Organisatie | Woensdrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | 2013-004 |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2013 | 01-01-2015 | Vernieuwde verordening | 07-02-2013 | Z12.02966 | |
01-01-2007 | Nieuwe verordening | 14-12-2006 Woensdrechtse Bode, 20-12-2006 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
Een persoon met een aantoonbare beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn (1) deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een melding of een aanvraag doet of laat doen.
(1) Overal waar in deze tekst de mannelijke vorm staat, kan ook de vrouwelijke vorm worden gelezen.
Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie
Artikel 2 De te bereiken resultaten
De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:
Het voeren van een huishouden:
a. wonen in een schoon en leefbaar huis;
b. wonen in een geschikt huis;
c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
e. zich verplaatsen in en om de woning;
f. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.
g. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Hoofdstuk 4 Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 7 Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan
worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Mogelijkheden in het kader van gebruikelijke zorg en alle voorliggende voorzieningen zoals algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen, collectieve voorzieningen en wettelijk voorliggende voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn,
worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.
Paragraaf 2 De te bereiken resultaten
Artikel 9 Wonen in een geschikt huis
Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt en waar belanghebbende volgens de basisadministratie van de gemeente staat ingeschreven. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.
Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. De beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning een bedrag wat het college in het Gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht vastlegt, te boven gaat.
Artikel 10 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.
Artikel 12 Zich verplaatsen in en om de woning
Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Hoofdstuk 5 Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming
Hoofdstuk 6 Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 17 Eigen bijdrage en eigen aandeel
Bij het verstrekken van een individuele voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:
a. een schoon en leefbaar huis;
b. wonen in een geschikt huis;
c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoelvoorziening betreft;
g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Hoofdstuk 7 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal 8 weken voor:
a. Een voorziening voor het wonen in een schoon en leefbaar huis;
b. Een voorziening voor het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
c. Een voorziening voor het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
d. Een voorziening voor het zich verplaatsen in en om de woning;
e. Een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
f. Een voorziening voor het ontmoeten van medemensen het op basis daarvan sociale verbanden aangaan;
g. Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis:
als het gaat om een voorziening waarvoor geen bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden;
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal 13 weken voor:
h. Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis:
als het gaat om voorzieningen waar bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden.
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal 27 weken voor:
i. Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis:
als het gaat om complexe voorzieningen waar bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden.
Artikel 19 Aanspraak op compensatie middels een individuele voorziening
Ter compensatie van een belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren wordt een individuele voorziening toegekend voor zover:
a. De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat.
b. De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is.
Ter compensatie van een belemmering op het gebied van maatschappelijke participatie en/of het zelfstandig functioneren wordt geen individuele voorziening toegekend:
a. Indien (wettelijk) voorliggende voorzieningen en/of gebruikelijke zorg voldoende compensatie bieden en leiden tot het beoogde resultaat;
b. Indien het hoofdverblijf van de belanghebbende niet in de gemeente Woensdrecht is;
c. Voor zover de melding of aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van melden of aanvragen of voorgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt.
d. Indien een voorziening als die waarop de melding of aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening, of krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de belanghebbende zijn toe te rekenen;
e. Indien het college niet in staat wordt gesteld om op basis van onderzoek de compensatienoodzaak vast te stellen.
Artikel 20 Onderzoek en advisering
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de vaststelling van de compensatienoodzaak en de beoordeling van de melding of aanvraag, degene door wie een melding of aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:
1. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.
2. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen (medische) deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college is bevoegd om op eigen initiatief een heronderzoek in te (laten) stellen in geval er eerder een toekenning van een voorziening is gedaan.
Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.
b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
Ingeval het recht op een voorziening is ingetrokken of gewijzigd kan het college een op basis daarvan reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget terugvorderen tot het tijdstip vanaf wanneer de voorziening is toegekend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
Ingeval uit de verantwoording van het persoonsgebonden budget blijkt dat het budget niet of niet volledig is besteed aan de voorziening waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt, of in het geval dat niet of niet tijdig een verantwoording is ingediend, kan het college het reeds uitbetaalde persoonsgebonden budget terugvorderen tot het tijdstip vanaf wanneer de voorzieningen is toegekend.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht geldende bedragen indexeren.
Het door de gemeente gevoerde beleid kan (jaarlijks) worden geëvalueerd. Indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft wordt de verordening aangepast.