Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Verordening burgerinitiatief

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening burgerinitiatief
CiteertitelVerordening burgerinitiatief
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling wordt vervangen door de Verordening burgerinitiatief 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-201114-07-2011intrekking

28-06-2011

Gemeenteblad van Utrecht, 2011, 47

Raadsvoorstel jaargang 2011, nr. 82
10-12-200414-07-2011nieuwe regeling

09-12-2004

Gemeenteblad van Utrecht 2004, nr. 58

Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 223

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief, waarin opgenomen het raadsbesluit van 9 december 2004. (raadsbesluit van 28 augustus 2003)

De raad van de gemeente Utrecht gelet op het voorstel van de VVD d.d. 15 april 2003

Besluit

Vast te stellen de volgende

Verordening op het burgerinitiatief

Artikel 1

De doelstelling van de Verordening op het burgerinitiatief is:

De participatie en betrokkenheid van de bewoners van Utrecht te vergroten en de bewoners de mogelijkheid te bieden om direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda.

Artikel 2

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van Utrecht;

  • b.

    commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c.

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid;

  • d.

    ingezetenen: personen ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Utrecht.

Artikel 3

Ingezetenen van veertien jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 4

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:

  • a.

    de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • b.

    gemeentelijke procedures;

  • c.

    de gemeentelijke organisatie;

  • d.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting en begrotingen van takken van dienst;

  • e.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • f.

    geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

  • g.

    onderwerpen waarover de raad korter dan twee jaar voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen;

  • h.

    handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door de gemeenteraad of het college vastgestelde klachtenregeling;

  • i.

    benoemingen van personen of functioneren van personen;

  • j.

    onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepprocedure openstaat of heeft opengestaan;

Artikel 5
  • 1.

    Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Het burgerinitiatief dient te worden ondersteund door tenminste het volgende aantal ingezetenen van veertien jaar en ouder:

  • a. voor verzoeken met een buurtgericht karakter: 250

  • b. voor verzoeken met een wijkgericht karakter: 1.000

  • c. voor verzoeken met een bovenwijks of stedelijk karakter: 2.500

  • 3.

    De ondersteuning als bedoeld in het vorige lid blijkt uit ondertekening door de ondertekening door de ondersteuner van een aan het burgerinitiatief gehechte, door de gemeente verstrekte lijst.

  • 4.

    Een ondertekening bedoeld in het vorige lid is pas geldig als naast de handtekening tevens de naam, het adres en de geboortedatum van de ondersteuner worden vermeld.

  • 5.

    Digitale handtekeningen zijn niet geldig.

Artikel 6
  • 1.

    Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.

  • 2.

    Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 3.

    Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van tenminste een en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 7
  • 1.

    De voorzitter van de raad bericht de raad binnen twee weken na ontvangst van een burgerinitiatief of het burgerinitiatief voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 5 en 6 en of sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.

  • 2.

    Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen in artikel 5 stelt de voorzitter van de raad de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 6, derde lid, gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de gebreken te herstellen.

  • 3.

    De voorzitter van de raad doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de vertegenwoordigers en aan de raad.

  • 4.

    De termijn bedoeld in het tweede lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het derde lid.

Artikel 8
  • 1.

    De raad beslist in zijn eerstvolgende vergadering na ontvangst van de voorzitter als bedoeld in artikel 7, eerste lid, over de behandeling van het burgerinitiatief.

  • 2.

    Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of gebruik wordt gemaakt van een van de mogelijkheden genoemd in het derde en vierde lid van dit artikel en in welke raadsvergadering besluitvorming over een burgerinitiatief zal plaatsvinden.

  • 3.

    De raad kan een burgerinitiatief om advies voorleggen aan het college.

Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

  • 4.

    De raad kan besluiten om over een burgerinitiatief het advies in te winnen van een commissie. Het derde lid, tweede volzin, van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.

  • 5 .

    Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vinden plaats binnen twaalf weken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen.

  • 6.

    Indien een burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juli of augustus worden de termijnen genoemd in het vijfde lid met twaalf respectievelijk acht weken verlengd.

Artikel 9
  • 1.

    De voorzitter van de raad stelt een of meerdere vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 6, derde lid, in de gelegenheid gesteld het burgerinitiatief toe te lichten in de raadsvergadering waarin de beraadslaging over het initiatief plaatsvindt en eventuele vragen uit de raad te beantwoorden.

  • 2.

    De voorzitter van de raad kan een of meerdere vertegenwoordigers als bedoeld in het eerste lid toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in de raad over het burgerinitiatief.

  • 3.

    Indien de raad toepassing heeft gegeven aan artikel 8, vierde lid, zijn het eerste en het tweede lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10
  • 1.

    De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 6, derde lid, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis.

  • 2.

    van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 3.

    Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van de gemeente Utrecht de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Burgerinitiatief.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 28 augustus 2003.

 

de griffier

Drs. A.A.H. Smits

 

de burgemeester

Mr. A.H. Brouwer-Korf