Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Limburg

Verordening ambtelijke bijstand en fractie-ondersteuning provincie Limburg 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Limburg
Officiële naam regelingVerordening ambtelijke bijstand en fractie-ondersteuning provincie Limburg 2010
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Limburg 2010
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisate

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het oorspronkelijke besluit dateert van 7 februari 2003 en is in werking getreden op 20 maart 2003. Hoofdstuk 3 is in werking getreden met ingang van 26 mei 2003.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht; Provinciewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-11-201002-11-2012Nieuwe regeling

29-11-2010

Provinciaal Blad, 2010, 13

Onbekend

Tekst van de regeling

VERORDENING AMBTELIJKE BIJSTAND EN FRACTIE-ONDERSTEUNING PROVINCIE LIMBURG 2010

Hoofdstuk 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    informatie:

    • I

      feitelijke informatie, waarover de provincie beschikt c.q. kan beschikken;

    • II

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

    • III

      inzage in documenten, die niet openbaar zijn.

  • b.

    bijstand:

    • -

      ondersteuning bij of het aanleveren van informatie ten behoeve van het opstellen van een voorstel, amendement of motie;

    • -

      andere ondersteuning van meer dan geringe omvang.

  • c.

    fractiemedewerker:

  • een persoon, die in een arbeidsrelatie met een van de fracties uit Provinciale Staten werkt en door de betreffende fractie bij de griffie formeel is aangemeld als medewerker.

Artikel 2 Verzoek

  • 1 Een Statenlid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om informatie. Indien een fractiemedewerker namens een Statenlid informatie verlangt wendt de fractiemedewerker zich tot de griffier. Deze behandelt het verzoek als ware het van een Statenlid afkomstig.

  • 2 Openbare informatie wordt altijd verstrekt. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie als bedoeld in artikel 1, lid a, sub I en 1,lid a, sub II stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist of andere informatie wordt verstrekt. Indien het informatie betreft, waarop vertrouwelijkheid rust bevordert de secretaris dat het college van Gedeputeerde Staten alle relevante informatie ter inzage geeft.

  • 3 Een Statenlid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand. Een fractiemedewerker kan zich namens een Statenlid tot de griffier wenden met een verzoek om bijstand. De griffier behandelt het verzoek als ware het afkomstig van een Statenlid tenzij het verzoek betrekking heeft op dossiers waarvan de griffier weet of vermoedt dat het een dossier betreft, waar op grond van de artikelen 10 en 11 van de Wet Openbaarheid van Bestuur beperkingen op liggen. In dat geval wendt de griffier zich tot het Statenlid namens wie de informatie gevraagd wordt.

  • 4 De bijstand wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend verzoekt de griffier de secretaris, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 3 Beoordeling verzoek

  • 1 Een ambtenaar verleent bijstand tenzij:

    • a. blijkt dat de bijstand geen betrekking heeft op de werkzaamheden van Provinciale Staten;

    • b. dit het belang van de provincie Limburg kan schaden.

  • 2 De secretaris beoordeelt of bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd.

  • 3 Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het Statenlid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 4 Beslissing Commissaris van de Koningin

  • 1 Indien het verzoek om informatie of bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken Statenlid het verzoek voorleggen aan de Commissaris van de Koningin. De Commissaris van de Koningin beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.

  • 2 Indien een Statenlid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 3 Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de Commissaris van de Koningin. De Commissaris van de Koningin beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

  • 4 De Commissaris van de Koningin kan besluiten de zaak voor te leggen aan het Presidium, alvorens te beslissen.

Artikel 5 Register

De secretaris houdt een register bij van de door de ambtelijke organisatie verleende bijstand, waarin per verzoek wordt opgenomen:

  • a.

    welk Statenlid om bijstand heeft verzocht of namens welk Statenlid om bijstand is verzocht;

  • b.

    over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

  • c.

    welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

  • d.

    hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

  • e.

    de reden waarom een verzoek is geweigerd.

Artikel 6 Unit Control

  • 1 Provinciale Staten kunnen in voorkomend geval besluiten gebruik te maken van de diensten van de Unit Control. Het besluit daartoe wordt gemotiveerd kenbaar gemaakt aan het college van Gedeputeerde Staten.

  • 2 Indien de Unit Control overeenkomstig het gestelde in het eerste lid wordt ingeschakeld doet deze rechtstreeks aan de voorzitter van Provinciale Staten verslag van haar werkzaamheden en bevindingen.

Hoofdstuk 2 Fractieondersteuning

Artikel 7 Financiële bijdrage

  • 1 De fracties als bedoeld in artikel 7 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten 2010, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie. Dit betreft ook de kosten van administratieve en secretariële werkzaamheden. Voor dat soort werkzaamheden kan een fractie geen beroep op de griffie doen.

  • 2 De bijdrage bedraagt € 30.000,- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van €3.000,- per Statenzetel. Voor beide genoemde bedragen geldt dat deze jaarlijks worden geïndexeerd op basis van de definitieve consumentenprijsindex alle huishoudens van het voorafgaande jaar.

  • 3 De bijdrage wordt vermeerderd met 17% van de onkostenvergoeding als bedoeld in artikel 3 van de verordening rechtspositie voor gedeputeerden, Staten- en commissieleden voor alle Statenleden uit die fractie die geopteerd hebben voor de optie vermeld in lid 3 van artikel 3 van de verordening rechtspositie voor gedeputeerden, Staten- en commissieleden.

Artikel 8 Besteding

  • 1 De financiële bijdrage wordt door de fracties naar eigen inzicht aangewend om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol naar behoren te vervullen.

  • 2 De bijdrage wordt niet besteed ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen of overige regelgeving;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen te worden bestreden uit de vergoedingen die Statenleden ontvangen ingevolge het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden of kosten, die op basis van de verordening regelende geldelijke en andere rechtspositionele voorzieningen gedeputeerden, Staten- en commissieleden declarabel zijn.

  • 3 Het Presidium kan nadere regels vaststellen over de wijze waarop de financiële bijdrage al dan niet mag worden besteed.

Artikel 9 Voorschot

  • 1 De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, vóór 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2 In een jaar waarin verkiezingen voor Provinciale Staten plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Staten plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3 Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen of in strijd met artikel 8 bestede voorschotten in voorafgaande jaren.

Artikel 10 Aanpassing bijdrage

  • 1 Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Provinciale Staten plaatsvindt;

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Provinciale Staten plaatsvindt.

  • 2 Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 7, tweede lid van deze verordening, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3 Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

  • 4 Indien een fractie na verkiezingen niet meer terugkeert in Provinciale Staten, wordt het batig saldo van de uitbetaalde voorschotten, na aftrek van posten in verband met reeds aangegane verplichtingen die stammen uit de laatste zittingsperiode zo spoedig mogelijk teruggestort in de provinciale kas.

Artikel 11 Reserve

  • 1 Provinciale Staten reserveren het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2 De reserve is niet groter dan 100% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 7. Voor een nieuwe fractie mag de reserve niet groter zijn dan 100% van de bijdrage in het eerste volle kalenderjaar.

  • 3 Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 12 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4 De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de Staten als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5 Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt de aanspraak op dat meerdere.

  • 6 Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 100% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 12 Afrekening en verslag

  • 1 Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan het Presidium verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning door middel van een afrekening en een verslag. Controle van het verslag alsmede de verslagen en verantwoordingen als bedoeld in de artikelen 14 en 17 van deze verordening vindt, in opdracht van het Presidium, plaats door een controller van de Unit Control. Indien de bevindingen van de controller daartoe aanleiding geven, geeft het Presidium een aanvullende controleopdracht aan de accountant belast met de controle van de jaarrekening. De kosten van een aanvullende controleopdracht komen voor rekening van de Provincie.

  • 2 De fractie verschaft het Presidium dan wel de griffier te allen tijde inzage in de administratie en de daarbij behorende stukken. De fractie heeft ten behoeve van de te ontvangen bijdrage van de provincie en de uitgaven welke ten laste van deze bijdrage worden gedaan een aparte bankrekening. Deze bankrekening mag niet gebruikt worden voor andere inkomsten of uitgaven.

  • 3 Het Presidium stelt aan de hand van de rapportage van de Unit Control de bedragen vast van:

    • • de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • • de wijziging van de reserve;

    • • de resterende reserve;

    • • de verrekening tussen de in artikel 8, lid 1 bedoelde uitgaven en het ontvangen voorschot en,

    • • voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Hoofdstuk 3 Automatisering

Artikel 13 Computerapparatuur

  • 1 Elke Statenfractie als bedoeld in artikel 7 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten 2010, heeft eenmalig gedurende een Statenperiode van vier jaar recht op een bijdrage uit de provinciale kas van maximaal € 1.600,00 netto per fractielid, zulks ter bestrijding van de kosten van de aanschaf van computerapparatuur, daarin de software begrepen. Artikel 7, tweede lid, laatste volzin van deze verordening, is hierop van overeenkomstige toepassing.

  • 2 De bijdrage wordt niet besteed ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen of overige regelgeving;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen te worden bestreden uit de vergoedingen die Statenleden ontvangen ingevolge het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.

Artikel 14 Verantwoording

Elke fractie doet eenmaal per jaar tegelijk met het verslag als bedoeld in artikel 12, lid 1 van deze verordening onder overlegging van de betalingsbescheiden, opgave aan het Presidium van de bestedingen.

Hoofdstuk 4 Communicatieactiviteiten

Artikel 15 Communicatieactiviteiten

  • 1 Elke Statenfractie als bedoeld in artikel 7 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten 2010, heeft jaarlijks recht op een financiële bijdrage van € 5.000,- uit de provinciale kas ten behoeve van communicatiedoeleinden.

  • 2 Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van deze bepaling aan de oorspronkelijke fractie toekomende bijdrage verdeeld naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken Statenleden.

  • 3 Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling in lid 2 van dit artikel.

  • 4 De bijdrage wordt niet besteed ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen of overige regelgeving;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen te worden bestreden uit de vergoedingen die Statenleden ontvangen ingevolge het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.

       

Artikel 16 Rondleidingen

  • 1 Ten behoeve van de organisatie van rondleidingen voor maatschappelijke organisaties wordt voor de fracties jaarlijks een totaalbedrag van maximaal € 25.000,-- op de begroting gereserveerd.

  • 2 Het Presidium stelt voor de verdeling en besteding van dit budget over de fracties nadere regels en een verdeelsleutel vast, waarbij de grootte van elke fractie maatgevend is.

  • 3 Bij splitsing van een fractie gelden dezelfde regels als aangegeven onder artikel 15, leden 2 en 3.

  • 4 De verantwoording over de besteding van dit budget vindt plaats tegelijk met het verslag als bedoeld in artikel 12, lid 1 onder overlegging van de noodzakelijke bescheiden.

  • 5 De bijdrage wordt niet besteed ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen of overige regelgeving;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen te worden bestreden uit de vergoedingen die Statenleden ontvangen ingevolge het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.

Artikel 17 Verantwoording

Elke fractie doet eenmaal per jaar tegelijk met het verslag als bedoeld in artikel 12, lid 1, onder overlegging van de betalingsbescheiden, opgave aan het Presidium van de bestedingen ten behoeve communicatieactiviteiten.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Limburg 2010".

Artikel 19 Inwerkingtreding

De verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Limburg 2009 wordt vervallen verklaard met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het provinciaal blad.

Ondertekening

Provinciale Staten voornoemd,  

Dhr. L.J.P.M. Frissen, voorzitter  

Mw. Drs. J.J. Braam, griffier

 

Uitgegeven,  

De griffier,  

Maastricht, 29 november 2010