Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lopik

Verordening vertrouwenscommissie 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLopik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening vertrouwenscommissie 2008
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpverordening vertrouwenscommissie, vertrouwenscommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Handreiking Benoemingsprocedure Burgemeester van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 oktober 2007

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-10-200801-01-2009Nieuwe regeling

23-09-2008

Zenderstreeknieuws

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie 2008

De raad van de gemeente Lopik;

gelezen het voorstel van de griffier d.d. 26 augustus 2008;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Handreiking Benoemingsprocedure Burgemeester van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 oktober 2007;

b e s l u i t :- - - - - - - -

de “Verordening vertrouwenscommissie 2008” vast te stellen;

 

Artikel 1

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • 2.

    de commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht;

  • 3.

    de commissie: de vertrouwenscommissie als bedoeld in artikel 61, derde lid van de Gemeentewet

Taak commissie

Artikel 2

  • 1.

    De commissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen.

  • 2.

    De commissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten.

  • 3.

    Indien de commissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich uit eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris.

  • 4.

    Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen, van de beslissing op de hoogte gesteld.

  • 5.

    De gesprekken met en de oordeelsvorming over de sollicitanten vinden plaats in aanwezigheid van en door die raadsleden die lid zijn van de commissie.

Artikel 3

  • 1.

    Nadat de commissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en aan de commissaris.

  • 2.

    De commissie brengt haar in artikel 3 lid 1 bedoeld verslag uit op basis van de door de commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na weging van een en ander.

  • 3.

    De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

Artikel 4

  • 1.

    Het verslag aan de raad en de commissaris en de conceptaanbeveling aan de raad worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 2.

    In het verslag aan de raad en de commissaris kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de commissaris wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 4.

    Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de raad en de commissaris gebracht.

  • 5.

    De commissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Geheimhoudingsplicht

Artikel 5

  • 1.

    De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2.

    De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen lid van de commissie zijn of zijn geweest.

  • 3.

    Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 4.

    De leden 1 t/m 3 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op degene die op grond van artikel 7 de commissie ambtelijke bijstand verleent en op de adviseur(s) van de commissie.

  • 5.

    De geheimhouding brengt onder meer met zich mee dat, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen - schriftelijk of mondeling - kunnen worden ingewonnen over de sollicitanten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 6.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de sollicitant verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie.

Samenstelling commissie

Artikel 6

  • 1.

    De commissie bestaat uit één raadslid per fractie, te benoemen door de gemeenteraad.

  • 2.

    Er worden geen plaatsvervangende leden benoemd.

  • 3.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 7

  • 1.

    De griffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De secretaris verleent ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 3.

    De secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 8

  • 1.

    Een wethouder en de gemeentesecretaris kunnen als adviseur aan de commissie worden toegevoegd.

  • 2.

    De adviseur kan advies uitbrengen tot het moment waarop de commissie haar verslag van bevindingen aanbiedt aan de raad.

  • 3.

    De adviseur is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Werkwijze commissie

Artikel 9

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste 24 uur van te voren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

Artikel 10

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken voor de commissie worden aan het adres van de secretaris gericht en op zijn adres bewaard.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de secretaris vanaf zijn adres verzonden.

Artikel 11

  • 1.

    De secretaris nodigt, in overleg met de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2.

    De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Overige bepalingen

Artikel 12

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag na de raadsvergadering waarin de burgemeester het ambt aanvaardt.

Artikel 13

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het in artikel 12 genoemde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 2.

    Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15 lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    Originele bescheiden die de commissie van derden heeft ontvangen worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 4.

    Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 14

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de Handreiking Benoemingsproces Burgemeester van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 oktober 2007 niet voorzien, beslist de commissie.

Artikel 15

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening vertrouwenscommissie 2008”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 23 september 2008

de griffier, de voorzitter,

MW. MR. G.M.G. DOLDERS MW. MR. R.G. WESTERLAKEN-LOOS