Overheidsorganisatie | Gemeente Culemborg |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2011 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Artikel 229 van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 09-12-2010 Culemborgse Courant 22-12-2010 | Geen. |
De gemeenteraad van de gemeente Culemborg;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr 2010/ gelet artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2011
In de gemeente Culemborg wordt onder de naam marktgeld een recht geheven voor het innemen van standplaatsen op de Markt, of op andere voor de openbare dienst bestemde, als markten, aan te wijzen plaatsen.
Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie een standplaats is toegewezen of van degene die een standplaats inneemt.
Het marktgeld bedraagt, anders dan met het doel kramen of tafels ter verhuur te plaatsen, per marktdag of gedeelte van een marktdag een vast bedrag van € 2,55 per standplaats met dien verstande dat ingeval van een abonnement als bedoeld in artikel 4, eerste lid, een vast bedrag van € 30,45 wordt geheven, alsmede een bedrag per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan:
voor een standplaats, waarbij langs één voor het publiek toegankelijke zijde verkoop plaatsvindt, indien de diepte niet meer dan drie meter bedraagt € 1,41 gemeten langs de langste zijde van de standplaats;
voor een standplaats waarbij langs meer dan één voor het publiek toegankelijke zijde verkoop plaatsvindt, indien de diepte niet meer dan drie meter bedraagt € 1,41 gemeten langs de twee langste zijden zo deze even lang zijn en anders langs de langste en de op één langste zijde van de standplaats;
voor een standplaats met een grotere diepte dan drie meter naast het onder a. c.q. b. vermelde tarief € 1,41 per vierkante meter voor de boven deze drie meter in beslag genomen ruimte.
Voor het gebruiken van het marktterrein voor het plaatsen van voor verhuur bestemde kramen en tafels is per dag € 0,30 (of een gedeelte daarvan) verschuldigd voor elke kraam of tafel welke op deze dag overeenkomstig haar bestemming wordt gebruikt.
Voor de berekening van het verschuldigde recht worden gedeelten van een meter en gedeelten van een marktdag voor een geheel gerekend.
Het marktgeld kan bij wijze van abonnement voor een kalenderkwartaal worden voldaan door betaling van 85% van het voor een standplaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 onder 1 berekende tarief afgerond op een veelvoud van € 0,10.
Het kwartaal wordt in deze verordening gesteld op een tijdvak van 13 weken.
Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
De in artikel 3 bedoelde marktgelden moeten worden voldaan zodra het gebruik van de standplaats is aangevangen of op het marktterrein plaats is ingenomen.
Het in artikel 4 bedoelde abonnementstarief is verschuldigd op het tijdstip waarop voor de eerste keer in het kwartaal van de standplaats gebruik wordt gemaakt.
Indien een abonnementhouder door overmacht geen gebruik kan maken van zijn standplaats wordt, op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet, teruggaaf verleend over het aantal volle kalendermaanden, waarin van de standplaats geen gebruik is gemaakt.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden.
Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.
De 'Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2010”, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2011’.
Aldus besloten in de vergadering van de Raad,
gehouden op 9 december 2010
De griffier, De voorzitter,
P.Peters R. van Schelven