Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Damoclesbeleid lokalen en woningen |
Citeertitel | Damoclesbeleid lokalen en woningen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | drugs, horeca, woning, |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-10-2010 | 08-05-2013 | Onbekend | 28-09-2010 De Drom, 06-10-2010 | Onbekend |
dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om bestuursdwang toe te passen indien in lokalen of woningen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst l of ll wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
dat op 9 maart 2004 op grond van artikel 174a Gemeentewet beleidsregels zijn vastgesteld inzake de toepassing van artikel 174a Gemeentewet (bekendgemaakt op 27 juli 2005, inwerking getreden op 27 juli 2005);
dat in deze beleidsregels toepassingscriteria zijn opgenomen inzake de bevoegdheid van de burgemeester om bestuursdwang toe te passen indien in geval van de verstoring van de openbare orde gerelateerd aan een woning indien uit schriftelijke bewijsstukken blijkt dat er handel in verdovende middelen plaatsvindt;
dat er op 1 november 2007 een wijziging van de Opiumwet in werking is getreden waarmee ook niet voor het publiek toegankelijke lokalen en woningen onder de reikwijdte van artikel 13b van de Opiumwet zijn gebracht;
dat de oude ‘beleidsregel drugsoverlast uit woningen’ d.d. 9 maart 2004 bij inwerkingtreding van dit beleid wordt ingetrokken;
dat het derhalve noodzakelijk is nieuw ‘Damoclesbeleid’ vast te stellen;
dat ervoor gekozen wordt het handhavingsbeleid ten aanzien van lokalen en woningen en het handhavingsbeleid ten aanzien van de gedoogde coffeeshop voortaan in aparte beleidsnotities te regelen en de onderhavige beleidsregels derhalve niet van toepassing zijn op de gedoogde coffeeshop;
dat derhalve het onderhavige ‘Damoclesbeleid lokalen en woningen’ zal gelden voor de lokalen (met uitzondering van de gedoogde coffeeshop) en woningen en dat voor de gedoogde coffeeshop wordt vastgehouden aan het ‘handhavingsarrangement coffeeshopbeleid gemeente Enkhuizen’ vastgesteld op 21 februari 2006.
Artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet,
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
horecabedrijf: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, clubhuis, of daaraan verwante inrichting waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, met inbegrip van een bij die inrichting behorend erf;
Als beleidsuitgangspunt wordt als regel gekozen voor het toepassen van bestuursdwang en niet voor het opleggen van een dwangsom. Van een dwangsom mag in de meeste gevallen weinig effect worden verwacht, gelet op het feit dat het financiële gewin in het verdovende middelen circuit dusdanig groot is dat met een dwangsom naar verwachting niet zal worden bereikt dat een overtreding ophoudt of niet meer wordt herhaald. Bestuursdwang is een directer middel dat in tegenstelling tot de dwangsom op termijn tot feitelijke beëindiging van de overtreding zal leiden.
Bij het toepassen van bestuursdwang wordt vervolgens in principe gekozen voor sluiting van de woning/het lokaal. Dit moet als de meest effectieve maatregel worden beschouwd om de met de Opiumwet strijdige situatie te doen beëindigen en herhaling ervan te voorkomen. Bij wijze van uitzondering kan in concrete gevallen, waar het middel van sluiting niet adequaat of niet evenredig is, bekeken worden welke andere vorm van bestuursdwang dient te worden toegepast dan wel een last onder dwangsom wordt opgelegd.
Toelichting op het Damoclesbeleid Lokalen en Woningen
Op 1 november 2007 is het gewijzigde artikel 13b Opiumwet in werking getreden. Op grond van dit artikel is de burgemeester bevoegd om bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd, verstrekt of daartoe aanwezig is. De werkingssfeer van 13b Opiumwet is daarmee verruimd tot ook de niet voor publiek toegankelijke lokalen en woningen. In het Damoclesbeleid is vastgelegd op welke manier de burgemeester gebruik zal maken van de bevoegdheid op grond van artikel 13b Opiumwet, behoudens gevallen waarvoor hij gebruik zal maken van de afwijkingsbevoegdheid.
De Opiumwet richt zich primair op de preventie en beheersing van de uit drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de gezondheid en de effecten op de leefomgeving. Voor handhaving van de Opiumwet is de gecoördineerde inzet van het openbaar bestuur, het openbaar ministerie en de politie vereist. Uitgangspunt is dat de burgemeester handhavend optreedt als er zich een overtreding als genoemd in artikel 13b Opiumwet voordoet. Dit beleid geeft aan hoe er opgetreden wordt.
Voor de bestuurlijke handhaving verstrekt de politie de benodigde informatie aan de burgemeester. De informatie heeft betrekking op de geconstateerde feiten en het optreden en de bevindingen van de politie die voortvloeien uit het strafrechtelijke onderzoek.
Indien een woning wordt gesloten op grond van artikel 13b Opiumwet, waarbij niet alleen de overtreder de woning zal moeten verlaten, dan zal de gemeente voor de niet-overtreders bemiddelen bij het vinden van vervangende woonruimte. Met het oog op artikel 8 EVRM (inbreuk op de persoonlijke levenssfeer) wordt bij een eerste overtreding van softdrugs vanuit een woning volstaan met een waarschuwing. Eveneens wordt er in het beleid rekening mee gehouden dat een woning niet voor onbepaalde tijd wordt gesloten.
Bij de procedure tot sluiting van een woning of lokaal op grond van artikel 13b Opiumwet worden de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen. Alvorens over te gaan tot het daadwerkelijk sluiten van een woning of lokaal zal aan belanghebbenden de gelegenheid worden geboden een zienswijze in te dienen op het voorgenomen besluit.