Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leudal

Protocol ter voorkoming en bestrijding van agressie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leudal
Officiële naam regelingProtocol ter voorkoming en bestrijding van agressie
CiteertitelAgressieprotocol Leudal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

CAR-UWO

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-09-200802-07-2009Bekendmaking

08-07-2008

Streekbode 10 september 2008

Onbekend
09-07-200802-07-2009Nieuwe regeling

08-07-2008

Besluitenlijst college 8 juli 2008

Onbekend

Tekst van de regeling

1. Waarom een agressieprotocol

De huidige samenleving ziet zich in toenemende mate geconfronteerd met een aantal maatschappelijke problemen, waarvan agressief gedrag tegenwoordig zeer manifest aanwezig is. Ook allerlei instanties, van overheidsorganisaties tot private dienstverlenende instanties, hebben regelmatig te maken met agressief gedrag en handelen van bezoekers en burgers. Agressie, variërend van verbaal geweld, intimidatie en bedreiging tot fysiek geweld, vormt in vele gevallen en structureel probleem.

In dat verband is het van belang, dat voor de medewerkers van de gemeente Leudal sprake is van een werkomgeving die voldoende waarborgen tot veiligheid biedt, terwijl daarnaast het uitgangspunt is, dat medewerkers die het contact met klant/burgers onderhouden beschikken over de vaardigheden om bij (dreigende) agressie te “handelen”.

Het treffen van beschermende maatregelen en voorwaarden zullen agressief gedrag naar verwachting reduceren, maar niet uitbannen. Daarom is het van belang dat er een agressieprotocol aanwezig is. Daarin staat beschreven wat er dient te gebeuren bij agressief gedrag van klanten/burgers en wiens hulp vóór en/of achteraf kan worden ingeroepen.

De afspraken in het agressieprotocol zijn, noch voor het management, noch voor de medewerkers vrijblijvend, zodat veiligheid en opvang de aandacht krijgen die noodzakelijk is.

Wat is agressief gedrag?

Onder agressief gedrag wordt verstaan:

Alle daden van vijandigheid, zowel in fysieke als in verbale zin, gericht op een ander persoon met de bedoeling deze te bedreigen, te intimideren, te beledigen, te discrimineren of lichamelijk letstel toe te brengen of gericht op het opzettelijk vernielen van andermans goederen of bezittingen.

Ter verduidelijking van vorenstaande omschrijving enkele voorbeelden van gedragingen of handelingen, die zonder twijfel als “agressief” bestempeld dienen te worden en vormen van gedrag of handelen, die vervolgens kunnen leiden tot agressief gedrag.

Onderstaande voorbeelden zijn ook van toepassing indien het een huisbezoek betreft.

  • -

    De klant/bezoeker is niet aanspreekbaar door alcohol- en/of drugsgebruik.

  • -

    De klant/bezoeker is in het bezit van wapens, messen en/of andere voorwerpen die een gevaar kunnen opleveren voor de medewerkers of overige bezoekers.

  • -

    De klant verschijnt regelmatig zonder afspraak en wil perse dat hem onmiddellijk hulp wordt geboden.

  • -

    De klant/bezoeker maakt denigrerende opmerkingen over andere groepen in de samenleving en discrimineert daarmee op basis van huidskleur, seksuele geaardheid, geloofsovertuiging of sekse.

  • -

    De klant/bezoeker bedreigt medewerkers hen iets te doen of volgt medewerkers en eventuele huisgenoten in de privésituatie.

  • -

    De klant/bezoeker bedreigt medewerkers en mogelijke andere bezoekers door met voorwerpen te gooien of daartoe aanstalten te maken.

  • -

    De klant/bezoeker vernielt moedwillig zaken die in of buiten de kantoorgebouwen aanwezig zijn.

  • -

    De klant/bezoeker bedreigt medewerkers en/of andere bezoekers door fysiek contact middels duwen, spugen, slaan of trappen.

  • -

    De klant/bezoeker brengt lichamelijk letsel toe aan de medewerker die hem te woord staat of mogelijk aan andere bezoekers.

2. Hoe kan agressie worden voorkomen?

2.1. Preventieve maatregelen

De volgende preventieve maatregelen en acties kunnen helpen om agressie te voorkomen.

  • -

    Het protocol is bekend bij de medewerkers en op te roepen via intranet.

  • -

    Nieuwe medewerkers krijgen bij indiensttreding een afschrift van het protocol uitgereikt.

  • -

    Agressie wordt bespreekbaar gemaakt tijdens overlegvormen, zoals bijvoorbeeld het werkoverleg.

  • -

    Nieuw beleid wordt doorgesproken (bijvoorbeeld tijdens werkoverleg) met de medewerkers die dit beleid moeten uitvoeren. Dit maakt het voor hen makkelijker om dit beleid te verdedigen of uit te leggen tegenover klanten.

  • -

    Er wordt een registratie opgezet, zodat er inzicht komt in de mate en vorm van het agressief gedrag. Het is de bedoeling dat meldingen van agressief gedrag aan de hand van een daarvoor bestemd formulier aan de directeur worden doorgegeven, met een kopie naar het team P&O (zie bijlage). Aan de hand daarvan kan het agressiebeleid eventueel worden bijgesteld en kan worden geanticipeerd op mogelijk agressief gedrag van klanten. Tevens dient een kopie van het registratieformulier in het dossier van klant/burger te worden opgeborgen, zodat snel te zien is dat sprake is van “een risico” wanneer klant/burger benaderd wordt. De Wet Bescherming Persoonsgegevens is op de registratie van toepassing.

  • -

    Door toezichthouders/BOA’s wordt op de afdeling een overzicht van huis- en bedrijfsbezoeken bijgehouden op een voor ieder bekende plaats.

  • -

    Medewerkers worden in de gelegenheid gesteld een training te volgens in het omgaan met agressief gedrag. De trainingen worden regelmatig gehouden. Meer informatie hierover is te vinden op intranet: p&o: opleidingen.

  • -

    Van de afdelingshoofden wordt verwacht dat zij de opvang van medewerkers die het slachtoffer zijn van agressie verzorgen. Bij behoefte kan hier een training voor worden verzorgd.

  • -

    Als een agressieve klant wordt verwacht, wordt de receptie en de betreffende afdeling vooraf geïnformeerd.

  • -

    Met een klant kan een preventiegesprek worden gehouden. Het gaat hier om een gesprek met een klant van wie – gelet op zijn historie – agressief gedrag kan worden verwacht. Het doel is agressie te voorkomen of meteen in de kiem te smoren. Een preventiegesprek wordt door minimaal 2 medewerkers gevoerd, waaronder het afdelingshoofd.

2.2. Algemene tips voor de medewerker om ongewenst gedrag te voorkomen.

Je kunt ongewenst gedrag voorkomen, door zelf het goede voorbeeld te geven en je klantvriendelijk op te stellen. Dit komt er in feite op neer dat je de algemeen geldende fatsoensnormen naleeft. Hieronder volgen enkele tips, waarvan de meeste dan ook voor zich spreken.

Het contact met de klant

  • -

    Wees servicegericht, geef alle mogelijke informatie, herstel fouten en behandel gerechtvaardigde klachten van klanten snel.

  • -

    Zorg dat de balie, wachtruimten en spreekkamers er netjes uitzien, dat wil zeggen geen rommel, kranten, etenswaren e.d.

  • -

    Zorg voor rust achter de receptie en balie.

  • -

    Medewerkers voeren met elkaar geen gesprekken op plaatsen waar de klant/bezoeker dit kan horen.

  • -

    Wees klanten, die de weg niet weten, behulpzaam.

Het gebruik van de spreekkamers en balie

  • -

    Klanten/burgers worden in beginsel niet op de werkvloer toegelaten maar enkel in de publieke ruimten of de spreekkamers.

  • -

    Indien mogelijk wordt de klant/bezoeker direct aan de balie geholpen. Is dit niet mogelijk dan wordt het gesprek verder afgehandeld in een spreekkamer.

  • -

    Aan de balie van de receptie en burgerzaken bevinden zich paniekknoppen om de politie te alarmeren. De medewerkers van de receptie en de frontoffice zijn hiervan op de hoogte.

  • -

    De klant moet kunnen rekenen op respect en privacy. De medewerker houdt de deur van de spreekkamer gesloten en voert geen gesprekken in de ontvangstruimte.

  • -

    De medewerker neemt zodanig plaats in de spreekkamer dat hij het dichtst bij de deur zit.

  • -

    Als dit nodig is vraagt de medewerker een collega om bij het gesprek aanwezig te zijn.

  • -

    Vluchtwegen moeten altijd vrij zijn.

Klantvriendelijke telefoonregels

Ook telefonische (on-)bereikbaarheid kan agressie oproepen. Een aantal regels zijn eenvoudig in acht te nemen.

  • -

    De medewerker is volledig zelf verantwoordelijk voor de beantwoording van de telefoon.

  • -

    Telefoongesprekken dienen duidelijk, beleefd en vriendelijk te zijn. De medewerker introduceert zicht duidelijk met: Goedemorgen/goedemiddag – gemeente Leudal – naam

  • -

    Telefonisch gemaakte afspraken moeten altijd nagekomen worden. Klanten worden zo spoedig mogelijk teruggebeld.

  • -

    Bij beantwoording van een gesprek voor een collega past een actieve houding door te vragen of: de beller door een collega kan worden geholpen.

  • -

    De beller moet worden teruggebeld. Noteer daarbij duidelijk naam en telefoonnummer.

2.3. Regels voor de klanten/bezoekers

Het is verboden met slag-, steek- of vuurwapens het openbaar gebouw binnen te gaan.

  • -

    Het is verboden met honden het gebouw binnen te gaan.

  • -

    Het is niet toegestaan in het gebouw te roken, alcoholische drank te nuttigen, dan wel verdovende middelen te gebruiken.

  • -

    Klanten/bezoekers onder invloed van alcohol en drugs horen niet thuis in het gebouw.

  • -

    Klanten/bezoekers mogen zich alleen bevinden in de voor hen bestemde ruimten.

  • -

    Schreeuwen, schelden en het uiten van discriminerende of bedreigende taal is niet tolerabel.

  • -

    Het is verboden om voorwerpen te gooien of vernielingen aan te richten.

  • -

    Het is niet toegestaan om andere bezoekers te hinderen of lastig te vallen.

  • -

    Duidelijk moet zijn dat schade aan goederen van de gemeente, de medewerker en derden altijd zal worden verhaald.

3. Omgaan met agressie

In dit hoofdstuk zijn de meest voorkomende vormen van agressie aan de orde. Per onderdeel wordt aangegeven hoe gehandeld moet worden met de intentie om daarmee in specifieke situaties agressie te kunnen beheersen.

3.1 Telefonische agressie
  • -

    De klant erop attenderen dat, wanneer het gesprek op deze manier wordt voortgezet, dit leidt tot verbreking van het contact.

  • -

    Helpt dit niet, dan de verbinding verbreken.

  • -

    Belt de klant opnieuw en is de toonzetting ongewijzigd, het gesprek doorverbinden naar het afdelingshoofd. Deze deelt mee dat pas weer een gesprek wordt gevoerd wanneer de klant tot rede is gekomen.

  • -

    Als de agressieve klant aangeeft naar het kantoor te zullen komen, dan wordt het afdelingshoofd geïnformeerd. Zonodig wordt melding gedaan bij de politie.

  • -

    Het afdelingshoofd en de medewerker bepalen samen welke maatregelen aan de orde zijn. Daarbij valt te denken, afhankelijk van de situatie, aan een schriftelijke mededeling door de directeur aan de klant dat zijn gedrag niet tolerabel is.

3.2. Schriftelijke agressie
  • -

    Bij een agressief gestelde brief met verwoording van bedreigingen voeren het afdelingshoofd en medewerker een gesprek met de klant, waarbij deze wordt aangesproken op de toonzetting in de brief . Pas daarna gaat men in op een eventueel gefundeerde klacht.

  • -

    Bij herhaling ontvangt een klant een brief van de directeur met de mededeling dat in de toekomst op soortgelijke brieven geen reactie meer volgt en dat de correspondentie daarmee afgehandeld is.

  • -

    Daarna wordt op identieke brieven niet meer gereageerd.

3.3 Verbale agressie

Hier is sprake van schelden, discrimineren, grof taalgebruik, buitengewoon hinderlijk gedrag e.d. Vaak zal de klant hier frustraties uiten. Het kan een voorstadium zijn van ernstige agressie.

  • -

    De medewerker probeert in eerste instantie de situatie te stabiliseren door de klant aan te spreken.

  • -

    Als een positief resultaat uitblijft wordt het afdelingshoofd ingeschakeld.

  • -

    Het afdelingshoofd probeert de agressie te beëindigen en als dit niet lukt wordt het gesprek afgebroken, met het verzoek aan de klant om een andere keer terug te komen.

  • -

    Als de klant hier niet op in gaat en niet eigener beweging het gebouw verlaat, sommeert het afdelingshoofd hem/haar twee keer om te vertrekken en tegelijk wordt verteld dat indien hij/zij hier geen gehoor aan geeft de politie wordt gebeld om hem/haar te verwijderen.

  • -

    Indien hier geen gevolg aan wordt gegeven, belt het afdelingshoofd de politie, indien mogelijk in overleg met de directeur.

  • -

    Afhankelijk van de situatie aangifte doen bij de politie.

3.4 Agressie escaleert naar (mogelijke) vernieling van goederen
  • -

    De medewerker tracht in eerste instantie de situatie te stabiliseren door de klant aan te spreken op zijn gedrag.

  • -

    De medewerker of aanwezige collega’s bellen het afdelingshoofd.

  • -

    Het afdelingshoofd probeert het gedrag te beëindigen en sommeert de klant tweemaal om het gebouw te verlaten.

  • -

    Als de klant hieraan geen gevolg geeft wordt onmiddellijk de politie ingeschakeld.

  • -

    De veroorzaakte schade wordt direct opgenomen (rapport opmaken, foto’s) en het schadebedrag wordt vastgesteld.

  • -

    Binnen drie dagen krijgt de klant een schriftelijke aansprakelijkstelling door de directeur voor de aangerichte schade en de mededeling dat de daarmee gepaard gaande kosten verhaald zullen worden.

  • -

    Afhankelijk van de ernst bepaalt het afdelingshoofd verdere maatregelen.

  • -

    Het afdelingshoofd informeert de medewerker over de aansprakelijkstelling en over mogelijke verdere maatregelen.

  • -

    Aangifte doen bij de politie.

3.5. Agressie met (dreigend) fysiek geweld (ook seksueel geweld)
  • -

    Het gesprek moet meteen worden beëindigd. Er wordt onmiddellijk hulp ingeroepen van collega’s die direct reageren.

  • -

    Men probeert de bedreigde medewerker te ontzetten en/of bescherming te bieden.

  • -

    Het afdelingshoofd of een andere medewerker waarschuwt de politie en dedirecteur, terwijl men de agressor tot bedaren tracht te brengen en in bedwang te houden.

  • -

    De politie grijpt in zodra deze is gearriveerd en het afdelingshoofd sommeert de klant het gebouw te verlaten.

  • -

    Er volgt een nabespreking tussen afdelingshoofd en de betrokken medewerker.

  • -

    Op basis van deze nabespreking neemt het afdelingshoofd passende maatregelen, waaronder in elk geval het (tijdelijk) ontzeggen van toegang tot het gebouw. De klant/bezoeker wordt hiervan schriftelijk door de directeur in kennis gesteld.

  • -

    Bij deze nabespreking wordt in ieder geval gesproken over evt. benodigde hulp t.b.v. de medewerker.

  • -

    Aangifte doen bij de politie.

3.6 Agressie bij huisbezoek
  • -

    Wanneer de medewerker voornemens is een bedrijfs- of huisbezoek te doen, dient zomogelijk aangegeven te worden wanneer, bij wie en wanneer men weer terug verwacht kan worden. Van de medewerker wordt verwacht dat deze zelf de inschatting maakt of het bedrijfs- of huisbezoek risicovol is. In dat geval kan de medewerker beschikken over een mobiele telefoon van de organisatie. Wanneer de medewerker niet op de afgesproken tijd terug is, zal vanuit de organisatie met de medewerker contact worden opgenomen. Dit zal bewaakt worden door het afdelingshoofd of de administratieve ondersteuning van de betreffende afdeling.

  • -

    Bij dreigende agressie, ook van verbale aard, onmiddellijk het gesprek beëindigen en het bedrijf of de woning verlaten.

  • -

    Zaak bespreken met het afdelingshoofd en de directeur, waarna gepaste maatregelen worden getroffen. In elk geval vindt een gesprek plaats tussen afdelingshoofd en klant, waarbij laatstgenoemde erop wordt gewezen dat zijn gedrag niet te tolereren is en dat in het vervolg bedrijfs- of huisbezoek wordt gedaan door tenminste twee functionarissen.

  • -

    Bij bedrijfs- of huisbezoeken met een agressierisico gaat altijd een tweede medewerker mee. Het risicobezoek wordt vooraf gemeld bij het afdelingshoofd of de administratieveondersteuning, waarbij ook de daarvoor gereserveerde tijd wordt aangegeven.

  • -

    Het overschrijden van het tijdslimiet leidt tot actie van de administratieve ondersteuning. Via mobiele telefoon tracht men in contact te komen met de medewerkers om te kunnen beoordelen hoe de stand van zaken is.

  • -

    Waar nodig wordt ingegrepen, desnoods met inzet van politie.

  • -

    Aangifte doen bij de politie.

3.7. Agressie op straat
  • -

    De toezichthoudende ambtenaar en de opsporingsambtenaar beschikken over een mobiele telefoon.

  • -

    De toezichthoudende ambtenaar en de opsporingsambtenaar zijn verplicht zoveel mogelijk aan te geven waar men werkzaamheden gaat verrichten.

  • -

    Indien mogelijk wordt een tijdstip van terugkomst afgesproken met het afdelingshoofd of een andere collega. In het geval de medewerker niet terug is op het afgesproken tijdstip, neemt het afdelingshoofd of de andere collega contact op met de medewerker via mobiele telefoon.

  • -

    Als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden problemen verwacht worden, dient vooraf de politie te worden verzocht stand-by te zijn of kan worden verzocht om bijstand door de politie.

  • -

    Indien de medewerker wordt geconfronteerd met een vorm van agressie, kan politieassistentie worden gevraagd.

  • -

    Aangifte doen bij de politie.

4. Te nemen maatregelen

Agressie moet zoveel mogelijk worden vermeden en verdient een streng “lik op stuk beleid”. Hiertoe zijn maatregelen te nemen, die enerzijds naar de agressor een repressief karakter hebben maar anderzijds vooral tot doel hebben om agressie dan wel escalatie daarvan te voorkomen.

4.1 Waarschuwing

Doel: signaal afgeven dat grenzen zijn overschreden!

Als een klant zich hinderlijk gedraagt, verbaal agressief is, ernstige bedreigingen uit e.d., dan krijgt hij een schriftelijke waarschuwing van de directeur.

Daarbij wordt hem duidelijk te verstaan gegeven dat zijn gedrag niet getolereerd wordt en dat er maatregelen volgen wanneer het gedrag niet veranderd. Ook wordt vermeld dat deze waarschuwing wordt geregistreerd.

Zie bijlage 3 voor voorbeeld brief.

4.2. Ordegesprek

Doel: bespreekbaar maken van probleem, herhaling voorkomen en gedrag veranderen.

Bij ernstig laakbaar gedrag, gericht tegen het publiek of de medewerker dan wel vernieling van goederen of schade aan het gebouw, kan gekozen worden voor het voeren van een ordegesprek.

Het hoofd van de afdeling voert dit gesprek, waarbij de medewerker aanwezig is.

Doel is de klant aan te spreken op zijn gedrag en duidelijkheid te verkrijgen over de oorzaak van c.q. motieven tot agressief gedrag.

Het gesprek moet uitmonden in een aantal afspraken dat schriftelijk worden vastgelegd.

De keuze voor een ordegesprek wordt gemaakt op basis van de inschatting dat hiermee meer effect wordt bereikt dan met een ontzegging van de toegang tot het gebouw. Het ordegesprek wordt geregistreerd in het agressieregistratiesysteem.

Zie bijlage 4 voor voorbeeld brief.

4.3 Ontzegging toegang

Doel: beveiliging van de medewerkers en bezoekers van de gemeentelijke locatie.

Bij ontoelaatbaar gedrag, vooral als er sprake is van geweld gericht op personen en/of ernstige vernielingen van de gemeentelijke of privé eigendommen van medewerkers, kan voor een bepaalde periode een toegangsverbod worden opgelegd. Per situatie wordt beoordeeld of deze maatregel de meest gepaste is. Het maakt verschil of voor het incident, gelet op de achtergrond van de klant, begrip kan worden opgebracht of dat het gaat om recidive dan wel het puur uitoefenen van pressie om iets gedaan te krijgen. De bescherming van medewerkers en organisatie moeten echter voorop staan. Duidelijk mag zijn dat deze sanctie alleen opgelegd wordt, wanneer andere methoden niet meer toepasbaar zijn.

Zie bijlage 5 voor voorbeeld brief.

4.4 Aangifte bij de politie

Doel: beoordeling justitie over strafrechtelijke vervolging en schadeverhaal.

Er wordt altijd aangifte gedaan bij de politie (binnen 24 uur na het incident) bij ernstigebedreigingen, vernielingen en/of fysieke agressie.

Dit moet klanten/bezoekers vooraf duidelijk zijn. De aangifte/melding moet worden gedaan door het slachtoffer, de bedreigde, in samenspraak met het afdelingshoofd. Er wordt gestreefd naar een verkorte schriftelijke aangifte, zodat tijdig en snel gereageerd kan worden. De mogelijkheid bestaat voorts via internet aangifte te doen. Bij aangifte wordt melding gedaan van materiële/immateriële schade i.v.m. toepassing art. 51a Wetboek van Strafrecht (voeging in strafproces als benadeelde partij).

4.5. Schadeclaim/verhaal

De dader is aansprakelijk voor de door hem aangerichte schade. De gemeente Leudal vergoedt aan bezoekers geen materiële en/of immateriële schade. De medewerker kan in voorkomende gevallen van schade tijdens de uitoefening van zijn functie een verzoek tot vergoeding indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Hierbij zal zo mogelijk een beroep worden gedaan op van gemeentewege afgesloten verzekeringen (zie hoofdstuk 6). Het team p&o kan de medewerker daarbij behulpzaam zijn.

De schade wordt direct door de gemeente aan de medewerker vergoed. De vordering wordt gecedeerd aan de gemeente. De schade wordt in alle gevallen op de dader verhaald.

Zie bijlage 6 voor vorbeeld brief.

5. Wie is betrokken bij opvang, beheersing en nazorg van agressie?

Bij de preventie, de opvang en nazorg van agressie komt het vooral aan op consequent handelen en samenwerken. Hieronder volgt een beschrijving van de rol die iedere betrokkene moet spelen.

5.1 De medewerker
  • -

    Zorgt ervoor op de hoogte te zijn van de inhoud van het agressieprotocol.

  • -

    Handelt in geval van agressie conform dit protocol.

  • -

    Meldt alle gevallen van agressie bij zijn afdelingshoofd.

  • -

    Overlegt met zijn afdelingshoofd over te nemen stappen.

  • -

    Registreert ernstige vormen van agressie schriftelijk op het daarvoor bestemd formulier in overleg met het afdelingshoofd.

  • -

    Doet zo nodig in overleg met het afdelingshoofd aangifte bij de politie.

5.2 Het afdelingshoofd
  • -

    Is in eerste instantie verantwoordelijk voor alle maatregelen die nodig zijn voor de eerste opvang van het slachtoffer (zowel eigen personeel als klanten/bezoekers).

  • -

    Is verantwoordelijk voor de verdere en gestructureerde opvang van de medewerker. Het slachtoffer kan desgewenst professionele hulp van de Arbodienst krijgen. Het afdelingshoofd onderhoudt daartoe periodiek overleg met de bedrijfsarts cq. een andere ingeschakelde hulpverlener. Tevens kan het afdelingshoofd de 24/7 traumaopvang via de rechtsbijstandverzekering van Centraal Beheer Achmea inschakelen.

  • -

    Overlegt met de medewerker over het schriftelijk melden van het agressievoorval aan de directeur.

  • -

    Begeleidt en ondersteunt het slachtoffer bij het doen van aangifte bij de politie.

  • -

    Informeert in overleg met de directeur partner en familie bij ernstige ongevallen.

  • -

    Bepaalt te nemen maatregelen ten opzichte van de agressor met de directeur.

  • -

    Stabiliseert en normaliseert de situatie op de afdeling na een voorval.

  • -

    Moet oog hebben voor alles wat binnen zijn afdeling en daarbuiten kan bijdragen aan het voorkomen van agressie.

  • -

    Moet oog hebben voor de gevolgen van de agressie op de medewerkers op langere termijn en de houding van de collega’s ten opzichte van de getroffen medewerker.

  • -

    Initieert preventieve en correctieve maatregelen eventueel in samenspraak met de directeur.

  • -

    Stelt agressie en beteugeling daarvan regelmatig aan de orde in het afdelingsoverleg.

5.2 Het team P&O
  • -

    Evalueert en analyseert jaarlijks de agressieregistratie, rapporteert aan het managementteam en voorziet de rapportages van een advies.

  • -

    Onderhoudt zonodig het contact van de gemeente met de politie/justitie en professionele hulpverleners en coördineert en bewaakt afspraken.

  • -

    Is verantwoordelijk voor het actueel houden van het agressieprotocol.

  • -

    Draagt zorg voor de publicatie van het actuele protocol op intranet en zorgt ervoor dat elke nieuwe medewerker over een exemplaar van het agressieprotocol kan beschikken.

6. Verzekeringen

6.1. Politieke molestverzekering

De gemeente beschikt over een politieke molestverzekering. Deze verzekering speelt in op de omstandigheid, dat steeds vaker overheidsfunctionarissen slachtoffer worden van wraakacties gepleegd door burgers uit politieke motieven of uit ongenoegen over de maatregelen die betrokken functionarissen uit hoofde van hun functie moeten nemen.

6.2. Bedrijfsrechtsbijstandverzekering

De gemeente heeft voorts een bedrijfsrechtsbijstandverzekering afgesloten. In voorkomende gevallen –aan de medewerker in dienstverband toegebrachte schade- kan een beroep op deze verzekering worden gedaan. Sinds kort biedt de rechtsbijstandverzekeraar (Centraal Beheer Achmea) 24/7 trauma opvang aan. Hier kan in geval van agressie en geweld gebruik van worden gemaakt.

6.3. Verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid

De gemeente is voor aan derden toegebrachte schade verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid.

7. Afspraken met politie

In gevallen van spoedeisendheid kan te allen tijde 112 worden gebeld.

Bij een bedrijfsbezoek waar enige vorm van agressie te verwachten is dient men tijdig (1 week van te voren) contact op te nemen met de politie: tel: 0900-8844.

Bijlage 1

Niet opgenomen

Bijlage 2

Registratieformulier

Dit formulier dient bij alle agressie incidenten te worden ingevuld. Na (mede)ondertekening door de leidinggevenden wordt dit formulier naar de directeur gestuurd en in kopie naar het team P&O
Persoonsgegevens
Naam medewerker  
Geboortedatum  
Adres  
Functie  
Afdeling  
Telefoonnummer werk  
Incidentgegevens
Datum en tijdstip incident  
Naam en voorletters veroorzaker  
Geboortedatum  
Adres  
Aard van het incidenttelefonisch – schriftelijk - op kantoor - op huisbezoek - op straat
Schelden / discrimineren  
Dreigen / intimideren  
Gebruik geweld  
Weigeren te vertrekken  
Overig  
Omschrijving van het incident.  
Is er sprake van letsel?Nee Ja namelijk:
Is er sprake van schade aan persoonlijke eigendommen?Nee Ja namelijk:
Is er sprake van schade aan gemeentelijke eigendommen?Nee Ja namelijk:
Is of wordt er aangifte gedaan?Nee toelichting: Ja op: toelichting:
Is er nazorg geweest?Nee Ja eventuele toelichting:
Zijn er verdere acties noodzakelijk? (waarschuwing, ordegesprek, ontzegging toegang gebouw, verhaal schade)Nee Ja namelijk: Door:
Ondertekening en datum medewerker  
Ondertekening en datum leidinggevende  

Bijlage 3

Voorbeeldbrief waarschuwing

Geachte heer/mevrouw,

Op zijn er problemen geweest tussen u en (een) medewerk(st)er(s) in ons gemeentehuis.

Middels deze brief geven wij u een schriftelijke waarschuwing dat uw gedrag als agressief en daardoor als ongewenst is ervaren.

Wij wijzen u er op dat herhaling van het ongewenste gedrag aanleiding kan zijn om verdere maatregelen te treffen.

Deze waarschuwing wordt in onze administratie vastgelegd.

Hoogachtend,  
Namens het college van burgemeester en wethouders van Leudal
   
J.Dijkstra Algemeen Directeur

Bijlage 4

Voorbeeldbrief uitnodiging ordegesprek

Geachte heer/mevrouw,

Op zijn er problemen geweest tussen u en (een) medewerk(st)er(s) in ons gemeentehuis. Uw gedrag is als agressief en daardoor als ongewenst ervaren.

Alvorens tot verdere dienstverlening aan u over te gaan, zal met u een gesprek plaatsvinden over uw gedrag. Dit gesprek dient tevens om herhaling in de toekomst te voorkomen.

Voor dit gesprek dient u zich op om uur te melden aan de balie van het gemeentehuis.

Wij wijzen u er op dat herhaling van het ongewenste gedrag aanleiding kan zijn om u tijdelijk of permanent de toegang tot het gemeentehuis te ontzeggen.

Uw gedrag en de genomen maatregelen worden in onze administratie vastgelegd.

Hoogachtend,  
Namens het college van burgemeester en wethouders van Leudal
   
J.Dijkstra Algemeen Directeur

Bijlage 5

Voorbeeldbrief ontzegging toegang

Geachte heer/mevrouw,

Op <datum> hebt u zich zeer agressief gedragen tegenover (een) medewerk(st)er(s) van de gemeente Leudal. Een dergelijk gedrag wordt door ons niet getolereerd.

Op grond van uw houding hebben wij besloten om u met onmiddellijke ingang de toegang te ontzeggen tot het gemeentehuis, voorlopig tot <datum>.

Als u dit verbod negeert, wordt de politie ingeschakeld om u te verwijderen en wordt aangifte gedaan van lokaal vredebreuk op grond van artikel 139 van het Wetboek van Strafrecht. Bovendien zal u de toegang tot het gemeentehuis definitief worden ontzegd.

Als u contact met de gemeente wenst, dient u schriftelijk een verzoek in te dienen. Indien wij het noodzakelijk en gewenst achten, zult u daarna een oproep ontvangen om op een nader te bepalen tijd en plaats te verschijnen.

U dient er rekening mee te houden dat tijdens dit gesprek meerdere medewerk(st)ers en/of politie aanwezig kunnen zijn.

Uw gedrag en de genomen maatregelen worden in onze administratie vastgelegd.

Hoogachtend,  
Namens het college van burgemeester en wethouders van Leudal
   
J.Dijkstra Algemeen Directeur

Bijlage 6

Voorbeeldbrief verhaal van schade

Geachte heer/mevrouw,

Op heeft u zich zeer agressief gedragen in het gemeentehuis. U heeft daarbij eigendommen van anderen beschadigd c.q. vernield. Voor uw gedrag, dat inmiddels in onze administratie is geregistreerd, bestond geen enkele rechtvaardiging.

De hoogte van de aangebrachte schade c.q. vernieling is vastgesteld op een bedrag van € . Wij stellen u hiervoor aansprakelijk en sommeren u dit bedrag binnen één maand te betalen via overmaking op bankrekening 28.51.28.205 van de Bank Nederlandse Gemeenten onder vermelding van Gemeente Leudal.

Als betaling in één keer niet mogelijk is, kunt u een betalingsregeling treffen. U dient dan zo snel mogelijk een schriftelijk verzoek in te dienen.

Indien u in gebreke blijft zal de gemeente via een civiele procedure tot invordering overgaan.

Hoogachtend,  
Namens het college van burgemeester en wethouders van Leudal
   
J.Dijkstra Algemeen Directeur