Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2009 |
Citeertitel | Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 96.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-06-2012 | 27-03-2014 | Wijziging artikel 5 en 10 en bijlage | 24-05-2012 Stadsblad, 08-06-2012 | RV 12.0043 | |
05-05-2012 | 09-06-2012 | Bijlage 1: de naam Monumentencommissie is verwijderd uit de opsomming | 26-01-2012 Stadsblad, 04-05-2012 | RV 11.0138 | |
25-06-2009 | 01-01-2010 | 05-05-2012 | Bijlage 1 | 27-05-2010 Stadsblad, 24-06-2010 | RV 10.0045 |
11-04-2009 | 01-09-2008 | 26-06-2010 | nieuwe regeling | 10-04-2008 Stadsblad, 10-04-2009 | RV 09.0009 |
Aan een lid van de raad van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onder f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag vermeld in tabel III van het rechtspositiebesluit.
Een raadslid dat zich op grond van de Wet tijdelijke vervanging volksvertegenwoordigers voor een periode van 16 weken laat vervangen door een tijdelijk benoemd raadslid, ontvangt gedurende die periode een vergoeding gelijk aan het bedrag vermeld in tabel I van het rechtspositiebesluit. Het raadslid ontvangt 50% van de onkostenvergoeding genoemd in tabel II van het rechtspositiebesluit.
Het raadslid dat tijdelijk voor een periode van 16 weken is benoemd en een raadslid vervangt wegens zwangerschap en bevalling of ziekte ontvangt gedurende die periode een vergoeding voor zijn werkzaamheden en een tegemoetkoming in zijn kosten gelijk aan de bedragen vermeld in tabel I en II van het rechtspositiebesluit.
De leden van door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissies, die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies een vergoeding gelijk aan het maximum bedrag zoals vermeld in tabel IV behorende bij het Koninklijk besluit van 22 maart 1994, Stb. 244, tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet, verminderd met 38,06%.
Burgemeester en wethouders kunnen een lid van een commissie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, op zijn verzoek een vergoeding voor de ten behoeve van het bijwonen van een vergadering van de commissie gemaakte reiskosten toekennen. Deze reiskostenvergoeding kan slechts worden toegekend aan die leden die buiten een straal van 10 km van Leiden woonachtig zijn.
De in artikel 3 bedoelde vergoeding wordt genoten:
a. door de leden van commissies als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet welke zijn vervat op de bij deze verordening behorende lijst;
b. door de leden van nieuw in te stellen commissies als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84, van de Gemeentewet, voor zover bij het instellingsbesluit van de commissie deze verordening van toepassing is verklaard.
Indien op dezelfde dag meer dan één vergadering van dezelfde commissie of van dezelfde afdeling van de commissie voor de beroepschriften wordt bijgewoond, wordt de vergoeding slechts eenmaal genoten, met dien verstande, dat indien meer dan 6 uur op één dag wordt vergaderd, de vergoeding wordt verdubbeld.
De voorzitter en de waarnemend voorzitters van de commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften en de voorzitter en leden van de Referendumkamer ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie een vergoeding, gelijk aan het presentiegeld voor niet-raadsleden, die deel uitmaken van een commissie, vermeerderd met 100% van dit bedrag.
De leden van de gemeenteraad en de leden, niet zijnde raadslid, van een commissieals bedoeld in artikel 3, eerste lid, ontvangen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur, welke wordt vastgesteld overeenkomstig de regels voor de vergoeding, welke een rijksambtenaar ingevolge de Reisregelingen, toepasselijk voor rijksambtenaren, en de daarop gebaseerde beschikkingen, bij de desbetreffende beschikking ingedeeld in de hoogste categorie, voor dienstreizen ontvangt.
De vergoeding genoemd in artikel 3, wordt na afloop van elk kwartaal aan de rechthebbende uitbetaald. Commissieleden, zijnde duoraadsleden, ontvangen hun vergoeding per kwartaal op basis van ingevulde presentielijsten. De leden van de Referendumkamer ontvangen hun vergoeding halfjaarlijks op basis van ingevulde presentielijsten.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar afkondiging ten aanzien van bezwaarschriften betreffende personele aangelegenheden die bij burgemeester en wethouders zijn ingekomen op of na 1 mei 2012. Ten aanzien van voor die tijd ingekomen bezwaarschriften blijft de Commissie bezwaarschriften van de gemeente Leiden bevoegd totdat met betrekking tot die bezwaarschriften advies zal zijn uitgebracht.
Bijlage 1 van de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden
LIJST, VERVAT IN ARTIKEL 3, LID 1, VAN DE VERORDENING GELDELIJKE VOORZIENINGEN RAADS- EN COMMISSIELEDEN
De bepaling is van toepassing op de navolgende commissies/personen:
- Duoraadsleden die zijn benoemd in een raadscommissie
- Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften en haar afdelingen;