Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Limburg

Subsidieverordening Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 provincie limburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLimburg
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieverordening Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 provincie limburg
CiteertitelSubsidieverordening Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 provincie Limburg
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpsubsidies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening 2004; Algemene wet bestuursrecht; Provinciewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-200728-02-2017Onbekend

28-09-2007

Provinciaal Blad, 2007, 71

Voorstel van Gedeputeerde Staten van Limburg van 30 augustus 2005, statenkenmerk C-145, afdeling Ruimtelijk Beleid en Coördinatie, reg.nr. 2005/40058

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 provincie limburg

SUBSIDIEVERORDENING WONINGBOUWAFSPRAKEN 2005 TOT 2010 PROVINCIE LIMBURG

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Besluit locatiegebonden subsidies 2005: het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 zoals dat door het Rijk is vastgesteld als wettelijk kader voor het beschikbaar te stellen budget voor de woningbouw.

  • 2.

    Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg: het convenant tussen de Staat der Nederlanden, de Provincie Limburg en de gemeenten Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen en Venlo inzake de afspraken over de woningbouwproductie in Limburg in de periode 2005 – 2010 zoals vastgesteld en ondertekend op 22 maart 2005.

  • 3.

    Bls-budget: het door het Rijk aan de Provincie ter beschikking gesteld budget in het kader van het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 en vastgelegd in artikel 1, eerste lid van het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg.

  • 4.

    Stedelijke regio’s: de stedelijke regio’s Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen en Venlo.

  • 5.

    Centrumgemeenten: de gemeenten Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen en Venlo.

  • 6.

    Regiogemeenten: gemeenten die in artikel 10 van het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg als zodanig zijn aangemerkt.

  • 7.

    Bls-subsidie: een financiële bijdrage aan de stedelijke regio’s in Limburg in de realisatie van de woningbouwproductie uit de middelen, die op grond van het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 en het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg van rijkszijde aan de Provincie beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 2 Algemene Subsidieverordening 2004

De bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 2004 zijn op deze verordening van toepassing tenzij in deze verordening van enige bepaling van de Algemene Subsidieverordening 2004 wordt afgeweken.

Artikel 3 Subsidieaanvragers

Voor verlening van subsidies op voet van deze verordening komen uitsluitend in aanmerking de centrumgemeenten Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen en Venlo.

Artikel 4 Subsidieverlening

Gedeputeerde Staten kunnen een Bls-subsidie verlenen ten behoeve van de realisatie van de woningbouwafspraken met het Rijk zoals vastgelegd artikel 1, eerste lid van het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg. In totaal gaat het hierbij om de toevoeging van 6.296 woningen aan de voorraad in de periode 2005 tot en met 2009. Onder toe te voegen woningen wordt verstaan: nieuwbouw en toevoegingen anderszins. Gedeputeerde Staten verlenen geen Bls-subsidie ten behoeve van het inhalen van opgelopen woningbouwachterstanden voortvloeiende uit de VINEX-afspraken 1995-2004 en de Locatiesubsidieregeling 1992 (Subsidie Grote Bouwlocaties en Locatiesubsidie). Alhoewel deze woningen niet in aanmerking komen voor een Bls-subsidie, dienen zij wel in de periode 2005 tot en met 2009 te worden gerealiseerd. Op provinciaal niveau gaat het hierbij om een achterstand van 2.014 woningen per 1 januari 2007.

Artikel 5 Subsidiebedrag

Het subsidiebedrag per toe te voegen woning is voor de periode 2005 tot en met 2009 vastgesteld op € 1.650,00. In deze periode wordt voor maximaal 6.296 toe te voegen woningen subsidie verstrekt en waarbij het subsidieplafond is vastgesteld op € 10.388.400,00.

Artikel 6 Verdeelsleutel

  • 1.

    De Provincie treedt op als budgethouder voor de vier stedelijke regio’s Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen en Venlo in het kader van het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 en het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg aan de Provincie toegekende Bls-budget.

  • 2.

    De Provincie heeft in het kader van de uitvoering van het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 en in het bijzonder het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg met de vier stedelijke regio’s afspraken gemaakt over:

    • a.

      de verdeling van het door het Rijk aan de Provincie toegekende Bls-budget voor de periode 2005 tot en met 2009.

    • b.

      de te leveren prestaties ter realisatie van de toevoeging van 6.296 woningen aan de voorraad ultimo 2009 waarvoor Bls-subsidie wordt toegekend.

    • c.

      de te leveren prestaties ter realisatie van de opgelopen achterstanden in de woningbouwproductie op basis van VINEX-afspraken 1995-2004 en Locatiesubsidieregeling 1992 ter hoogte van 2014 woningen ultimo 2009 waarvoor geen Bls-subsidie wordt toegekend.

  • 3.

    In bijlage 2 is de intraprovinciale verdeling van het Bls-budget en de in dit kader te leveren prestaties over de vier stedelijke regio’s voor de periode 2005 tot en met 2009 opgenomen.

  • 4.

    Het in enig jaar eventueel door de Provincie te ontvangen Bls-subsidie voor eigenbouw op basis van artikel 1, lid 7, van het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg, zal naar rato van het aandeel van de stedelijke regio’s in de realisatie van de in eigenbouw gerealiseerde woningen naar deze regio’s worden overgemaakt. Dit zal geschieden uiterlijk 2 maanden na de datum waarop de Provincie dit bedrag van het Rijk heeft ontvangen.

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Vanaf 1 mei van elk jaar bieden burgemeester en wethouders van de centrumgemeenten op door Gedeputeerde Staten vast te stellen formulieren, aan Gedeputeerde Staten inzicht in:

    • a.

      de voortgang in de woningbouwontwikkeling in het lopende jaar en daarbij in het bijzonder de te leveren prestaties op basis van artikel 6, tweede lid onderdeel b en c en de wijze waarop deze prestaties zullen worden geleverd.

    • b.

      de woningbouwprogrammering voor de resterende jaren tot en met 2009 en daarbij in het bijzonder de te leveren prestaties op basis van artikel 6, tweede lid, onderdeel b en c. Op deze formulieren wordt tevens aangegeven tot welk bedrag aanspraak wordt gemaakt op Bls-subsidie voor het lopende jaar.

  • 2.

    Voor de verlening van subsidies tot en met het jaar 2009 fungeren de in het eerste lid genoemde formulieren als subsidieaanvragen.

Artikel 8 Bevoorschotting en betaling

Betaling van voorschotten aan de stedelijke regio’s volgt de rijks betaalsystematiek en – ritmiek aan de Provincie zoals vastgelegd in artikel 1, vierde lid van het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg. Indien sprake is van kortingen van het Rijk (VROM) vanwege het niet halen van de jaarlijks afgesproken prestaties of om andere redenen, werkt dit door in de bevoorschotting en betaling aan de stedelijke regio’s die hun prestaties voor dat jaar niet hebben gehaald. Bij de eindafrekening kunnen verleende voorschotten zo nodig worden teruggevorderd.

Artikel 9 Verplichtingen voor de subsidieontvangers

De stedelijke regio’s dienen de verleende subsidies in te zetten voor de ontwikkeling en realisatie van de woningbouwafspraken zoals genoemd in artikel 6, tweede lid onder b.

Artikel 10 Uitwisseling van subsidie

  • 1.

    Indien een aan een centrumgemeente verleende Bls-subsidie in het betreffende subsidiejaar in die gemeente niet kan worden ingezet, wordt de subsidie primair elders in de betreffende stedelijke regio ingezet, met dien verstande dat indien in de betreffende stedelijke regio geen mogelijkheden voor inzet van de subsidie aanwezig zijn, bezien wordt of er mogelijkheden voor inzet van deze subsidie in een andere stedelijke regio zijn. Inzet van Bls-subsidie is alleen mogelijk in die gemeenten die in artikel 10 van het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg zijn aangemerkt als regiogemeenten.

  • 2.

    Ingeval de aan een centrumgemeente verleende Bls-subsidie in het betreffende subsidiejaar elders in de stedelijke regio c.q. in een andere stedelijke regio wordt ingezet, melden burgemeester en wethouders van de betreffende centrumgemeente dit onverwijld en met redenen omkleed schriftelijk aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 11 Subsidievaststelling

  • 1.

    Burgemeester en wethouders van de centrumgemeenten dienen jaarlijks, uiterlijk 1 maart, een verslag in overeenkomstig de bepalingen in het besluit, welke onder andere inhoudt de in het voorafgaande jaar gerealiseerde prestaties op basis van artikel 6, tweede lid.

  • 2.

    Na ontvangst van de verslaglegging als bedoeld in het eerste lid stellen Gedeputeerde Staten de subsidie vast, jaarlijks naar rato van de gerealiseerde taakstelling en daarbij rekening houdende met de bepalingen zoals genoemd in artikel 1, vierde lid, vijfde lid en zesde lid in het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg.

  • 3.

    Het verslag zoals genoemd onder lid 1 wordt vergezeld met een accountantsverklaring waarin de juistheid van de in het betreffende jaar gerealiseerde prestaties op basis van artikel 6, tweede lid, en de rechtmatigheid en doelmatigheid van de inzet van de ter beschikking gestelde Bls-subsidie in het betreffende jaar wordt aangetoond.

  • 4.

    Indien wordt overgegaan tot de in artikel 10, eerste lid, bedoelde uitwisseling van subsidies tussen gemeenten en de melding hiervan aan Gedeputeerde Staten, wordt deze uitwisseling betrokken bij de vaststelling van subsidies.

Artikel 12 Subsidie Milieu

Het in het Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg onder artikel 2 genoemde budget voor het saneren van bodemverontreiniging waarvoor het Rijk aan de Provincie een bedrag ter hoogte van € 10.834.000,00 voor de periode 2005 tot 2010 ter beschikking heeft gesteld worden via de systematiek van het ISV (Wet Stedelijke Vernieuwing) verleend en verantwoord. De gemeenten Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen en Venlo leggen overeenkomstig de regelgeving voor het beleidskader ISV-2 de te bereiken prestaties op het gebied van bodem vast in het MOP (MeerjarenOntwikkelingsProgramma). De niet-rechtstreekse gemeenten leggen overeenkomstig die regelgeving de te bereiken prestaties vast in een projectplan of MOP. Daar de subsidieverlening en –verantwoording van deze bodemgelden binnen het ISV-traject plaatsvindt, vallen zij buiten de scope van deze subsidieverordening.

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze verordening, naar oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13a Wijzigingsbevoegdheid

De bevoegdheid tot wijziging van de woningaantallen genoemd in artikel 4 en 6 en tot wijziging van de subsidiebedragen zoals genoemd in artikel 5 wordt overgedragen aan Gedeputeerde Staten. Alle overige wijzigingen blijven de bevoegdheid van Provinciale Staten.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Artikel 15 Vervallen nadere subsidieregels en overgangsrecht

  • 1.

    Bij het inwerking treden van deze verordening vervalt de ‘Tijdelijke Subsidieverordening Locatiegebonden Subsidies’ (provinciaal blad 2004, nr. 59).

  • 2.

    Aanvragen die op basis van de ‘Tijdelijke Subsidieverordening Locatiegebonden Subsidies’ zijn ingediend en waarover bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, worden geacht te zijn ingediend op basis van de ‘Subsidieverordening Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg’.

  • 3.

    Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van deze verordening blijven de ‘Tijdelijke Subsidieverordening Locatiegebonden Subsidies’ van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Limburg’.

Provinciale Staten voornoemd,  

L.J.P.M. Frissen, voorzitter  

Mr. J.B.J.M. Stijnen, griffier

 

Uitgegeven, 11 oktober 2007

De Griffier der Staten van Limburg  

Mr. J.B.J.M. Stijnen