Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle 2011 |
Citeertitel | Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Externe bijlagen | Toelichting exb-2017-11879 Artikelsgewijze toelichting Bijlage 1 |
Wat zijn de verantwoordelijkheden van de gemeente en waar mogen de burgers de gemeente op aanspreken op het gebied van maatschappelijke ondersteuning?
Artikel 5 Wet maatschappelijke ondersteuning
Verstrekkingenboek individuele voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Zwolle 2007
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2015 | artikel 37 is vervallen | 17-12-2012 De Peperbus 27-12-2012 | gb 2012-12.17 | |
01-01-2012 | 01-01-2013 | wijziging toelichting artikel 40 | 19-12-2011 De Peperbus (28-12-2011) | gb 1-2011.197 | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuw | 18-10-2010 De Peperbus (27-10-2010) | gb 1-2010.135 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Persoon met beperkingen: De persoon die aantoonbare beperkingen heeft bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning, bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
Compensatieplicht: De plicht van het college om aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen maatschappelijk te participeren;
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning, het zich in en om de woning verplaatsen, het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen, het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden;
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;
Leefeenheid: Een eenheid bestaande uit gehuwden of ongehuwden die al dan niet samen met één of meer minderjarige of meerderjarige ongehuwden duurzaam een huishouden voeren, dan wel bestaande uit een ongehuwde meerderjarige die met één of meer minderjarige of meerderjarige ongehuwden duurzaam een huishouden voeren;
Artikel 2 Bereik van de verordening
Een voorziening wordt geweigerd:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
Hoofdstuk 2 Cliëntenraad individuele voorzieningen Wmo
Burgemeester en wethouders informeren de cliëntenraad individuele voorzieningen Wmo jaarlijks over onderwerpen die te maken hebben met het te voeren Wmo-beleid voor individuele voorzieningen waarover in het komende jaar advies zal worden gevraagd en voor welke datum het advies zal moeten zijn uitgebracht;
Artikel 5 Samenstelling cliëntenraad individuele voorzieningen Wmo
De leden van de Cliëntenraad individuele voorzieningen Wmo beschikken over aantoonbare deskundigheid of ervaring op het terrein van de individuele voorzieningen Wmo en zijn in staat de belangen van de doelgroep individuele voorzieningen Wmo te behartigen. Minimaal een derde van het aantal leden bestaat uit gebruikers van individuele voorzieningen Wmo;
Artikel 6 Benoeming en zittingsduur van de leden en de voorzitter
plaats dit lid is benoemd, zou aftreden. Het tussentijdse benoemde lid is voor één periode opnieuw benoembaar.
Ieder lid heeft het recht schriftelijk voorstellen aan de cliëntenraad te doen, welke voorstellen bij de voorzitter of secretaris worden ingediend. De voorstellen worden door de secretaris zo spoedig mogelijk aan de leden toegezonden. Indien de cliëntenraad omtrent de behandeling van deze voorstellen niet onmiddellijk beslist, heeft behandeling zoveel mogelijk in de daarop volgende vergadering plaats.
Artikel 11. Vergoedingen en middelen
Aan de cliëntenraad individuele voorzieningen Wmo worden door het college middelen ter beschikking gesteld, die het mogelijk maken te voldoen aan de in deze verordening vastgelegde taken en verantwoordelijkheden. De middelen worden jaarlijks mede ten behoeve van een onafhankelijk secretariaat toegekend op basis van een begroting.
Hoofdstuk 3. Vorm van te verstrekken voorzieningen.
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget. De aanvrager heeft keuzevrijheid tussen de verstrekking van de voorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.
Artikel 14 Persoonsgebonden budget
De omvang van het persoonsgebonden budget wordt met uitzondering van het persoonsgebonden budget voor vergoeding van een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5 lid 2 van de wet op de loonbelasting 1964 afgeleid van de tegenwaarde van de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura.
Burgemeester en wethouders kunnen onderzoeken of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle, op verzoek van burgemeester en wethouders per omgaande te verstrekken.
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet kan het college bepalen dat de aanvrager een eigen bijdrage verschuldigd is of kan de financiële tegemoetkoming worden afgestemd op het inkomen. Het college legt in het Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle de omvang van de eigen bijdrage vast.
Hoofdstuk 4. Huishouden voeren
Artikel 17 De verstrekking van hulp bij het huishouden
Een aanvrager kan voor de in artikel 16 vermelde voorziening in aanmerking komen indien het zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk is vanwege:
In afwijking van het gestelde in artikel 17 komt een aanvrager niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden als tot de leefeenheid waar deze persoon deel van uitmaakt een of meer huisgenoten behoren die wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten.
Hoofdstuk 5. Gebruik van de woning.
Artikel 21 Vormen van woonvoorzieningen
De door burgemeester en wethouders, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 22 Soorten individuele woonvoorzieningen
Indien de aanpassing in eigen beheer wordt uitgevoerd worden alleen de feitelijk aantoonbare kosten vergoed tot maximaal de kosten die zouden zijn vergoed bij professionele uitbesteding.
Art ikel 23 Primaat van de verhuizing
1.Een aanvrager kan voor een vergoeding voor verhuizing en stoffering als bedoeld in artikel 22,
lid 1, onder a in aanmerking komen wanneer aantoonbare beperkingen het normale gebruik van de woning belemmeren.
Een aanvrager kan voor een vergoeding voor woningaanpassing en voor woonvoorzieningen van niet-bouwkundige of woontechnische aard als bedoeld in artikel 22 lid1, onder b en c in aanmerking komen indien verhuizing naar een aangepaste of aanpasbare woning niet te realiseren is of niet de goedkoopst adequate oplossing is of uit maatschappelijk oogpunt onaanvaardbaar is.
Verhuizing naar een aangepaste of aanpasbare woning heeft geen voorrang, indien de som van de kosten van het aanpassen van die woning en het treffen van een woonvoorziening van niet-bouwkundige of woontechnische aard aan die woning minder bedragen dan het bedrag zoals bepaald in Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle.
Indien een aanvrager de aangepaste of aanpasbare woning niet accepteert, omdat hij zijn huidige woning wil aanpassen, kan hem een vergoeding verleend worden voor aanpassing van die huidige woning. De maximale hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zwolle.
Een aanvrager kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 22, onder d in aanmerking worden gebracht wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.
Artikel 24 Woon en verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt
De woonvoorzieningen worden niet verleend aan hotels, kloosters,
pensions, trekkerswoonwagens, instellingen, verzorgingshuizen, vakantiewoningen, tweede woningen, panden of ruimten bestemd voor kamerverhuur en specifiek op personen met beperkingenen ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
Artikel 25 Aanpassen hoofdverblijf en bezoekbaar maken andere woonruimte
Artikel 26 Niet noodzakelijke verhuizing en andere beperkende voorwaardenDe aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 22 wordt geweigerd indien:
de aanvrager verhuisd is vanuit of naar een woonruime die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een op grond van de wet toegelaten erkende AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden;
de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen;
e.de aanvraag betrekking heeft op het treffen van voorzieningen van een hoger niveau dan het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw.
Artikel 27 Gemeenschappelijke ruimten
Burgemeester en wethouders kunnen, uitgezonderd de gebouwen in artikel 25, een vergoeding verlenen voor het treffen van de volgende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de aanvrager ontoegankelijk blijft:
Artikel 28 Beperkende voorwaarden aanpassingskosten woonwagen en woonschip
d.de hoofdbewoner van een woonwagen in het bezit is van een bewoningsvergunning als bedoeld in de Woningwet.
Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip minder dan 5 jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen 5 jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet ten minste nog 5 jaar op de ligplaats mag liggen, worden de aanpassingskosten vastgesteld tot maximaal het bedrag zoals dat is bepaald in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zwolle.
Een vergoeding voor de aanpassing van een binnenschip kan slechts verleend worden indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit Stbl. 1987, 466, van een binnenschip, dat:
Artikel 29 Afbakening doelgroep kostenvergoeding verhuizing en stoffering
Artikel 30 Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie
1.Burgemeester en wethouders verlenen slechts een vergoeding in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 22, onder e, indien:
Artikel 31 Kosten in verband met tijdelijke huisvesting
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte kunnen burgemeester en wethouders voor de duur van maximaal 6 maanden een vergoeding ter hoogte van de gederfde huurinkomsten verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met verlies van huurinkomsten.
Artikel 33 Terugbetaling economische meerwaarde
Aan het verlenen van een vergoeding voor een woningaanpassing als bedoeld bij artikel 22 onder b is de voorwaarde verbonden dat de ontvanger van de tegemoetkoming die de woning binnen tien jaar na gereedmelding van de werkzaamheden verkoopt, binnen een week na verkoop van de woning, burgemeester en wethouders hierover schriftelijk op de hoogte stelt en gelijktijdig de verkoopakte overlegt. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
De verstrekte vergoeding wordt aan de gemeente terugbetaald bij verkoop van de aangepaste woning binnen tien jaar na gereedmelding van de werkzaamheden. De hoogte van de terugbetaling bedraagt 100% van de tegemoetkoming, indien de woning binnen één jaar na gereedmelding wordt verkocht. De hoogte van de terugbetaling wordt verminderd met 10% voor ieder verstreken jaar na datumgereedmelding.
Artikel 34 Het verwerven van grond
Indien een woningaanpassing als bedoeld in artikel 22 onder b betrekking heeft op het uitbreiden van een bestaande woning, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kan een vergoeding verleend worden voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals vermeld in bijlage I.
Artikel 35 Primaat van de losse woonunit
Het college verstrekt een herplaatsbare woonunit als:
Hoofdstuk 6. Het lokaal verplaatsen per vervoermiddel.
Artikel 36 Vormen van vervoersvoorzieningen
De door burgemeester en wethouders, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 38 Omvang in gebied en in kilometers.
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte uitsluitend rekening gehouden met verplaatsingen in het kader van het leven van alledag, die zich binnen vijf openbaar vervoerzones vanaf het woonadres afspelen, tenzij er sprake is van bijzondere individuele omstandigheden, die een grotere vervoersbehoefte aannemelijk maken.
Voor vervoer buiten de gemeentegrens maar binnen vijf openbaar vervoerzones vanaf het woonadres met het collectief vervoersysteem kan door burgemeester en wethouders een gemaximeerde vergoeding worden verleend, tenzij er sprake is van bijzondere individuele omstandigheden, die een grotere vervoersbehoefte en daarmee een hogere vergoeding aannemelijk maken.
Een aanvrager die in een AWBZ-instelling verblijft en van wie de partner of directe familie buiten de vijf openbaar vervoerzones woont, kan in aanmerking komen voor een persoonsgebonden budget voor familiebezoek tot maximaal het bedrag genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle.
Artikel 40 Vervoersvoorziening voor directe woonomgeving
Er kan een voorziening voor verplaatsing in de directe woonomgeving worden toegekend. De voorziening kan bestaan uit een verstrekking in natura of een persoonsgebonden budget voor de aanschaf, aanpassing of het gebruik van een ander verplaatsingsmiddel.
Artikel 41 Recht op een vervoersvoorziening
Een aanvrager kan, als aantoonbare beperkingen het gebruik van het collectieve vervoer onmogelijk maken, in aanmerking komen voor een vergoeding voor gebruik van de eigen auto of aanpassing van de eigen auto. De hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zwolle.
Hoofdstuk 7. Verplaatsen in en rond de woning.
Artikel 44 Incidenteel en dagelijks rolstoelgebruik en sportrolstoel
Een aanvrager kan voor de in artikel 44, onder a en b vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen incidenteel of dagelijks zittend verplaatsen in of om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Artikel 45 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners
In uitzondering op het gestelde in artikel 45, lid 1 komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, in het kader van de AWBZ.
Hoofdstuk 8. Verkrijgen van voorzieningen
Artikel 46 Gebruik aanvraagformulier
Een aanvraag moet schriftelijk of elektronisch worden ingediend bij de afdeling individuele verstrekkingen maatschappelijke ondersteuning. Voor de aanvraag van een voorziening stellen burgemeester en wethouders een formulier ter beschikking.
Artikel 47 Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
Na aanmelding of het indienen van een aanvraag onderzoekt de gemeente of zorg aanwezig of nodig is op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De gemeente geleidt als dat nodig is een aanvraag door. Zij onderzoekt of de voorzieningen op elkaar moeten worden afgestemd.
Artikel 48 Inlichtingen, onderzoek, advies en beschikking
1.Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de
beoordeling van het recht op een voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend:
Artikel 49 Samenhangende afstemming
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager verrichten burgemeester en wethouders (zelf of door derden) onderzoek naar de situatie van de aanvrager.
Artikel 50 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie op basis van deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn voor de aanspraak op een voorziening.
De beschikking vermeldt op welke wijze de beperkingen van de aanvrager, door de inzet van de eigen kracht, het sociaal netwerk, algemene voorzieningen en individuele voorzieningen worden opgeheven of beperkt waardoor rekening houdend met de persoonskenmerken en de behoeften van de aanvrager wordt bijgedragen aan het behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale maatschappelijke participatie.
Artikel 52 Intrekking van een voorziening
1.Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking, genomen op grond van deze
verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
2.Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget
wordt ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na
uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor de verlening heeft
1.Wanneer een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een al uitbetaalde financiële
tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
2.Wanneer het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze
voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk
3.Wanneer een verschuldigde eigen bijdrage niet wordt voldaan, kan een voorziening worden
4.Indien mogelijk wordt een vordering verrekend met een toegekend maar nog niet uitbetaald
5.In geval van dringende redenen kan het college afzien van een terugvordering over een
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de artikelen 2, 16 tot en met 44, 53en 54 van deze verordening, voor zover toepassing van de verordening gelet op het belang van de aanvrager tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de Centraal Bureau voor de Statistiek prijsindex voor gezinsconsumptie.