Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Verordening op het burgerinitiatief

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het burgerinitiatief
CiteertitelVerordening op het burgerinitiatief
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuursorganen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-01-2004Nieuwe regeling

08-12-2003

Weekblad Parkstad, 17-12-2003

 2003 / 12 / 9

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief

De raad van de gemeente Voerendaal,

 

gezien het voorstel van de commissie ABA,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de navolgende

 

VERORDENING op het burgerinitiatief

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2
  • 1.

    De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      niet door ten minste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3
  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • e.

    een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.

Artikel 5  

  • 1.

    Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de griffier.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6
  • 1.

    De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het verzoek voldoet aan de geldigheidsvereisten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

  • 2.

    Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

  • 4.

    De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit op gebruikelijke wijze openbaar bekend gemaakt.

  • 6.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aanverzoeker.

Artikel 7  

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8  

Deze verordening wordt een jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Artikel 9
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op het burgerinitiatief”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking na zes weken gerekend vanaf de dag waarop deze is vastgesteld.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Voerendaal d.d. 8 december 2003.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOERENDAAL,

de griffier, de voorzitter,