende een periode van 24 maanden is afgelost, kan het college besluiten het resterende deel van de lening kwijt te schelden (een lening voor een eerste woninginrichting komt het meest voor bij vreemdelingen in het kader van de taakstelling huisvesting nieuwkomers). Deze kwijtschelding vindt niet plaats als er op dat moment een achterstand in de betalingen of inhoudingen bestaat, of wanneer er fraude met de bijzondere bijstandsverlening is geconstateerd. Kwijtschelding houdt in dat middels beschikking het restant van de verstrekte bijzondere bijstand alsnog om niet wordt verstrekt.
Paragraaf 1.3 Krediethypotheek
1.3.1 Aflossing als lening verstrekte algemene bijstand
Bijstand kan worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om over de betreffende periode in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Als voorwaarde kan bijvoorbeeld een bepaalde termijn worden gesteld waarbinnen in ieder geval de boedelscheiding in gang moet zijn gezet. Aflossing van de lening vindt plaats direct nadat de belanghebbende over de middelen beschikt. Zijn de vrijgekomen middelen onvoldoende voor de (totale) aflossing van de lening, kan het restant worden omgezet in bijstand om niet.
Voor meer zekerheid van de aflossing van algemene bijstand verstrekt in de vorm van een lening aan een woningeigenaar, kan een hypotheekrecht of pandrecht worden gevestigd (artikel 48, derde lid WWB). Deze lening bedraagt ten hoogste de waarde van de woning in het economisch verkeer bij vrije oplevering, verminderd met de daarop drukkende schulden (minus opgebouwd vermogen in (kapitaal)verzekeringen) en met het vrij te laten vermogen genoemd in artikel 34, tweede lid aanhef en onder sub d WWB. Betrokkene kan verplicht worden medewerking te verlenen aan het vestigen van een krediethypotheek. Indien cliënt bij de aanvraag om bijstand medewerking weigert aan de vestiging van een krediethypotheek kan de aanvraag worden afgewezen op grond van vermogen. Heeft bijstandsverlening inmiddels plaatsgevonden en verleent cliënt alsnog zijn medewerking niet, dan dient de uitkering te worden beëindigd op grond van vermogen. Tevens dient de verstrekte bijstand te worden teruggevorderd op grond van art. 58 lid 1 WWB (de verstrekte bijstand is onmiddellijk opeisbaar).
De economische waarde van de woning wordt op het moment van aanvraag in principe vastgesteld op de geldende WOZ-waarde. Als het college bepaalt dat dit niet redelijk is dan kan de woning worden getaxeerd door een gecertificeerde makelaar. De kosten van taxatie en het vestigen van de krediethypotheek komen in aanmerking voor bijzondere bijstandsverlening om niet.
Het college kan bij verhuizing naar een andere koopwoning wegens dringende redenen in bijzondere gevallen besluiten de lening te handhaven. Voorwaarde is dan dat belanghebbende hiertoe vooraf een verzoek indient, dat belanghebbende het vrij gekomen vermogen volledig gebruikt voor de aanschaf of verbouwing van de nieuwe woning en dat belanghebbende meewerkt aan het vestigen van een recht van hypotheek op de nieuwe woning.
Paragraaf 1.4 Wettelijke rente en kosten
1.4.1. Invulling bevoegdheid tot invorderen van wettelijke rente bij een lening
Indien er sprake is van verzuim zoals bedoeld in artikel 4:97 Awb, zal gemeente Dalfsen de schuldenaar geen wettelijke rente in rekening brengen.
1.4.2. Uitstel van betaling bij een lening
Indien er uitstel van betaling is verleend (artikel 4:94 Awb), is de schuldenaar over de termijn van uitstel geen wettelijke rente verschuldigd.
1.4.3 Rente bij een als lening verstrekte algemene bijstand (krediethypotheek)
Als na afloop van een aflossingsperiode van 12 maanden de lening nog niet geheel is afgelost, is vanaf dat moment wel maandelijks de geldende wettelijke rente verschuldigd over het nog niet afgeloste deel van de lening. Betalingen worden eerst aangemerkt als aflossing van de rente en daarna op de lening afgeboekt. Over de rente is geen rente verschuldigd. Als er niet genoeg capaciteit is om de rente af te lossen wordt de rente afgeboekt.
Paragraaf 2.2 Herziening- intrekking recht op bijstand
Als achteraf blijkt dat er een onjuist toekenningsbesluit of ten onrechte geen wijzigingsbesluit
is genomen, zal de gemeente Dalfsen altijd een herzienings- of intrekkingsbesluit nemen.
Of belanghebbende verantwoordelijk kan of moet worden gehouden voor het onjuiste besluit of uitblijven van een besluit is hierop niet van invloed.
Herziening: een eerder genomen besluit wordt gewijzigd.
In een herzieningsbesluit staat in ieder geval vermeld vanaf wanneer of over welke periode de bijstand wordt herzien en dat er naar aanleiding van de herziening ten onrechte verstrekte bijstand is ontstaan.
Intrekking: een eerder genomen besluit wordt volledig ingetrokken.
In een intrekkingsbesluit staat welk besluit wordt ingetrokken en of er naar aanleiding daarvan ten onrechte verstrekte bijstand is ontstaan.
Nadat het herzienings- of intrekkingsbesluit is genomen wordt verschillend met de uitvoering van deze beslissing omgegaan.
Het herzienings- of intrekkingsbesluit wordt verzonden en bevat (indien van toepassing) tevens een terugvorderings- en invorderingsbesluit.
Soms wordt de beslissing van een herziening of het intrekkingsbesluit niet verzonden. Een voorbeeld is als belanghebbende is vetrokken naar een onbekende woon- of verblijfplaats, de beschikking wordt niet verzonden, maar opgeborgen in het persoonsdossier. In dit geval kan het college op voorhand afgezien van een teurgvorderingsbesluit, omdat dit niet zal aankomen bij de belanghebbende.
Uitgangspunt van de gemeente is dat er bij ten onrechte verstrekte bijstand of opgelegde maatregelen altijd een terugvorderingsbesluit wordt genomen. Dit uit het oogpunt van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Afzien van het nemen van een terugvorderingsbesluit zou ook een ongewenste stimulans kunnen zijn om te frauderen.
Een terugvordering moet ook nog worden ingevorderd. Of de gemeente overgaat tot invorderen is afhankelijk van de individuele omstandigheden en eventuele dringende redenen om af te zien van invordering.
Wanneer er tot invordering wordt overgegaan bestaan er verschillende mogelijkheden zoals verrekening, betaling, vereenvoudigd derdenbeslag of beslag op bezittingen of het uitwinnen van zekerheden. Als er effectiever ingevorderd wordt, zijn de baten het grootst en de uitvoeringskosten het kleinst. Zo kan het uitbesteden aan de gerechtsdeurwaarder van de incasso van vorderingen van wanbetalers een kosten besparing zijn op de uitvoeringskosten.
In veel gevallen zal het invorderingsbesluit gelijktijdig met het terugvorderingsbesluit kenbaar worden gemaakt. Dit betekent dat in een terugvorderingsbeschikking ook de wijze waarop de vordering moet worden voldaan, wordt opgenomen.
Voor zover de debiteur vermogen heeft kan hij dit aanwenden om de terugvorderingsschuld ineens te voldoen. Heeft hij dit niet of onvoldoende dan kan hij in termijnen betalen. Het college zal de termijnbedragen zo moeten vaststellen dat de debiteur ten minste over een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet blijft beschikken. Het is niet wenselijk om een debiteur langer dan drie jaar op een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet aangewezen te laten zijn. Dit is de maximale duur bij een schuldsaneringsregeling op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP).
Dit is overigens niet aan de orde, indien de terugvorderingsschuld het gevolg is van fraude. Een streng invorderingsbeleid bij misbruik draagt bij aan een effectieve fraudebestrijding.
2.4.1 buiten invordering stellen
Buiten invordering stellen houdt in dat er nog eenmaal het invorderingsbesluit aan de debiteur wordt verzonden waarin de hoogte van de vordering en de wijze van terugbetalen wordt vermeld. Hierna worden geen invorderingsmaatregelen meer genomen (geen periodiek onderzoek of pogingen tot invordering). De reden dat nog eenmalig een invorderingbesluit wordt verzonden is dat als de debiteur alsnog besluit zelf te betalen, of als debiteur binnen een periode van vijf jaar na dit laatste invorderingsbesluit bij de gemeente Dalfsen een aanvraag voor een uitkering levensonderhoud doet, de vordering alsnog kan worden geïnd. Vijf jaar na dit laatste invorderingsbesluit is de vordering op grond van het burgerlijk wetboek verjaard en kan hij niet langer worden ingevorderd, tenzij er opnieuw door middel van een aanmaning de verjaring wordt gestuit.
Bij reeds bestaande vorderingen kan de gemeente uit doelmatigheidsoverwegingen besluiten een vordering buiten invordering te stellen, bijvoorbeeld bij terugvorderingsbedragen die niet (langer) in relatie staan met de kosten van invordering (kruimelbedragen). Het buiten invordering stellen vraagt altijd om een individuele afweging, waarbij fraude mag niet lonen.
Zolang er sprake is van invorderingsmogelijkheden of verrekening wordt een vordering niet buiten invordering gesteld. Het kruimelbedrag is hier dus niet op van toepassing.
Paragraaf 2.5 Wettelijke rente en kosten
2.5.1.Invulling bevoegdheid tot invorderen van wettelijke rente bij vorderingen
Als iemand niet binnen de voorgeschreven termijn betaalt (artikel 4:97 Awb), zal de gemeente Dalfsen de schuldenaar geen wettelijke rente in rekening brengen.
2.5.2. Uitstel van betaling bij vorderingen
Als er uitstel van betaling is verleend (artikel 4:94 Awb), is de schuldenaar over de termijn van uitstel geen wettelijke rente verschuldigd.
Paragraaf 2.6 Vervallen bescherming van de beslagvrije voet
Als de schuldenaar op grond van de wet in het kader van invordering door middel van verrekening of dwangbevel de bescherming van de beslagvrije voet geniet, vervalt deze bescherming indien de schuldenaar zijn inlichtingenplicht niet of niet behoorlijk nakomt. Voorafgaand aan het vervallen van de bescherming van de beslagvrije voet wordt de schuldenaar van het voornemen hiertoe en de consequenties hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Daarnaast wordt de schuldenaar in de gelegenheid gesteld de verzochte informatie alsnog te verstrekken. Als de informatie niet wordt verstrekt, wordt de beslagvrije voet gehalveerd. Indien na het verstrijken van de hersteltermijn de gevraagde informatie alsnog wordt verstrekt, wordt vanaf die datum, bekeken of de bescherming van de beslagvrije voet kan worden hersteld.
Paragraaf 3.1 Verhaal van bijstand
Uitgangspunt van het college is dat er altijd wordt getracht verleende bijstand te verhalen op onderhoudsplichtigen. Of verleende bijstand of een inkomensvoorziening (Artikel 57 WIJ op verhaal van kosten van de inkomstenvoorziening is paragraaf 6.5 van de Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing) wordt verhaald op nalatenschappen is afhankelijk van de hoogte van het verhaal, de aard van de vordering en de omstandigheden van het overlijden.
De kosten van bijstand/inkomensvoorziening kunnen op grond van de wetten worden verhaald op:
Een besluit tot verhaal wordt door het college aan degene op wie verhaal wordt gezocht medegedeeld. In het besluit staat vermeld:
Paragraaf 3.2 Verhaal op onderhoudsplichtige
Als er bij verhaal van verleende bijstand een uitvoerbare rechterlijke uitspraak bestaat, kan er direct een verhaalsbesluit met executoriale titel worden genomen. Is er geen uitvoerbare rechterlijke uitspraak, dan heeft het verhaalsbesluit geen executoriale titel. Indien de belanghebbende niet of niet tijdig uit zichzelf de bepalingen van het verhaalsbesluit nakomt, zal het college overgaan tot verhaal in rechte, ofwel een verzoek indienen bij de rechtbank.
De verhaalsbijdrage wordt bij aanvang vastgesteld en jaarlijks geïndexeerd. Als de alimentatie wordt vastgesteld dan wordt de OHP beëindigd. Verhaalsbijdragen worden geïndexeerd volgens het door het ministerie van Justitie vastgestelde indexeringspercentage alimentatie.
HOOFDSTUK 4 TERUGVORDERING, AFLOSSING EN INVORDERING VAN OVERIGE REGELINGEN
De gemeente is verantwoordelijk voor vele sociale voorzieningen. In de onderstaande paragraaf zullen we kort het debiteurenbeleid aangeven bij andere wet- en regelgeving. Het betreft de onderwerpen terugvordering, aflossing en invordering.
De overige regelingen kennen, in tegenstelling tot de WWB/WIJ, geen verhaal op grond van de onderhoudsplicht, schenking en nalatenschap.
Paragraaf 4.2 Terugvordering, aflossing en invordering
De gemeente kan het te veel betaalde of voorgeschoten bedrag terugvorderen op de gronden zoals aangegeven in de specifieke regelingen (BBZ). De overige principes rondom de terugvordering benoemd in de voorliggende hoofdstukken van dit plan worden op gelijke wijze toegepast voor onderstaande regelingen.
De Wet inburgering gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige. Dit houdt in dat de inburgeringsplichtige zoveel mogelijk zelfstandig probeert het inburgeringsexamen te halen.
Gemeenten moeten de inburgeringsplicht handhaven onder andere door bestuurlijke boetes die zijn vastgelegd in de Verordening Wet inburgering. Bij het niet betalen van de boete kan worden ingevorderd. De gemeente is eveneens verplicht om een eigen bijdrage te innen van een inburgeringsplichtige voor het gebruik van een inburgeringsvoorziening. Bij het niet betalen van de eigen bijdrage kan worden ingevorderd.
Als de gemeente aanvrager een hoger bedrag heeft uitgekeerd dan waarop deze recht heeft, kan de gemeente het te veel betaalde bedrag terugvorderen. Terugvordering is geregeld in artikel 38 Wet kinderopvang. In de Wet Kinderopvang staat: een bedrag is invorderbaar vanaf een maand na de dag van dagtekening van de beschikking waarbij de vordering is ontstaan.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen in haar vergadering van 18 januari 2011.
Het college voornoemd,
de burgemeester, de secretaris-directeur,
mr. W.P.M. Urlings drs. H. Zwart
Paragraaf 1.1 Vorm van de bijstand
Paragraaf 1.2 Aflossing van de lening
Paragraaf 1.3 Krediethypotheek
Paragraaf 1.4 Wettelijke rente en kosten
Paragraaf 2.1 Het ontstaan van een vordering
Paragraaf 2.2 Herziening- intrekking recht op bijstand
Paragraaf 2.5 Wettelijke rente en kosten
Paragraaf 2.6 Vervallen bescherming van de beslagvrije voet
Paragraaf 2.7 Kosten bij niet tijdige betaling
Paragraaf 3.1 Verhaal van bijstand
Paragraaf 3.2 Verhaal op onderhoudsplichtige
Paragraaf 3.3 Verhaal bij schenking
HOOFDSTUK 4 TERUGVORDERING, AFLOSSING EN INVORDERING VAN OVERIGE REGELINGEN