| Overheidsorganisatie | Provincie Limburg |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Bevoegdhedenregeling Provinciale Staten 2010 |
| Citeertitel | Bevoegdhedenregeling Provinciale Staten 2010 |
| Vastgesteld door | provinciale staten |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | bestuurlijke organisate, personeelsbeleid |
Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad
Algemene wet bestuursrecht ; Provinciewet, art. 105
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 29-11-2010 | 02-11-2012 | Nieuwe regeling | 26-03-2010 Provinciaal Blad, 2010, 16 | Onbekend | |
| 29-04-2010 | Nieuwe regeling | 26-03-2010 Provinciaal Blad, 2010, 16 | Onbekend |
BEVOEGDHEDENREGELING PROVINCIALE STATEN 2010
In het kader van dit besluit wordt verstaan onder:
Presidium: het Presidium van Provinciale Staten van Limburg;
griffier: de griffier als bedoeld in artikel 104 van de Provinciewet;
adviescommissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 2 van het Reglement bezwaren en klachten Provincie Limburg;
klachtenfunctionaris: de functionaris zoals bedoeld in artikel 7 van het Reglement bezwaren en klachten Provincie Limburg;
beslissing: beslissing gericht op publiekrechtelijk of privaatrechtelijk rechtsgevolg, dan wel gericht op feitelijk gevolg;
griffiemedewerkers: de medewerkers van de Statengriffie inclusief de plaatsvervangend griffier;
griffie: griffier en griffiemedewerkers
rechtspositionele regelingen: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) en zijn uitvoeringsregelingen alsmede overige provinciale regelgeving en afspraken betreffende rechtspositie en personeel.
algemeen directeur: de directeur als bedoeld in het Directiestatuut Provincie Limburg;
werkgeverscommissie: de commissie, die door Provinciale Staten is ingesteld om de werkgeverstaken en –verantwoordelijkheden uit te oefenen.
Dit besluit is van toepassing op provinciale medewerkers die worden benoemd, geschorst en ontslagen door Provinciale Staten; daartoe behoren in elk geval de griffier en de medewerkers van de Statengriffie.
1 Aan de griffier is de bevoegdheid gemandateerd tot het nemen van alle rechtspositionele beslissingen ten aanzien van de griffiemedewerkers, met uitzondering van de besluiten tot onvrijwillig ontslag en disciplinaire maatregelen. Deze laatste bevoegdheden zijn voorbehouden aan de werkgeverscommissie.
2 Aan de werkgeverscommissie is de bevoegdheid gedelegeerd tot het nemen van alle rechtspositionele beslissingen ten aanzien van de griffier, met uitzondering van de besluiten tot benoeming, schorsing, ontslag en disciplinaire maatregelen. Deze laatste bevoegdheden zijn voorbehouden aan Provinciale Staten.
3 De afdelingen van de provinciale organisatie verrichten voor Provinciale Staten en de griffie dezelfde (voorbereidende en uitvoerende) werkzaamheden als zij voor elkaar verrichten voor zover Provinciale Staten en de griffier daar een beroep op doen. Zo nodig ziet de algemeen directeur hierop toe.
4 Provinciale Staten delegeren hun werkgeversrol en –bevoegdheden aan de werkgeverscommissie voor zover niet gemandateerd aan de griffier. De commissie is in ieder geval bevoegd tot:
Het van toepassing verklaren van rechtspositionele regelingen op de medewerkers van de griffie alsmede het buiten toepassing verklaren van rechtspositionele regelingen;
Het nemen van besluiten inzake de formatie van de griffie;
Het voorbereiden van formele besluitvorming in het Presidium respectievelijk Provinciale Staten in zake jaarbudget en dergelijke van de griffie;
Het voorbereiden van formele besluitvorming in het Presidium inzake budgetten en faciliteiten voor en positie van leden van Provinciale Staten.
5 Het Presidium kan een huishoudelijk reglement van de werkgeverscommissie vast stellen en daarbij aan de commissie andere taken en/of bevoegdheden toekennen.
In bijzondere gevallen voert de griffier overleg met de werkgeverscommissie alvorens gebruik te maken van de in artikel 3 van deze verordening bedoelde bevoegdheden. Van een bijzonder geval is in ieder geval sprake als de griffier voornemens is af te wijken van een van toepassing verklaarde regeling of van een advies over de uitvoering van een rechtspositionele regeling.
1 De griffier heeft mandaat om:
advies te vragen aan de adviescommissie bij de voorbereiding van een beslissing op een bezwaarschrift tegen een door Provinciale Staten genomen besluit;
de beslissing op een bezwaarschrift tegen een besluit van Provinciale Staten te verdagen overeenkomstig artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht;
advies te vragen aan de klachtenfunctionaris van de Provincie Limburg bij de voorbereiding van een beslissing op een klacht als bedoeld in afdeling 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht.
2 In bijzondere gevallen overlegt de griffier met de voorzitter van Provinciale Staten.
De werkgeverscommissie is bevoegd te beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de griffier zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid.
Dit is met ingang van 1 januari 2007 komen te vervallen.
1 De griffier is bevoegd tot het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen.
2 De griffier heeft mandaat beslissingen te nemen met betrekking tot de besteding van budgetten waarvoor elk jaar door Provinciale Staten zijn vastgestelde in de voor haar bedrijfsvoering, de griffie en de Zuidelijke Rekenkamer benodigde begroting.
3 De griffier dient bij het nemen van beslissingen zoals bedoeld in het eerste lid van deze verordening de volgende randvoorwaarden in acht te nemen:
de te nemen beslissing moet redelijk zijn en het financiële gevolg van deze beslissing moet passen binnen de door het Presidium vastgestelde lijst met budgetten;
verplichtingen met een geraamde waarde van € 25.000,00 exclusief BTW of meer worden slechts aangegaan na voorafgaande goedkeuring van het Presidium;
bij het verstrekken van opdrachten worden de geldende aanbestedingsregels gevolgd.
4 De griffier kan het beheer van een budget opdragen aan een onder zijn verantwoordelijkheid werkende ambtenaar.
5 Onder beheer als bedoeld in het vorige lid wordt verstaan:
het bewaken van de uitgaven binnen het kader van de verplichtingen zoals die door de griffier zijn aangegaan;
het accorderen van betalingen voor zover deze passen binnen het kader van de verplichtingen zoals die door de griffier zijn aangegaan.
6 De griffier legt periodiek aan het Presidium verantwoording af over de besteding van de budgetten die onder zijn verantwoordelijkheid vallen.
Het Presidium heeft mandaat beslissingen te nemen op verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur.
1 De griffier en de werkgeverscommissie houden een registratie bij van de krachtens mandaat, volmacht of machtiging genomen beslissingen zoals bedoeld in dit besluit. De griffier is belast met de uitvoering van deze bepaling.
2 Bevoegdheden, die in beginsel onder het bereik van dit besluit vallen worden door de griffier en/of de werkgeverscommissie niet uitgeoefend indien er sprake is van een bestuurlijk of politiek gevoelige aangelegenheid. In dat geval leggen zij een voorstel aan Provinciale Staten c.q. het Presidium voor.
3 De registratie als bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks ter bespreking voorgelegd aan het Presidium.
De bevoegdheid om op grond van de artikelen in de hoofdstukken 2 en 3 beslissingen te nemen, impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens het bevoegde bestuursorgaan.
In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen geboden is, handelt de griffier, het Presidium of de werkgeverscommissie in de geest van dit besluit.
1 Provinciale Staten delegeren aan Gedeputeerde Staten de uitvoering van de rechtspositionele regelingen ten aanzien van de provinciale archiefinspecteur met uitzondering van de besluiten tot benoeming, schorsing en ontslag.
2 Het bepaalde in het eerste lid komt van rechtswege te vervallen zodra de Wet dualisering provinciale medebewindbevoegdheden inwerking treedt en artikel 28 van de Archiefwet 1995 wordt gewijzigd.
1 Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie in het Provinciaal blad.
2 Het bevoegdhedenbesluit Presidium en Statengriffie 2005 wordt vervallen verklaard met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.
Dit besluit kan worden aangehaald als “Bevoegdhedenregeling Provinciale Staten 2010”
Provinciale Staten voornoemd,
Dhr. L.J.P.M. Frissen, voorzitter
Mw. Drs. J.J. Braam, griffier
Uitgegeven,
De griffier,
Maastricht, 28 april 2010