Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2010 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | verkeer, vervoer, wegen |
Waar mag u parkeren? Welke regels gelden hiervoor?
Deze verordening vervangt de verordening van 2006
Algemene voorwaarden gebruik parkeeraccomodaties gemeente Zwolle
Regeling voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen van het jaar 2009
Algemene voorschriften, beperkingen en aanwijzingen voor parkeervergunningen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-07-2010 | 01-06-2016 | nieuw | 08-01-2010 De Peperbus (30-06-2010) | gb 1-2010.037 |
Hoofdstuk 1.Definities en begripomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a.RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
b motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV1990;
c.parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
d.bewoner: degene die daadwerkelijk woonachtig is in de binnenstad of in de schilwijken, blijkens inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
e. houder van een motorvoertuig: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt
f. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
g. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;
h. vergunninghouderparkeerplaats: een parkeerplaats die
i. vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/ofvergunninghouderparkeerplaatsen;
j. abonnement: een vergunning voor het parkeren op door burgemeester en wethouders aan te wijzen parkeeraccommodaties;
k. vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;
l. autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;
m. aanbieder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die motorvoertuigen voor autodate ter beschikking stelt;
n. deelnemer: een natuurlijke persoon die een overeenkomst heeft gesloten inzake autodate;
o. autodateplaats: de parkeerplaats, aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met onderbord met aanduiding “autodate” waar een motorvoertuig bestemd voor autodate krachtens vergunning mag worden geparkeerd.
p. autodate-vergunning: een vergunning ten behoeve van autodate-auto´s;
q. de binnenstad: het gebied binnen de gemeente Zwolle begrensd door de Stadsgracht, Schuttevaerhaven en Achtergracht;
r. de schilwijken: het gebied binnen de gemeente Zwolle buiten de Stadsgracht, Schuttevaerhaven en Achtergracht voor zover deze vallen onder het in artikel 2 bepaalde aanwijzingsbesluit van burgemeester en wethouders;
s. zelfstandige woning: een zelfstandig belastingobject in de zin van
Hoofdstuk 3 Parkeervergunningen
Artikel 3.1 De vergunningverlening
Met betrekking tot het bepaalde in artikelen 3.2 tot en met 3.9 kunnen burgemeester en wethouders in het belang van een goede verdeling van de beschikbare ruimte per gebied waar parkeerapparatuur- en/of vergunninghouderparkeerplaatsen aanwezig zijn nadere voorschriften en beperkingen verbinden, zoals ten aanzien van :
Artikel 3.2 De soorten vergunningen
Burgemeester en wethouders kunnen in een gebied waar vergunninghouderparkeerplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn uitsluitend de volgende soorten vergunningen verlenen:
Artikel 3.3 Bewonersvergunning
Een parkeervergunning zoals bedoeld in artikel 3.2 onder a kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die als bewoner in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op een adres staat ingeschreven en van wie het adres een zelfstandige woning betreft, gelegen binnen het gebied waar vergunninghouderparkeerplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.
Artikel 3.4 Bezoekersvergunning
Een parkeervergunning zoals bedoeld in artikel 3.2 onder b kan worden verleend aan een bewoner ten behoeve van diens bezoekers.
Artikel 3.5 Bedrijvenvergunning
Een parkeervergunning zoals bedoeld in artikel 3.2 onder c kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, wanneer deze een beroep en/of bedrijf uitoefent, gevestigd is, en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is een motorvoertuig te parkeren, binnen een gebied waar parkeerapparatuur- en/of vergunninghouderparkeerplaatsen aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen, op aanvraag een vergunning zoals bedoeld onder lid 1, verlenen voor een bedrijf gevestigd in de binnenstad voor parkeren op een vergunninghouderparkeerplaats in de binnenstad, indien dit in het belang van diens efficiënte beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is. Burgemeester en wethouders stellen een limitatieve lijst met beroepen en bedrijven op waarvoor dit van toepassing is.
Artikel 3.7 Vergunningen voor storing, onderhoud en reparaties
Een parkeervergunning zoals bedoeld in artikel 3.2 onder e kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, wanneer deze in verband met de tijdelijke uitoefening van zijn beroep en/of bedrijf in een gebied waar parkeerapparatuur- en/of vergunninghouderparkeerplaatsen aanwezig zijn, aangewezen is op gebruikmaking van zijn motorvoertuig.
Aan een vergunning voor autodate kunnen burgemeester en wethouders voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.
Burgemeester en wethouders kunnen ten gunste van de aanvrager het bij of krachtens deze verordening bepaalde buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.