Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;
- b.
college: college van burgemeester en wethouders;
- c.
rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente West
Maas en Waal
- d.
doelmatigheid en efficiëntie: het streven om met een zo beperkt
mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste
resultaat te bereiken.
- e.
doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een
organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde
doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te
bereiken;
- f.
Rechtmatigheid: de mate waarin het gemeentelijk beleid voldoet
aan de wettelijke kaders en regelgeving.
Artikel 2 Instelling en taak rekenkamercommissie
- 1.
Er is een rekenkamercommissie belast met de uitoefening van de
rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81o van de
Gemeentewet.
- 2.
De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de
doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het
gemeentebestuur gevoerde bestuur.
- 3.
Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de
rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur
bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213
van de Gemeentewet, tweede lid.
Artikel 3 Samenstelling en benoeming leden
- 1.
De rekenkamercommissie bestaat uit een externe voorzitter en vier
raadsleden.
- 2.
De voorzitter wordt door de raad benoemd op voorstel van het
presidium voor een periode die gelijk is aan de zittingsduur van de
raad, met de mogelijkheid van herbenoeming voor maximaal één
raadsperiode. Voorafgaand aan het opstellen van het voorstel voert
het presidium overleg met de rekenkamercommissie.
- 3.
Het presidium stelt voor de vacature van de voorzitter een
profielschets op. De selectie van de voorzitter vindt plaats op
grond van een openbare sollicitatieprocedure.
- 4.
Het presidium doet het voorstel als bedoeld in het derde lid
vergezeld gaan van een verklaring van de kandidaat bevattende:
- a.
de mededeling dat hij/zij de benoeming als lid zal
aanvaarden;
- b.
een overzicht van de openbare betrekkingen die hij/zij
bekleedt.
- 5.
De raad benoemt uit de kring van raadsleden vier raadsleden, op
voordracht van het presidium.
- 6.
De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadslid zijn, worden
voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen.
- 7.
De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een door de
rekenkamercommissie uit haar midden aan te wijzen lid.
- 8.
De externe voorzitter legt, voordat hij zijn functie kan uitoefenen,
in een vergadering van de raad in handen van de voorzitter van de
raad de eed (verklaring en belofte) af als bedoeld in
artikel 81 g van de Gemeentewet.
- 9.
Ten aanzien van de externe voorzitter is artikel 81f, behoudens het
eerste lid, onder k en q van de Gemeentewet van overeenkomstige
toepassing.
- 10.
Als de voorzitter door de raad wordt ontslagen of op non-actief
wordt gesteld, kan de raad voor de tijdelijke vervanging in de
functie van voorzitter een van het tiende lid afwijkende voorziening
treffen.
Artikel 4 Ontslag en non-activiteit
- 1.
De voorzitter kan door de raad worden ontslagen of op non-activiteit
gesteld als één van de gronden zich voordoet als bedoeld in artikel
81c, zesde of zevende lid of van artikel 81d, eerste of tweede lid
van de Gemeentewet
- 2.
Het presidium bericht de raad als één van de gronden voor ontslag
respectievelijk non-activiteit als bedoeld in het eerste lid zich
voordoet.
- 3.
In de gevallen als bedoeld in artikel 81c, zevende lid en in artikel
81d, tweede lid van de Gemeentewet, adviseert het presidium de raad
over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag
respectievelijk het op non-actief stellen van de voorzitter.
- 4.
Het presidium adviseert de raad tevens omtrent de beslissing tot
verlenging of beëindiging van het op non-actief stellen van het
desbetreffende lid, als bedoeld in artikel 81d, derde lid van de
Gemeentewet.
- 5.
Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:
- a.
- b.
indien het lid aftreedt als lid van de raad;
- c.
indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer
geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te
vervullen.
Artikel 5 Verboden handelingen externe voorzitter
- 1.
Het is de externe voorzitter verboden de handelingen te verrichten
als bedoeld in artikel 15 van de gemeentewet. De raad kan, gehoord
de commissie, de externe voorzitter die gehandeld heeft in strijd
met dit verbod van zijn functie ontslaan.
- 2.
De externe voorzitter is niet werkzaam bij een bedrijf dat
opdrachten uitvoert in opdracht van de gemeente of bij een door de
gemeente gesubsidieerde instelling, dan wel heeft geen andere
nevenbetrekkingen die hun onafhankelijke positie ten aanzien van
gemeenten zouden kunnen schaden.
- 3.
De externe voorzitter overlegt aan de raad een lijst met daarin
opgenomen de nevenfuncties die hij of zij op dat moment vervult, als
ook de veranderingen daarin.
Artikel 6 Taken voorzitter
- 1.
De voorzitter draagt zorg voor:
- a.
het tijdig en periodiek bijeenroepen van de
rekenkamercommissie;
- b.
het leiden van de vergaderingen;
- c.
het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van
een zorgvuldige besluitvorming;
- d.
een adequate en tijdige informatievoorziening naar de leden en naar
externen;
- e.
het woordvoerderschap voor de rekenkamercommissie (voor inwoners,
pers, raad gemeentelijke organisatie en instellingen die onderwerp
zijn van onderzoek);
- f.
het voorbereiden van het jaarverslag over de werkzaamheden van de
rekenkamercommissie in het voorafgaande jaar;
- g.
hoor en wederhoor naar aanleiding van een onderzoeksrapport;
- h.
de bewaking van de onderzoeksopzet, de voortgang van het onderzoek
en de planningen;
- i.
de voorbereiding van een onderzoeksprotocol waarin wordt vastgelegd
wat de visie en werkwijze is van de rekenkamercommissie bij de
voorbereiding, uitvoering en publicatie van haar onderzoeken;
- j.
de inhoudelijke voorbereiding van de offerteaanvragen voor de
externe onderzoekers.
- 2.
De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers
en met het secretariaat.
Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van leden van de commissie
- 1.
De voorzitter ontvangt een vergoeding voor de werkzaamheden
die hij/zij verricht voor de rekenkamercommissie.
- 2.
De vergoeding bedraagt, in afwijking van het gestelde in
artikel 26 van de Verordening rechtspositie wethouders,
raads- en commissieleden, twee en een half maal het bedrag
dat de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties jaarlijks vaststelt ingevolge artikel
14, eerste lid van het Rechtspositiereglement raads- en
commissieleden per:
- a.
gezamenlijke vergadering van de rekenkamercommissie en
- b.
een dagdeel dat de externe voorzitter besteedt aan overleg met een
externe onderzoeker en in het kader van hoor- en wederhoor naar
aanleiding van een onderzoeksrapport; een dagdeel bestaat uit de
periode van 4 uren; reistijd komt niet voor vergoeding in aanmerking
evenmin als een dagdeel dat voor minder dan een vierde aan
vergaderen is besteed.
- 3.
Daarnaast ontvangt de externe voorzitter op declaratiebasis een
tegemoetkoming in de door hem/haar gemaakte reis- en verblijfkosten.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in
redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de
bedragen als genoemd in artikel 4 van de Regeling rechtspositie
wethouders;
- c.
de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake
van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan de
voorzitter overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c,
van de regeling rechtspositie wethouders.
- 4.
Aan de raadsleden die lid zijn van de rekenkamercommissie wordt
voor de duur van het lidmaatschap van de rekenkamercommissie per
jaar een toelage toegekend van 5% van de vergoeding van de
werkzaamheden op jaarbasis. Voor de toepassing hiervan stelt de
burgemeester de duur van het lidmaatschap van de rekenkamercommissie
vast.
Artikel 8 Secretaris
- 5.
De raad benoemt de secretaris van de rekenkamercommissie.
- 6.
De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van
haar taken terzijde.
- 7.
De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de
rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken
worden verricht.
- 8.
De secretaris is verantwoordelijk voor:
- a.
de agendaplanning in overleg met de voorzitter
- b.
de logistieke voorbereiding van vergaderingen
- c.
de administratieve voorbereiding van vergaderingen in
overleg met de voorzitter
- d.
de verslaglegging van de vergaderingen;
- e.
de vorming van dossiers en het beheer daarvan;
- f.
- g.
beheer van het postadres van de rekenkamercommissie
- h.
het bijhouden van de webpagina over de
Rekenkamercommissie
- i.
de logistieke en organisatorische werkzaamheden die
voortvloeien uit de werkzaamheden van de
Rekenkamercommissie
- j.
het (doen) verzorgen van interne en externe correspondentie
en communicatie na overleg met de voorzitter
- k.
het periodiek op de hoogte stellen van de voorzitter van de
lopende zaken (bestaat uit toezenden van raadsstukken,
informatiebronnen enz.)
Artikel 9 Reglement van orde en onderzoeksprotocol
- 1.
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar
vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement
na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
- 2.
De rekenkamercommissie stelt een onderzoeksprotocol op voor haar
activiteiten op het gebied van onderzoek.
Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
- 1.
De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij
onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de
onderzoeksopzet vast.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de
commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.
- 3.
Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek
kunnen gedaan worden door:
- a.
- b.
- c.
- d.
inwoners van de gemeente West Maas en Waal.
- 4.
De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in
hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het
verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden
aanvoeren.
Artikel 11 Werkwijze
- 1.
De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de
uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de
door haar vastgestelde onderzoeksopzet.
- 2.
Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie,
met inachtneming van het beschikbare budget, externe
deskundigheid inschakelen.
- 3.
De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad
tussentijds te informeren.
- 4.
De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het
gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die
zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het
gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de
gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde
termijn te verstrekken.
- 5.
De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten
bij de besturen en/of directies van de hierna genoemde
organisaties te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling
van haar taak nodig acht. Indien de zorg voor een administratie
aan een derde is uitbesteed, is een en ander. van
overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken
derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van
die derde voert. Tevens verstrekken de besturen en/of directies
van de hierna genoemde organisaties desgevraagd alle
inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar
taak nodig acht:
- a.
openbare lichamen en gemeenschappelijke organen,
ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke
regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren
dat de gemeente deelneemt in deze regeling;
- b.
naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met
beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan
50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de
jaren dat de gemeente meer dan 50% van het geplaatste
aandelenkapitaal houdt;
- c.
andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de
gemeente of een derde voor rekening en risico van de
gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening
of garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste
50% van de baten van deze instelling, over de jaren
waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking
heeft.
- 6.
De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter
bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.
- 7.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten
zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10
van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie
rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan
als geheim aanmerken.
- 8.
De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen
beleggen.
- 9.
De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om
binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee
weken bedraagt, hun zienswijze ten aanzien van de feiten uit het
conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te
maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede)
voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie
bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt. Na
deze ambtelijke hoor en wederhoor formuleert de
rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een
nota.
- 10.
De rekenkamercommissie stelt het gemeentebestuur in de
gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die
tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek
en de nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Naar
aanleiding van de bestuurlijke reactie stelt de
rekenkamercommissie een nawoord op.
- 11.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het
onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen, de
zienswijze van betrokkenen op het rapport en het nawoord van de
rekenkamercommissie zo spoedig mogelijk, onder toezending van
een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad
aangeboden. De rekenkamercommissie formuleert de aanbevelingen
zo veel mogelijk in de vorm van amendeerbare conceptbesluiten
van de raad.
- 12.
De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het
onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen. De
gemeenteraad formuleert op basis van deze conclusies en
aanbevelingen een besluit.
Artikel 12 Budget
- 1.
De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de
begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve
van de uitvoering van haar taken.
- 2.
Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de
kosten gebracht van:
- a.
de vergoedingen aan de externe voorzitter;
- b.
de toelage van de raadsleden;
- c.
externe onderzoekers die door de rekenkamercommissie zijn
ingeschakeld;
- d.
de kosten van de secretariële ondersteuning
- e.
eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig
acht voor de uitoefening van haar taak.
- 3.
De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget
uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.
- 4.
De rekenkamercommissie verantwoordt jegens de raad de baten en
lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag als bedoeld
in artikel 185, derde lid van de gemeentewet.
Artikel 13 Evaluatie
De gemeenteraad evalueert het functioneren van de rekenkamercommissie
elke twee jaar. Bij de evaluatie toetst de gemeenteraad aan de volgende
criteria:
- a.
keuze van de onderzoeksonderwerpen en het onderzoeksplan;
- b.
kwaliteit van het onderzoek (zoals leereffecten voor raad en
college);
- c.
communicatie en competenties van de leden van
rekenkamercommissie
- d.
hoogte van het beschikbare onderzoeksbudget.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag
van bekendmaking.
- 2.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de
rekenkamercommissie West Maas en Waal 2011