Organisatie | Krimpen aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2011 |
Citeertitel | hondenbelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 02-01-2014 | Onbekend | 16-12-2010 IJssel- en Lekstreek, 22-12-2010 | Onbekend | |
01-01-2011 | 02-01-2014 | Onbekend | 16-12-2010 IJssel- en Lekstreek, 22-12-2010 | Onbekend | |
01-01-2011 | 02-01-2014 | Onbekend | 16-12-2010 IJssel- en Lekstreek, 22-12-2010 | Onbekend |
Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Bij de invordering van hondenbelasting wordt kwijtschelding verleend voor de eerste hond.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8a Gecontinueerde belastingplicht
Ten aanzien van de belastingplichtige, aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting in beginsel geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd.
Voor de toepassing van deze verordening wordt voor de in artikel 9, eerste en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen genoemde termijn, een termijn van vier weken in de plaats gesteld.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog dagen overblijven.
Aanslagen die een bedrag van € 5,00 niet te boven gaan, worden niet opgelegd.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog dagen overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel