Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële beheersverordening gemeente Harderwijk 2011 |
Citeertitel | Financiële beheersverordening gemeente Harderwijk 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | toelichting op de artikelen |
Deze regeling is vervangen door de Financiële beheersverordening gemeente Harderwijk 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 08-01-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 19-01-2015 | B14.003956 | |
01-01-2011 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 09-12-2010 Het Kontakt, 22-12-2010 | B10.002415 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
-de beleidsbegroting waarin opgenomen het programmaplan en de paragrafen. Het programmaplan bevat de onderscheiden programma’s. Een programma is een samenhangend geheel van activiteiten welke gericht zijn op het bereiken van de beoogde maatschappelijke effecten. De raad autoriseert aan het college per programma en daarbinnen per product, door beantwoording van de drie “W”-vragen Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag dat kosten?, de doelstellingen, activiteiten en middelen;
-de financiële begroting waarin opgenomen de exploitatiegegevens (te weten het totaaloverzicht programma’s, het overzicht algemene dekkingsmiddelen, de resultaatbepaling en –bestemming) en de geprognosticeerde balans met toelichting.
Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Harderwijk, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
- de financieel-economische positie;
- het beheer van vermogenswaarden;
- de uitvoering van de begroting;
- het afwikkelen van vorderingen en schulden;
- alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.
Titel 1 Begroting en verantwoording
Het college werkt jaarlijks, na vaststelling, de programmabegroting uit in een productenraming.
Het opstellen van een productraming is een uitvloeisel van het “Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten” kortweg BBV genaamd. De productramingen betreffen een verdere detaillering en uitwerking van de diverse programma’s. De productramingen kan worden gezien als het contract dat het College van B&W afsluit met de directie en de afdelingen ter uitvoering van de programmabegroting. Deze zijn immers ambtelijk verantwoordelijk voor de realisatie van de doelen en activiteiten als genoemd in de begroting. Via de productenraming ontvangen zij hiervoor van het college dan ook de middelen.
Op basis van richtinggevende uitspraken van de Raad biedt het college voor 1 juli van het begrotingsjaar een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. De nota wordt gelijktijdig met de jaarrekening van het voorgaande jaar behandeld. De Raad stelt jaarlijks deze kaders vast. Deze kaders vormen voor het college de uitgangspunten voor de eerstvolgende (meerjaren-)begroting.
Artikel 6. Administratieve organisatie en Interne controle
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor een adequate opzet van de administratieve organisatie en een interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 7. Tussentijdse informatie
Het college informeert de raad tussentijds, door middel van een bestuursrapportage, over belangrijke afwijkingen van de begroting van de gemeente.
Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:
Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa
De materiele vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het "Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten”, worden afgeschreven overeenkomstig de bij deze verordening behorende tabel afschrijvingstermijnen. Afwijking van deze tabel is slechts mogelijk bij raadsbesluit, indien hier gegronde redenen voor zijn. Het college is op basis van gegronde redenen bevoegd af te wijken van deze tabel, indien het gaat om bedrijfsmiddelen.
Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het "Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten”, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, fietspaden, voetpaden, waterwegen, civiele kunstwerken, (inrichting) groen en kunstwerken,
Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden, onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves, ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief afgeschreven, maximaal voor de termijn in overeenstemming met de bij deze verordening behorende tabel afschrijvingstermijnen.
Artikel 11. Waardering debiteuren en overige vorderingen
Op basis van een halfjaarlijkse beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen, waarvan de vervaldatum langer dan 6 maanden verstreken is, wordt de oninbare vordering als verlies verantwoord. Het college neemt hiertoe, na grondig onderzoek, een besluit en informeert de raad in de bedrijfsvoeringsparagraaf in de jaarrekening.
Artikel 13. Kostprijsberekening en vaststelling tarieven en heffingen
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Harderwijk wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden, naast de directe kosten, alleen die indirecte kosten betrokken die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten. Hierbij wordt aangesloten bij de Handreiking Kostentoerekening leges en tarieven zoals deze is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 14: Financieringsfunctie
Het college neemt in een financieringsstatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijkse beheer van koersrisico en valutarisico, kredietrisico en relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie. Het college biedt het financieringsstatuut en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling aan de raad.
Artikel 15. Registratie bezittingen en activa
Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 5 jaar.
Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing, het volume en bedrag aan kwijtscheldingen, de mate van kostendekking van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing, de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.
Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicomanagement
Het college biedt ten minste eens in de twee jaar een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen aan. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen (waaronder reserves) of andere wijze. In de nota wordt tevens het gewenste weerstandsvermogen bepaald. De raad stelt de nota vast.
Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van het jaarverslag de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid.
Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een nota onderhoud openbare ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onder-houdsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettaire beslag. De raad stelt de nota vast.
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een nota rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering evenals de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettaire beslag. De raad stelt de nota vast.
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een nota onderhoud gebouwen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettaire beslag. De raad stelt de nota vast.
Bij de begroting en het jaarverslag doet het college in de paragraaf financiering verslag van:
de kasgeldlimiet, de renterisiconorm, de omvang en samenstelling van het vreemd vermogen, de omvang en samenstelling van de uitzettingen, de huidige liquiditeitspositie, de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar, de rentevisie en de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
Artikel 23. Verstrekking subsidies
Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke subsidies aan ter behandeling in de raad. De nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.
Titel 4. Financiële organisatie en administratie
Artikel 24. Inrichting administratie
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 26. Financiële organisatie
Het college draagt de zorg voor en legt in een besluit vast:
Artikel 27. Aanbesteding en inkoop
Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveranties. De regels waarborgen, dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie. Deze interne regels worden ter kennisgeving aan de raad gezonden. Eens in de vier jaar worden deze regels, indien nodig, geactualiseerd.