Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heusden

Beleidsregel uitbreiding woningen en bijgebouwen in het buitengebied

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeusden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel uitbreiding woningen en bijgebouwen in het buitengebied
CiteertitelBeleidsregel uitbreiding woningen en bijgebouwen in het buitengebied
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpbouwen en wonen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De beleidslijn is voor een categorieaanwijzing als bedoeld in artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ingestuurd. Deze hebben op 11 februari 2003 onder voorwaarden met een categorieaanwijzing ingestemd.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-03-2003nieuwe regeling

19-02-2002

De Heusdense Courant, 20-03-2003

B200200282

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel uitbreiding woningen en bijgebouwen in het buitengebied

 

 

Beleidsregel over de uitbreiding van burgerwoningen in het buitengebied en de bouw van bijgebouwen bij burgerwoningen in het buitengebied

De door de gemeenteraad op 19 februari 2002 vastgestelde beleidslijn heeft betrekking op:

  • 1.

    de maximale inhoud van niet-agrarische woningen in het buitengebied als volgt te bepalen:

    • ·

      woning gelegen binnen de bebouwde kom: maximaal 600 m³

    • ·

      woning kleiner dan 450 m³ en gelegen buiten de bebouwde kom: maximaal 450 m³;

    • ·

      woning groter dan 450 m³ en gelegen buiten de bebouwde kom: maximaal 10%uitbreiden tot maximaal 600 m³;

    • ·

      maximaal 500 m³ voor woningen gelegen binnen de bebouwde kom doch het karakter dragen een typische dijkbebouwing;

    • ·

      maximaal 450 m³ voor woningen gelegen buiten de bebouwde kom doch het karakter dragen van een typische dijkbebouwing.

  • 2.

    de maximale oppervlakte van bijgebouwen bij een burgerwoning te stellen op 60 m² met een vrijstelling tot 100 m² met dien verstande dat:

    • ·

      de vrijstelling niet mag worden toegepast voor gronden buiten de bebouwde kom;

    • ·

      òf de oppervlakte van het bouwperceel groter moet zijn dan 1.000 m², òf alle voormalige agrarische bedrijfsbebouwing op de bij de betreffende woning behorende grond wordt gesloopt;

    • ·

      wordt voorzien in een redelijke inpassing van een en ander in het landschap, al of niet met behulp van opgaande beplanting;

    • ·

      een goothoogte mag worden toegelaten van maximaal 4 meter.

Deze beleidslijn heeft enkel betrekking op uitbreiding van bestaande niet-agrarische woningen in het buitengebied en dus niet op de nieuwbouw van dergelijke woningen.

Deze beleidslijn wordt met ingang van 24 maart 2003 gehanteerd bij de toetsing van bouwinitiatieven. Verder maakt deze beleidslijn per genoemde datum ook onderdeel uit van nieuw op te stellen bestemmingsplannen.