Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Winterswijk

Besluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWinterswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen 2009
CiteertitelBesluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen 2009
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 231, lid 2 onderdeel b, c, d en art. 246a
  2. Wet waardering onroerende zaken, art. 1 lid 2, art. 30 en art. 31
  3. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 56
  4. Invorderingswet, art. 63a
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-09-200901-02-200901-01-2011Nieuwe regeling

28-07-2009

Winterswijkse Weekkrant 8-9-2009

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen 2009

burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

 

overwegende, dat het Besluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen van 12 juni 2007 dient te worden geactualiseerd, aangezien als gevolg van een doorgevoerde wijziging in de ambtelijke organisatie de ambtenaar die is aangewezen als heffings- en invorderingsambtenaar per 1 februari 2009 met een andere functiebenaming moet worden aangeduid;

dat de tenaamstelling ‘Teamcoördinator Financieel Beheer’ dient te worden gewijzigd in ‘financieel beleidsmedewerker van het Team Financieel Beheer van de afdeling Personeel Informatisering Financiën en Automatisering’;

dat genoemd besluit integraal wordt ingetrokken en vervangen door dit besluit;

 

gelet op de artikelen 231, tweede lid onderdeel b, c, d en 246a van de Gemeentewet, de artikelen 1 tweede lid, 30 en 31 van de Wet waardering onroerende zaken, artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 63a van de Invorderingswet;

 

b e s l u i t e n :

 

Vast te stellen het

 

Besluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen 2009

Artikel 1 Heffingsambtenaar

Het college wijst aan als de gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdeel b van de Gemeentewet:

 

de financieel beleidsmedewerker van het Team Financieel Beheer van de afdeling Personeel Informatisering Financiën en Automatisering.

 

De bevoegdheden als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet WOZ zijn hierin besloten.

Artikel 2 Invorderingsambtenaar

Het college wijst aan als de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdeel c van de Gemeentewet:

 

de financieel beleidsmedewerker van het Team Financieel Beheer van de afdeling Personeel Informatisering Financiën en Automatisering.

Artikel 3 Medewerkers belastingen en medewerkers WOZ

  • 1.

    Het college wijst aan als gemeenteambtenaren belast met de heffing of invordering van gemeentelijke belastingen, bedoel in artikel 231, tweede lid, onderdeel d van de Gemeentewet, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet:

     

    de medewerkers belastingen van van het Team Financieel Beheer van de afdeling Personeel Informatisering Financiën en Automatisering.

  • 2.

    Het college wijst aan als gemeenteambtenaren jegens wie mede gelden de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken:

     

    de medewerkers WOZ van de afdeling Interne Dienstverlening Accommodaties en Gebouwen.

Artikel 4 Belastingdeurwaarder

Het college wijst aan als de belastingdeurwaarder, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel e, van de Gemeentewet:

 

de heer R.S.G.J. van Ooijen, medewerker van de afdeling Personeel Informatisering Financiën en Automatisering.

Artikel 5 Mandaatverlening aan ambtenaren

Het college mandateert de financieel beleidsmedewerker van het Team Financieel Beheer van de afdeling Personeel Informatisering Financiën en Automatisering om namens hem toe te passen de bevoegdheid:

  • a.

    als bedoeld in artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • b.

    als bedoeld in artikel 66 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • c.

    tot het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting als bedoeld in artikel 255, vijfde lid van de Gemeentewet.

Artikel 6 Machtiging aan ambtenaren

Het college machtigt de financieel beleidsmedewerker van het Team Financieel Beheer van de afdeling Personeel Informatisering Financiën en Automatisering om namens hem beroep in cassatie in te stellen in belastingprocedures betreffende de gemeentelijke belastingen van de gemeente, de in deze procedures nodige stukken te doen opmaken en te tekenen en verder al datgene te verrichten wat hij raadzaam zal oordelen.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 februari 2009.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen 2009.

  • 3.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt het Besluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen van 12 juni 2007, met dien verstande dat het van toepassing blijft op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan voor die datum.

 

Winterswijk, 28 juli 2009

 

burgemeester en wethouders

 

J.P.M. Scheinck drs. M.J. van Beem

gemeentesecretaris burgemeester

Toelichting

Algemeen

Op grond van artikel 231, tweede lid van de Gemeentewet is de uitvoering van gemeentelijke belastingen rechtstreeks opgedragen (geattribueerd) aan een aantal gemeentelijke functionarissen, te weten de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de medewerkers belastingen en de belastingdeurwaarder.

Het college heeft de bevoegdheid de betreffende gemeenteambtenaren aan te wijzen. Daarnaast zijn er nog een aantal bevoegdheden door de wet aan het college toegekend, zoals het toekennen van de hardheidsclausule en het beslissen op kwijtschelding. Deze bevoegdheden mogen door het college worden gemandateerd aan gemeenteambtenaren.

Het onderhavige besluit bevat al deze aanwijzingen en mandaten van gemeenteambtenaren met betrekking tot de gemeentelijke belastingen door het college. Als heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar wordt de financieel beleidsmedewerker van het Team Financieel Beheer van de afdeling Personeel Informatisering Financiën en Automatisering aangewezen. Deze wordt tevens gemachtigd om beroep in cassatie in belastingprocedures in te stellen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Heffingsambtenaar

Dit artikel wijst de heffingsambtenaar aan; dit is de ambtenaar die wettelijk belast is met de heffing van gemeentelijke belastingen. Op grond van artikel 1 lid 2 van de Wet WOZ kan deze ambtenaar ook worden aangewezen om de Wet WOZ uit te voeren.

In de ambtelijke organisatie wordt de Wet WOZ echter uitgevoerd door de afdeling Interne Dienstverlening Accommodaties en Gebouwen (IDAG). Omdat de aanslagen van verschillende heffingen op hetzelfde biljet staan vermeld als de woz-beschikking wordt hiertoe door de heffingsambtenaar een mandaatbesluit genomen zodat de afdeling IDAG namens de heffingsambtenaar de werkzaamheden voor de Wet WOZ kan verrichten.

 

Artikel 2 Invorderingsambtenaar

De op grond van artikel 1 aangewezen heffingsambtenaar wordt tevens aangewezen als ambtenaar belast met de invordering van de gemeentelijke belastingen.

 

Artikel 3 Medewerkers belastingen en medewerkers WOZ

Voor de uitvoering van de heffing en invordering van belastingen en de Wet WOZ is het van belang dat niet alleen jegens de heffingsambtenaar, de WOZ-ambtenaar en de invorderingsambtenaar specifieke inlichtingenverplichtingen nagekomen moeten worden. Artikel 231, tweede lid onderdeel d biedt daarom de mogelijkheid medewerkers aan te wijzen jegens wie deze inlichtingenverplichtingen gaan gelden. Vervolgens dient deze inlichtingenverplichting nader omschreven te worden. Beide besluiten zijn samengevoegd in dit artikel. Vervolgens is onderscheid gemaakt tussen de inlichtingenverplichtingen ten behoeve van de heffing en invordering van belastingen in het eerste lid en de inlichtingenverplichtingen ten behoeven van de uitvoering van de Wet WOZ in het tweede lid.

 

Artikel 4 Belastingdeurwaarder

De belastingdeurwaarder wordt in dit algemene besluit opnieuw aangewezen.

 

Artikel 5 Mandaatverlening aan ambtenaren

Enkele bevoegdheden ten aanzien van gemeentelijke belastingen zijn in de wet toegekend aan het college van burgemeester en wethouders. Deze bevoegdheden zijn vatbaar voor mandaat aan ambtenaren. Het gaat hier om de toepassing van de hardheidsclausule, kwijtschelding boete en het oninbaar verklaren van belasting.

 

Artikel 6 Machtiging aan ambtenaren

De bevoegdheid om beroep in cassatie in te stellen is toegekend aan het college van burgemeester en wethouders. Een ambtenaar kan worden gemachtigd deze bevoegdheid uit te oefenen.