Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening BI-zone 18 bedrijventerreinen Venlo 2011 |
Citeertitel | Verordening BI-zone 18 bedrijventerreinen Venlo 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 24-11-2010 E3-journaal, 19-01-2011 |
De raad van de gemeente Venlo;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010, nummer 10-24200;
gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones) en gelet op de tussen de gemeente Venlo en de Stichting Parkmanagement Venlo gesloten Uitvoeringsovereenkomst;
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op desubsidie voor de BI-zones voor 18 bedrijventerreinen in de gemeente Venlo (Verordening BI-zone 18 bedrijventerreinen Venlo 2011).
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
de wet: de Experimentenwet BI-zones;
Artikel 2 Aanwijzing stichting
De Stichting Parkmanagement Venlo (hierna: de stichting) wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam 'BlZ-bijdrage' wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd debelasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking isgesteld.
Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient en die niet is genoemd in artikel 220d, eerste lid, van de Gemeentewet.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grondvan hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.
In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
Artikel 10 Termijnen van betaling
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Indien en voor zover in deze verordening en in de uitvoeringsovereenkomst daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Venlo van toepassing.
Artikel 14 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling
Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze verordening treedt in werking op een door het college te bepalen tijdstip, dat gelegen is op een datum nadat van voldoende steun, als bedoeld in artikel 4 van de wet, is gebleken.