Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde van de Raad |
Citeertitel | Reglement van Orde van de Raadnbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-02-2014 | 05-09-2014 | wijziging | 18-02-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 17 | onbekend | |
16-03-2010 | 05-09-2014 | Onbekend | 04-03-2010 Gemeenteblad 2010, nr. 27 | HA10012598.def |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
De voorzitter neemt de griffier na zijn benoeming, in de eerste vergadering waarin hij aanwezig is, de volgende eed of belofte af: "Ik zweer (beloof), dat ik alle plichten, die de Wet, regelende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid van de gemeentebesturen en de door de raad van Eindhoven vastgestelde of vast te stellen instructie aan het ambt van griffier hebben verbonden, eerlijk en vlijtig zal vervullen. Zoo waarlijk helpe mij God almachtig!" ("Dat beloof ik').
Artikel 4. De gemeentesecretaris.
De raad kan het college verzoeken de gemeentesecretaris aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen bedoeld in dit reglement.
Hoofdstuk 2. Toelating van nieuwe leden; fracties.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie binnen de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1. Tijd van vergaderen; voorbereidingen.
Het presidium draagt er zorg voor dat voor de raadsvergaderingen alle wethouders worden uitgenodigd om aanwezig te zijn en deel te nemen aan de beraadslagingen.
Artikel 13. Ter inzage leggen van stukken.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproepingsbrief voor de leden ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de oproepingsbrief stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.
Paragraaf 2. Orde van de vergadering.
Ieder ter vergadering komend lid tekent onmiddellijk na aankomst in de vergaderzaal de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
De leden en de wethouders spreken bij voorkeur vanaf het daartoe bestemde spreekgestoelte en richten zich tot de voorzitter.
Op voordracht van het presidium stelt de raad bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een spreektijdregeling voor de fracties en het college vast en kan deze zo nodig tussentijds wijzigen.
Artikel 26. Handhaving orde; schorsing.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen.
Artikel 32. Primus bij hoofdelijke stemming.
Indien de voorzitter of een van de leden een hoofdelijke stemming verlangt, deelt de voorzitter mee, bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 33. Algemene bepalingen over stemming.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
De hoofdelijke stemming kan door gebruikmaking van een elektronisch stemsysteem worden gehouden. In dat geval blijven lid 5 en lid 7 buiten werking en brengen de leden hun stem uit door “voor” of “tegen” te stemmen middels een stemkastje. De uitslag van de stemming wordt openbaar gemaakt waarbij is vermeld welke leden “voor” en welke leden “tegen” hebben gestemd.
Bij gebruik van het elektronisch stemsysteem is het in afwijking van lid 8 niet mogelijk de vergissing nog te herstellen. Wel kan het lid, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 35. Stemming over personen.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 36. Herstemming over personen.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 4. Rechten van leden.
Ieder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Ook kan hij voorstellen, een geagendeerde voorgestelde beslissing in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 42. Schriftelijke vragen.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen vier weken, nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het college de vragensteller hiervan in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording plaats zal vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Per vraag van een raadslid wordt een tijdsduur uitgetrokken voor de vraag en het antwoord van 5 minuten. De maximaal beschikbare tijdsduur voor mondelinge vragen en de antwoorden daarop in het kader van dit artikel bedraagt 30 minuten. De voorzitter kan in overleg met de raad aan het begin van de vergadering een andere tijdsduur voor het vragenhalfuur vaststellen. Vragen die niet binnen de vastgestelde tijdsduur behandeld kunnen worden, zullen door de verantwoordelijke wethouder worden beantwoord in de eerstvolgende vergadering van de commissie waar het onderwerp van de vraag in thuis hoort.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 3 x 24 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
Bij de aanvang van de eerstvolgende raadsvergadering stelt de voorzitter het verzoek tot het houden van een interpellatie aan de orde. Hij geeft de eerste ondertekenaar van het verzoek de gelegenheid om een procedurele toelichting te geven. Vervolgens worden de fracties in één termijn in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over de behandeling van het verzoek mede te delen.
Hoofdstuk 5. Begroting en rekening.
Artikel 46. Procedure begroting.
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek en de behandeling van de begroting volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
Artikel 47. Procedure jaarrekening.
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
Hoofdstuk 6. Lidmaatschap van andere organisaties.
Artikel 48. Verslag en verantwoording.
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering, verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Hoofdstuk 7. Besloten vergadering.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 52. Opheffing geheimhouding.
Indien de raad op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, of artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.
Hoofdstuk 8. Toehoorders en pers.
Artikel 55. Gebruik mobiele telefoons.
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.