Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belasting, grafrecht, rioolrecht, afvalstoffenheffing, OZB, RZB, |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-02-2009 | 09-03-2011 | Nieuwe regeling | 27-01-2009 De Drom, 10-02-2009 | BW08.1006 |
Het college van burgemeester en wethouders van Enkhuizen;
• artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;
• artikel 3 van de verordening begraafplaatsrechten;
• artikel 2 van de verordening haven- en liggelden
• artikel 3 van de verordening marktgelden
• artikel 2 van de verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten;
• artikel 2 van de verordening rioolrechten;
• artikel 3 van de verordening reinigingsheffingen;
• artikel 2 van de verordening afvalstoffenheffing;
• artikel 3 van de verordening nachttoeristenbelasting;
• artikel 3 van de verordening vermakelijkhedenretributie
• artikel 3 van de verordening haven- en liggelden;
• artikel 3 van de verordening leges
Besluit: vast te stellen de volgende:
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel, hond).
In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Enkhuizen een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.
Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
1.1 de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:
1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;
1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;
1.1.3 de erfpachter dan wel de beklemde meier;
1.2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde;
1.3 degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.
Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
2.1 indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Enkhuizen wonen of gevestigd zijn:
2.1.1 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;
2.1.2 degene die in de gemeente woont of is gevestigd;
2.1.3 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.1.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
2.1.5 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;
2.1.6 degene die bij de heffingsambtenaar als genothebbende of gebruiker bekend is;
2.1.7 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;
2.2 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Enkhuizen wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:
2.2.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.2.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;
2.2.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;
2.2.4 degene die bij de heffingsambtenaar als genothebbende of gebruiker bekend is;
2.2.5 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;
2.3 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:
2.3.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
2.3.2 degene die bij de heffingsambtenaar als genothebbende of gebruiker bekend is;
2.3.3 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen en de belastingen op roerende woon- en
bedrijfsruimten die worden geheven van gebruikers en de forensenbelasting, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
3.1 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;
3.2 degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;
3.4 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.
Met betrekking tot de hondenbelasting, het rioolrecht van gebruikers (afvoerrecht) en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
4.1 degene die de nutsvoorziening van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, op naam heeft;
4.2 degene die de huur van het hele belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, betaalt aan een elders wonende verhuurder;
4.3 degene die het grootste deel van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, gebruikt;
4.4 degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;
4.5 degene die het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, het langst gebruikt;
4.6 de oudste, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden;
4.7 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.
Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:
5.1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;
De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:
6.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;
6.2 bij de heffingsambtenaar bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.