Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerhugowaard

Beleidsregels inzake toepassing van wegingsfactoren bij kostenvergoeding in de bezwaarfase

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerhugowaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inzake toepassing van wegingsfactoren bij kostenvergoeding in de bezwaarfase
CiteertitelBeleidsregels inzake toepassing van wegingsfactoren bij kostenvergoeding in de bezwaarfase
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpkostenvergoeding bezwaarfase

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 1:3, lid 4
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 7:15
  3. Artikel 2, lid 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C1 van de bijlage behorende bij het besluit

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2011nieuwe regeling

18-01-2011

Stadsnieuws d.d. 25-01-2011

BW11-0037

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inzake toepassing van wegingsfactoren bij kostenvergoeding in de bezwaarfase

Nr.: BW11-0037

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

 

gelezen het voorstel d.d. 10-01-2011

 

Gelet op art. 1:3, vierde lid, Awb, art. 7:15 Awb en art. 2, eerste lid, aanhef en onderdeel 1, Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat Besluit behorende bijlage;

 

Besluit de volgende beleidsregel vast te stellen:

Beleidsregels toepassing van wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase

Artikel 1 Algemeen

  • 1.

    Er bestaat een vergoedingsplicht in de gevallen waarin het bestreden besluit wegens onrechtmatigheid wordt herroepen en deze onrechtmatigheid aan het bestuursorgaan is te wijten.

  • 2.

    Onrechtmatigheid moet worden opgevat als “genomen in strijd met het recht”. Indien een gebonden beschikking wordt herroepen staat de onrechtmatigheid vast. Als de heroverweging daarentegen plaatsvindt op beleidsinhoudelijke gronden, is er geen sprake van onrechtmatigheid. Alleen vormfouten of motiveringsgebreken leiden evenmin tot een vergoedingsplicht. Vergoedingsplicht kan wel bestaan als het inhoudelijk foutieve besluit een gevolg is van reken- invoer- en schrijffouten etc.

3.Vergoed worden uitsluitend kosten die belanghebbende redelijkerwijs heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar of beroep.

4.Het verzoek om kostenvergoeding aan de heffingsambtenaar moet schriftelijk zijn gedaan voordat het bestuursorgaan op het bezwaar- of beroepschrift heeft beslist.

Artikel 2 Te vergoeden kosten

Bij het vaststellen van de vergoeding van de kosten die een belanghebbende maakt in verband met een door hem ingediend bezwaar- of beroepschrift is het Besluit proceskosten bestuursrecht van toepassing.

Artikel 3 Kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand

Het bedrag van kosten van een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand wordt vastgesteld door aan de hand van de in artikel 4 benoemde proceshandelingen punten toe te kennen. Deze punten worden vermenigvuldigd met de waarde per punt, vermeld in artikel 5.

 

Samenhangende zaken en beroepsmatige rechtsbijstand

In het Besluit is geregeld dat als er sprake is van zogenaamde samenhangende zaken er voor de vergoeding van beroepsmatige rechtsbijstand aanvullende wegingsfactoren zijn.

Er is sprake van een samenhangende zaak, in het geval van de volgende omstandigheden:

 

  • -          Er moet sprake zijn van één besluit (of meerdere nagenoeg gelijke besluiten), waartegen door één of meerdere belanghebbenden en op vergelijkbare gronden gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig bezwaar wordt gemaakt en

  • -          Waarbij beroepsmatige rechtsbijstand wordt verleend door dezelfde persoon, of personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband (bijvoorbeeld advocatenkantoor of rechtsbijstandsverzekeraar).

 

In dat geval wordt niet per bezwaarschrift een vergoeding voor de kosten van beroepsmatige rechtsbijstand berekend, maar worden de bezwaarschriften van de samenhangende zaken als één zaak aangemerkt. De volgende aanvullende wegingsfactoren zijn dan van toepassing:

 

  • - minder dan 4 bezwaarschriften, wegingsfactor 1

    - 4 bezwaarschriften of meer, wegingsfactor 1,5.

 

 

Artikel 4 Punten proceshandelingen

Aan de hierna genoemde door een derde beroepsmatig verrichte proceshandelingen worden de volgende punten toegekend:

  • 1.

    Indienen van een bezwaar- of beroepschrift (artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht): 1 punt;

  • 2.

    Verschijnen op een hoorzitting bezwaarschrift (artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht): 1 punt;

  • 3.

    Bijwonen nadere hoorzitting bezwaarschrift (artikel 7:9 van de Algemene wet bestuursrecht): 0,5 punt.

Artikel 5 Waarde per punt

De waarde per punt bedraagt € 218,00.

Artikel 6 Wegingsfactoren

1 Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak in beginsel aangemerkt als:

a.zeer licht indien:

1.het om een pro-forma bezwaarschrift zonder aanvulling gaat;

2.het bezwaarschrift summier gemotiveerd is;

3.de inhoud van het bezwaarschrift is gebaseerd op een bijgevoegde taxatierapport.

b.gemiddeld indien de werkzaamheden bestaan uit:

1.een juiste vaststelling van de feiten;

2.een onderzoek naar de waarde;

3.een opgeworpen rechtsvraag.

2.Voor de toepassing van de wegingsfactoren geldt in andere gevallen dan die genoemd in onderdelen 1.a en 1.b een per geval aan te wijzen categorie.

Toelichting op de Beleidsregel toepassing wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase

De beleidsregel brengt lijn in de afdoening van verzoeken om kostenvergoedingen door de heffingsambtenaar. Het doel ervan is dat gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk en ongelijke gevallen zoveel mogelijk, naar de mate van hun ongelijkheid, ongelijk worden behandeld. De beleidsregel is bindend voor de heffingsambtenaar. Zij bindt de belastingrechter niet; de belastingrechter kan heel goed tot een andere kostenveroordeling komen dan die, welke uit de beleidsregel voortvloeit.

Hof Amsterdam heeft op grond van de toelichting op het Besluit proceskosten bestuursrecht geoordeeld dat de toepassing van de wegingsfactoren steeds in overeenstemming moet zijn met de bewerkelijkheid en de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener (Hof Amsterdam 15 augustus 2008, nr. 07/00181, LJN: BF0084, vng-2768 (Zeist)). Het hof wijst het standpunt dat staat in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (2 maart 2006, nrs. 04/6299 en 04/6354, LJN: AV3988) af, namelijk dat een zaak in de bezwaarprocedure in beginsel behoort tot de categorie ‘gemiddeld’, tenzij er duidelijke redenen zijn om hiervan af te wijken. Degene die zich op de afwijking beroept moet dat onderbouwen. In dat geval wordt er echter ten onrechte geen rekening gehouden met gecompliceerdheid en daarmee verband houdende werkbelasting, aldus het hof.

Door gebruik van het begrip ‘in beginsel’ biedt de beleidsregel een nuttig handvat voor standaardzaken, maar ook voldoende ruimte voor bijzondere gevallen. Als bezwaarschriften op basis van no-cure-no-pay worden ingediend is er bij de belanghebbende die rechtsbijstand inroept geen economische afweging of en in welke mate rechtsbijstand wordt ingeroepen. De kosten die dan worden gedeclareerd moeten zeer kritisch worden bezien. De werkbelasting van de rechtsbijstandverlener wordt beoordeeld op basis van het ingediende bezwaarschrift en eventueel de overige werkzaamheden.