Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Verordening Langdurigheidstoeslag 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Langdurigheidstoeslag 2009
CiteertitelVerordening Langdurigheidstoeslag 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, artikel 36.
  2. Wet werk en bijstand, art. 8.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2015Toevoeging hoofdstuk 3

22-12-2011

Stadsblad, 30-12-2011

RV 11.0124
14-03-200901-01-200901-01-2012nieuwe regeling

13-05-2009

Stadsblad, 13-03-2009

RV 09.0012

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Langdurigheidstoeslag 2009

Verordening Landurigheidstoeslag 2009

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeesters en wethouders;

  • b.

    wet: de Wet werk en bijstand;

  • c.

    peildatum: de datum waartegen langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd;

  • d.

    referteperiode: een periode van 60 maanden voorafgaand aan de peildatum, ingaande op de 18de verjaardag van aanvrager;

  • e.

    inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien. Een uitstroom premie wordt niet gezien als inkomen.

Artikel 2 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Hoofdstuk 2. Recht op langdurigheidstoeslag

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 100 procent van de bijstandsnorm.

  • 2.

    Wanneer aanvrager in de referteperiode in detentie heeft gezeten, wordt de detentieperiode niet meegeteld als referteperiode;

  • 3.

    Geen recht op langdurigheidstoeslag hebben de personen die:

    • a.

      op de peildatum of in de referteperiode een inkomen op grond van de Wet op de Studiefinanciering of de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten hebben genoten;

    • b.

      in de 12 maanden voorafgaande aan de peildatum langer dan drie maanden in het buitenland hebben verbleven.

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

  • 1.

    De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

      • a.

        voor gehuwden: € 485,00;

      • b.

        voor een alleenstaande ouder: € 435,00;

      • c.

        voor een alleenstaande: € 340,00.

    (De genoemde bedragen gelden per 1 januari 2008 en indexering vindt plaats per 1 januari 2009.)

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3.

    Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als             alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwden- norm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daaraan voorafgaande jaar. De in het eerste lid genoemde bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s, deelbaar door vijf.

Hoofdstuk 3 Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1             januari 2012

Artikel 4a Wijziging betekenis begrippen

  • 1.

    Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

     

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 6 Overgangsrecht

Voor de aanvragen van dit jaar en de volgende is dit recht van toepassing. Als over een achterliggende periode een aanvraag wordt gedaan, worden die bepalingen die op dat moment bestonden in aanmerking genomen.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 gemeente Leiden.

 

 

 

TOELICHTING

 

‘Regelingen in verband met wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012’

Op 1 januari 2012 trad de ‘Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden’ (kortweg: Wet Aanscherping WWB) in werking. Dit maakte het noodzakelijk om de verordeningen die hun grondslag vinden in laatstgenoemde WWB aan te passen. Hierbij is gekozen voor een tijdelijke aanpassing (in afwachting van toekomstige wetgeving), waarbij het bestaande gemeentelijk beleid als vastgelegd in deze verordeningen zoveel mogelijk in stand is gelaten.

 

De aanpassingen volgen uit:

  • 1.

    herdefiniëring in de WWB  van de leefvormen die als afzonderlijk bijstandssubject voor bijstand in aanmerking komen alsmede de totstandkoming van de huishoudtoets.

  • 2.

    een aantal nieuwe wettelijke verplichtingen voor bijstandsgerechtigden;

  • 3.

    het intrekken van de WIJ. Hierdoor vervallen de daarop gebaseerde verordeningen eveneens per 1 januari 2012[1]. Jongeren vallen door de wetswijziging voortaan onder het WWB-regime (overgangssituaties daargelaten);

 

 

 

 

 

 

 

[1] Intrekking van een regeling brengt mee dat de op die regeling gebaseerde uitvoeringsregelingen van

rechtswege vervallen, tenzij voor die regelingen een nieuwe wettelijke grondslag in het leven wordt geroepen (zie Aanwijzingen voor de Regelgeving, A. 243). Uitvoeringsregelingen van een ingetrokken wet behoeven dus niet uitdrukkelijk te worden ingetrokken (zie ook A. 227).