Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de commissie: de auditcommissie;
- b.
de raad: de gemeenteraad;
- c.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de
Gemeente West Maas en Waal;
- d.
de accountant: de in de Controleverordening (213 GW)Gemeente West
Maas en Waal bedoelde accountant die belast is met de controle op de
in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekeningen;
- e.
de voorzitter: de voorzitter van de commissie;
- f.
het controleprotocol: het controleprotocol voor de
accountantscontrole op de jaarrekening.
Artikel 2 Instelling en doel
- 1.
Er is een auditcommissie;
- 2.
De commissie heeft als doel afstemmingsoverleg te voeren met de
accountant als bedoeld in artikel 4, derde lid van de
Controleverordening Gemeente West Maas en Waal en uitvoering te geven
aan de taken als omschreven in artikel 3;
- 3.
De commissie treedt niet in de onderscheiden bevoegdheden van raad en
college.
Artikel 3 Taken en bevoegdheden
De auditcommissie heeft de volgende taken:
- 1.
De onderzoeken van het college, de rekenkamercommissie en de
accountant te coördineren en af te stemmen zodat geen dubbel werk
wordt verricht of ongewenste overlap plaatsvindt;
- 2.
Een adviesrol bij het samenstellen van het programma van eisen aan
de externe accountant, de procedure van aanbesteding van de
accountantsdiensten en de keuze van de externe accountant;
- 3.
Het zijn van eerste aanspreekpunt voor de accountant richting de
raad betreffende de opzet en uitvoering van de
accountantscontrole;
- 4.
Het evalueren van de werkzaamheden van de accountant;
- 5.
Het adviseren van de raad over aanpassingen in financiële
verordeningen;
- 6.
Het voorbereiden van de controle op de jaarrekening;
- a.
advies aan de raad over het controleprotocol (college doet
voorstel voor het controleprotocol);
- b.
advies over de goedkeurings- en rapportagetoleranties voor
toe te passen percentages omtrent onjuistheden en
onzekerheden;
- 7.
Het formuleren van een advies aan de raad over de wijze van
behandeling van de (interim) rapportages van de accountant;
- 8.
Een overlegplatform te zijn voor de voorgenomen controleaanpak door
de accountant met de mogelijkheid om specifieke aandacht te besteden
aan bepaalde posten of organisatieonderdelen;
- 9.
Het adviseren van de raad over onderwerpen die naast de reguliere
controle in het bijzonder zouden kunnen worden getoetst in het kader
van de accountantscontrole en andere aspecten van
rechtmatigheid;
- 10.
Een overlegplatform voor de rekenkamercommissie;
- 11.
Met de rekenkamercommissie overleg plegen over de voortgang van
onderzoeken;
- 12.
Het adviseren van de raad in het kader van budgetbesteding van de
rekenkamercommissie;
- 13.
Overleg over kwaliteitsverbetering van planning &
control-documenten.
Artikel 4 Samenstelling en zittingsduur
- 1.
De auditcommissie bestaat uit vier raadsleden;
- 2.
De in het eerste lid genoemde leden worden op voordracht van de fracties
benoemd door de raad voor een periode gelijk aan hun zittingsduur. De
leden nemen zitting namens de raad en niet namens de fracties. Zij
treden dus op onafhankelijk van hun fracties;
- 3.
De raad benoemt uit zijn midden één plaatsvervangend lid voor de
auditcommissie. Op deze benoeming zijn de voorwaarden van toepassing die
op grond van deze verordening ook van toepassing zijn op de leden van de
auditcommissie;
- 4.
Een lid houdt op lid te zijn indien zijn raadslidmaatschap vervalt;
- 5.
De auditcommissie laat zich bij haar werkzaamheden bijstaan door de
wethouder Financiën, die daarbij wordt ondersteund door ambtelijk
adviseurs zijnde de gemeentesecretaris, het hoofd van de afdeling BMO en
de concerncontroller;
- 6.
De auditcommissie laat zich desgewenst adviseren door de accountant
en/of leden van de rekenkamercommissie;
- 7.
De auditcommissie wijst uit haar midden een voorzitter en een
plaatsvervangend voorzitter aan. De voorzitter kan zelf deelnemen aan de
beraadslagingen;
- 8.
De commissie kan andere adviseurs dan de onder artikel 4, lid 4 genoemde
adviseurs verzoeken de vergadering bij te wonen en advies uit te brengen
aan de commissie;
- 9.
De zittingsperiode van de leden van de auditcommissie eindigt in ieder
geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad;
- 10.
De raad kan een lid tussentijds ontslaan;
- 11.
Een lid kan te allen tijde ontslag nemen.
Artikel 5 Werkwijze en vergaderingen
- 1.
De auditcommissie vergadert zo dikwijls als door de voorzitter of door
de meerderheid van de leden met opgaaf van redenen nodig wordt
geacht;
- 2.
De vergaderingen van de auditcommissie zijn niet openbaar. De verslagen
en de rapportages zijn wel openbaar, tenzij de openbaarheid de belangen
van een bepaald onderwerp kan schaden;
- 3.
De auditcommissie legt haar advies aan de raad en/of de resultaten van
haar bespreking vast in een rapportage. De rapportage en verslagen
worden ter kennis gebracht aan de raad;
- 4.
Verslagen worden vastgesteld door de auditcommissie;
- 4.
Raadsleden zijn gerechtigd de vergadering van de auditcommissie bij te
wonen;
- 5.
In stukken waarvoor de auditcommissie geheimhouding heeft besloten en
die onderdeel uitmaken van de rapportage aan de gemeenteraad, kunnen
leden van de raad en het college inzage verkrijgen bij de
raadsgriffier;
- 6.
Voor wat betreft de ambtelijke ondersteuning van de rekeningcommissie
wordt op een wijze voorzien analoog aan de bepalingen hieromtrent uit de
Verordening op de ambtelijke ondersteuning.
Artikel 6 Betrokkenheid accountant en rekenkamercommissie bij
auditcommissie
- 1.
De auditcommissie nodigt de accountant en de voorzitter/leden van de
rekenkamercommissie uit voor haar vergaderingen;
- 2.
De auditcommissie kan besluiten zonder de accountant en de
voorzitter/leden van de rekenkamer te vergaderen;
- 3.
De rekenkamercommissie en de accountant behouden de mogelijkheid om met
de gehele gemeenteraad te vergaderen als dat nodig is.
Artikel 7 Secretariaat
- 1.
De griffier voert het secretariaat van de auditcommissie, draagt zorg
voor de verslaglegging en archivering van de commissiebescheiden;
- 2.
De griffier kan aan de beraadslagingen van de auditcommissie deelnemen,
zonder lid te zijn van de auditcommissie.
Artikel 8 Geheimhouding
Over zaken die zijn besproken in de vergadering van de auditcommissie en
over de inhoud van de stukken van de auditcommissie, kan de auditcommissie
geheimhouding opleggen. Ter zake van het eventueel opleggen van
geheimhouding is artikel 86 van de Gemeentewet van toepassing. Deze
geheimhouding wordt pas opgeheven als de auditcommissie de geheimhouding
opheft. De geheimhouding wordt door allen die van de stukken en van het
besprokene in de commissie kennis dragen, in acht genomen totdat de
commissie haar opheft.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening
auditcommissie Gemeente West Maas en Waal”.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2007.