Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2009 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 janauari 2012.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | intrekking | 28-02-2013 Het Kontakt, 20-03-2013 | 1.201.006 | |
23-08-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2013 | art. 5, 5a, 5b | 02-02-2012 Het Kontakt, 22-08-2012 | 11.01074 |
06-01-2011 | 01-01-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 29-01-2009 Het Kontakt, 29-12-2010 | Dossiercode 418729 |
De raad van de gemeente Harderwijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 december en 6 januari 2009
gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand,
overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen.
vast te stellen de volgende verordening; Verordening langdurigheidstoeslag 2009
In deze verordening wordt verstaan onder:
Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.
B. Recht op langdurigheidstoeslag
Recht op langdurigheidstoeslag bestaat voor de zelfstandig wonende inwoner van de gemeente. Studenten behoren niet tot de personenkring van rechthebbenden.
Artikel 4-Langdurig laag inkomen
Aan de in artikel 36, eerste lid van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 120 procent van de bijstandsnorm.
Artikel 5-Hoogte van de langdurigheidstoeslag
Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.