Organisatie | Buren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2011 | Wijziging artikel 3 | 12-04-2011 Onbekend | B-2011-3823 | ||
01-07-2004 | Nieuwe regeling | 18-05-2004 Onbekend | B-2003-30 |
Hoofdstuk 1 Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid.
De rekenkamercommissies heeft de in de volgende leden vermelde bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode:
andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.
De rekenkamer is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de rekenkamer van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.
De rekenkamer kan, indien de documenten, bedoeld in het tweede lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De rekenkamer stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.
De raad benoemt de voorzitter van de rekenkamer-commissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren van de gemeente Buren mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente Buren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.
De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar vast te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. De commissie bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt. In ieder geval worden degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest als betrokkenen aangemerkt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 18 mei 2004.
De griffier, De voorzitter,
G. van Droffelaar drs. K.C. Tammes
Opmerking: Artikel 7, lid 1 is aangepast per raadsbesluit van 31 januari 2006.
Artikel 1Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.Artikel 2Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. In dit concept is gekozen voor een rekenkamercommissie met raadsleden en externen. De voorzitter wordt uit de externe leden gekozen. Artikel 2a Artikel 81o (81p) van de Gemeentewet geeft aan dat de bevoegdheidsbepalingen van de rekenkamer ook bij de uitoefening van de rekenkamerfunctie. Voor de duidelijkheid zijn de bepalingen uit de Gemeentewet hier expliciet opgenomen.Artikel 2bDit artikel geeft de rekenkamer de bevoegdheid om nader inlichtingen in te winnen of ontbrekende stukken op te vragen bij rechtspersonen of een gemeenschappelijk orgaan. Ook onderzoek bij derden met banden met de gemeente is mogelijk. Artikel 3Uit een oogpunt van continuïteit is er in dit concept voor gekozen de externe leden voor een periode van zes jaar te benoemen. De raad bepaalt natuurlijk zelf of dit eventueel korter of langer dan zes jaar moet worden.Artikel 4De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. In dit concept wordt deze bepaling van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.Artikel 5Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.Artikel 6In dit artikel wordt de vergoeding voor de leden geregeld. Aangesloten wordt bij de regeling voor de commissie bezwaar- en beroepschriften. De gemeente moet formeel nog een regeling presentiegelden onafhankelijke commissies vaststellen.Artikel 7De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door de griffier die optreedt als secretaris. De secretaris is voor de rekenkamercommissie de ingang naar de gemeentelijke organisatie. Artikel 8Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moet en/kunnen zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden, verhouding secretaris - voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten, enzovoorts, worden geregeld.Artikel 9De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.Artikel 10Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de desbetreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden eruit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke portefeuillehouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.Eventueel kunnen zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook in het reglement van orde worden geregeld.Artikel 11De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.Artikel 12 en 13Deze artikelen behoeven geen toelichting.