Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verblijfsontzegging Enkhuizen 2010 |
Citeertitel | Beleidsregels verblijfsontzegging Enkhuizen 2010 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | ontzegging, toegang, |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-10-2010 | Onbekend | 28-09-2010 De Drom, 06-10-2010 | Onbekend |
De burgemeester van de gemeente Enkhuizen,
Artikel 172 jo. 177 van de Gemeentewet
artikel 2.1a van de Algemene plaatselijke verordening Enkhuizen 2010 (APV)
artikelen 10:4, 10:6 en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht
vast te stellen de Beleidsregels verblijfsontzegging Enkhuizen 2008, inhoudende regels en instructies bij het doen van bekendmakingen (het geven van een verblijfsontzegging) op grond van artikel 2.1a van de APV.
Aan de chef van het district “de Koggen” van de politie Noord-Holland Noord is de bevoegdheid gegeven om de op grond van artikel 2.1a van de APV aan de burgemeester toekomende bevoegdheid tot het doen van bekendmakingen op grond van de openbare orde (het geven van een verblijfsontzegging) namens de burgemeester in mandaat uit te oefenen, met de mogelijkheid van ondermandaat, onder voorwaarde van een jaarlijkse rapportage over de uitoefening van die bevoegdheid.
In de bekendmaking wordt eenduidig aangegeven op grond van welk feit (welke feiten) de persoon de bekendmaking ontvangt en wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak en voor welk gebied of weg de verblijfsontzegging geldt.
Indien de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven wordt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt, woont of werkt, wordt het gebied zodanig aangepast dat die persoon een loop/rijroute heeft naar- en van zijn woning of werklocatie.
De verblijfsontzegging moet tijdens een aanhouding op heterdaad onmiddellijk, dat wil zeggen voor het moment van heenzending, uitgereikt worden.
Indien de aanhouding niet op heterdaad geschiedt, dient van het uitreiken van een ontzegging te worden afgezien.
Feiten waarvoor een verblijfsontzegging wordt of kan worden opgelegd:
Zodra een verdachte is aangehouden en er tegen hem een proces-verbaal is opgemaakt terzake een feit, dat in de hier bovenstaande lijst voorkomt en waarbij een duidelijke relatie bestaat tot de openbare orde, worden de onderstaande criteria afgewogen:
Indien er in de zes maanden voorafgaand aan de aanhouding een op naam gestelde waarschuwing of een anderszins aantoonbare waarschuwing aan de verdachte is uitgereikt, wordt een verblijfsontzegging opgelegd conform de hier bovenomschreven tabel, aangezien er gerechtvaardigde vrees bestaat voor hernieuwde openbare orde verstoring.
Indien er geen sprake is van een verblijfsontzegging of een waarschuwing in de laatste zes maanden voorafgaand aan het gepleegde feit, wordt nagegaan of betrokkene beschikt over antecedenten op het gebied van de openbare orde. Dit betekent, dat wordt nagegaan of tegen de verdachte in de twaalf maanden voorafgaand aan het gepleegde feit, twee processen verbaal ter zake van feiten die gerelateerd zijn aan de verstoring van de openbare orde, uit de hier boven omschreven tabel zijn opgemaakt, waarvan één in de laatste zes maanden. De drie processen verbaal ( de twee antecedenten en het feit waarvoor de verdachte werd aangehouden) moeten afzonderlijke feiten betreffen en niet oorzakelijk of in tijd aan elkaar gerelateerd zijn. Indien er sprake is van de genoemde antecedenten wordt een verblijfsontzegging opgelegd, aangezien er vrees bestaat voor hernieuwde openbare orde verstoring.
De processen verbaal voor feiten uit de hier boven omschreven tabel, alsmede gegevens uit de officiële politierapportages en rapportages van bestuursorganen en instanties die gerelateerd zijn aan problematiek betreffende de openbare orde, liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het geding is, door de aanwezigheid van de betrokkene. Het is hierbij niet doorslaggevend of de feiten op de weg plaatsvinden, maar er dient een aantoonbare relatie met de openbare orde te zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld bedreigingen in een winkel of in een andere voor publiek toegankelijke ruimte, wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag liggen aan een verblijfsontzegging.
Deze beleidsregels treden op veertien dagen na de bekendmaking daarvan, in werking en worden aangehaald als “Beleidsregels verblijfsontzegging Enkhuizen 2008.”