Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Fractieondersteuning 2009 |
Citeertitel | Verordening Fractieondersteuning 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-01-2011 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2008 Het Kontakt, 29-12-2010 | Dossiercode 417137 |
In deze verordening wordt verstaan onder fracties in de raad vertegenwoordigende groeperingen als bedoeld in artikel 33, lid 2 Gemeentewet.
Fracties besteden de tegemoetkoming om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van
18 december 2008, onder nummer 110.
de heer J.C.G.M. Berends de heer M.J.E.M. van Dam
voorzitter raadsgriffier a.i.
Fractieondersteuning vindt zijn vorm deels in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De verdeelsleutel is gebaseerd op een vast bedrag per fractie en daar bovenop een bedrag per fractielid. De concrete invulling is conform de verdeling die tot op heden in Harderwijk is gehanteerd.
De fracties worden grotendeels de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Voorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Dat kan bijvoorbeeld het vragen van een extern advies zijn of de huur van een ruimte voor een dag “op de hei” om de strategie voor een jaar te bepalen. Ook kosten voor scholing of opleiding van een raadslid of een fractie vallen hieronder. Het bedrag dat de fracties ontvangen is een “lumpsum”: een fractie bepaalt zelf welk deel van het budget aan bijvoorbeeld deelname aan cursussen wordt besteed en welk deel aan andere activiteiten en hoe dit per fractielid wordt verdeeld.
Niet onder artikel 2 vallen in ieder geval vallen kosten voor activiteiten van verkiezingscampagnes, omdat daarmee rechtsongelijkheid zou ontstaan met partijen die niet in de raad vertegenwoordigd zijn. Ook zijn aparte uitkeringen oid aan raadsleden voor “bijzondere” inspanningen oid (zoals fractievoorzitterschap) niet toegestaan. Individuele tegemoetkomingen worden geregeld in de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden.
De bijdrage wordt als voorschot verstrekt. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig of niet is besteed, behoudens wat erover is bepaald in artikel 7, kan dit na een jaar verrekend worden. In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad.
Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast zal moeten worden aan veranderde verhoudingen in de raad. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die kleiner worden (of geheel verdwijnen) nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergadert de bijdrage ontvangen. Voor fracties die groter worden (of nieuwe fracties) gaat de bijdrage per diezelfde maand in. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dit is niet te vermijden.
Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot direct verrekend moeten worden. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te groot voorschot beschikken en zou het andere deel juist helemaal geen voorschot krijgen. Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten plaatsvinden.
Het samengaan van fracties of het overstappen naar een andere fractie wordt gedurende een kalenderjaar niet verrekend. In het daarop volgende kalenderjaar wordt het bij de reguliere verdeling betrokken, maar niet met terugwerkende kracht.
Verantwoording vindt plaats door het overleggen van een door de accountant goedgekeurd verslag aan de raad. De controle van het verslag kan door de accountant meegenomen worden met de controle van de jaarrekening. Uit het verslag en het verslag van bevindingen van de accountant kan naar voren komen dat er een verrekening dient plaats te vinden met het verstrekte voorschot. Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt zal de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot kunnen terugvorderen. Op basis van de verslagen stelt de raad de definitieve bijdragen per fractie vast.
Fracties hebben de mogelijkheid een deel van het voorschot aan te wenden in het volgende jaar. Om “stuwmeren” te voorkomen, kan dit maximaal 25% van het totale voorschot zijn. Mocht blijken dat ook in dit volgende jaar de middelen niet zijn gebruikt, dan worden deze verrekenend.
De praktische uitvoering van deze verordening ligt bij de griffier. Hij draagt ervoor zorg dat de jaarlijkse voorschotten worden verstrekt en draagt zorg voor de eventuele verrekening na vaststelling van de definitieve budgetten volgens artikel 6. Fracties zijn zelf verantwoordelijk dat ten behoeve van de definitieve vaststelling van de budgetten door de raad zoals bedoeld in artikel 6 de raad tijdig de verantwoording ontvangt.