Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening aansluitvoorwaarden riolering Leudal 2007 |
Citeertitel | Verordening aansluitvoorwaarden riolering Leudal 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-05-2008 | Nieuwe regeling | 26-06-2007 Streekbode 28 mei 2008 | Onbekend |
Hoofdstuk I: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Doelmatige werking: een zodanige werking dat er van een doelmatige verwijdering van afvalwater kan worden gesproken. Doelmatige verwijdering omvat de continuïteit van de verwijdering, de effectiviteit en de efficiency van de verwijdering en de capaciteit en spreiding van de verwijderingsvoorzieningen.
Openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en drainagewater met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen, werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.
Onverminderd het bepaalde in het Bouwbesluit en de Bouwverordening van de gemeente Leudal is het verboden om zonder een daartoe verleende aansluitvergunning van burgemeester en wethouders een nieuwe aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool aan te sluiten, dan wel een bestaande aansluiting op het openbaar riool te wijzigen.
Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool moet worden gemaakt, alsmede voor zover van toepassing wanneer meer dan één aansluiting moet worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing. Dit geldt eveneens bij een gescheiden rioolstelsel.
Artikel 3: De vergunningaanvraag
Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:
voorzover het een lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van het af te voeren afvalwater uitgesplitst over de verschillende afvalwaterstromen in liter per uur en liter per dag, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals schoon hemelwater, koelwater, bronneringswater en/of verontreinigd water, zoals bedrijfsafvalwater van huishoudelijk aard of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;
Indien de gegevens bedoeld in het derde lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning/melding op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.
Burgemeester en wethouders informeren de aanvrager indien de aanvraag nog niet in behandeling genomen kan worden vanwege het ontbreken van een vereiste of een of meer gegevens, genoemd in dit artikel. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld hieraan binnen 4 weken na schriftelijk kennisgeving te voldoen.
Artikel 7: Het verzoek tot aanleg of wijziging perceelaansluitleiding
De rechthebbende aan wie ingevolge hoofdstuk II een aansluitvergunning is verleend kan de gemeente verzoeken de perceelaansluitleiding aan te leggen, die nodig is voor het realiseren van de aansluiting of de wijziging daarvan, waarop de aansluitvergunning betrekking heeft. De rechthebbende dient een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in te dienen bij de burgemeester en wethouders.
Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na de ontvangst van het verzoek stellen burgemeester en wethouders zoveel mogelijk in overleg met de rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting. Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip.
Artikel 9: Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding
In afwijking van lid 1, kunnen burgemeester en wethouders na overleg met de rechthebbende in de aansluitvergunning vastleggen dat de rechthebbende zelf de aansluiting uitvoert. De rechthebbende onttrekt, na melding aan burgemeester en wethouders dat de aansluiting is uitgevoerd, het aansluitpunt gedurende drie werkdagen niet aan het zicht.
Artikel 10: Onderhoud, renovatie en vervanging
Het onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik of verzakking van het particulier riool, in dat geval zijn de kosten voor de rechthebbende of de veroorzaker.
Bij een verstopping of een andere storing in het particulier riool onderzoekt de rechthebbende of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de perceelaansluitleiding.
De locatie van de erfscheidingsput is bij de gemeente op te vragen. Indien in de erfscheidingsput water staat, zit de verstopping in het openbaar riool. Als in de erfscheidingsput geen water staat, zit de verstopping in het particulier riool.
Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de perceelaansluitleiding of van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende of de gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden. Indien de rechthebbende of de gebruiker, zonder expliciete voorafgaande toestemming van de gemeente, zelf aan een derde opdracht verstrekt tot het verrichten van werkzaamheden, komen de kosten daarvan voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.
Bij het door de gemeente verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden dient de rechthebbende of gebruiker, voordat met de werkzaamheden wordt gestart, tevoren schriftelijk akkoord te gaan met de voorwaarde dat de kosten van de werkzaamheden aan hem in rekening worden gebracht, indien blijkt dat deze kosten voor zijn rekening zijn.
Hoofdstuk V: Verwijdering aansluiting, sloop
De eigenaar of rechthebbende moet onmiddellijk nadat de aansluiting op het openbaar riool tot stand gekomen is alle bestaande lozingsmiddelen, zoals een septictank, beerput of bezinkput, permanent buiten gebruik stellen of op een deugdelijke wijze (laten) verwijderen, zulks ter beoordeling van de gemeente.
Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen dat (bijvoorbeeld) verzanding van het openbare riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen, zulks ter beoordeling van de gemeente.
Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden niet voldoet aan de in het tweede lid omschreven zorgplicht, dan wel dat er aan de aansluitleiding en aan het openbaar riool schade ontstaat, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en het aansluitriool op openbaar terrein te verwijderen. De hieraan verbonden kosten worden verhaald op de rechthebbende.
Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan vooraf in kennis te stellen en een aanvraag in te dienen voor het verwijderen of buitengebruik stellen van de aansluitleiding. De op de aansluiting betrekking hebbende vergunning zal dan worden ingetrokken, waarna de aansluitleiding op kosten van de vergunninghouder door de gemeente wordt verwijderd of buitengebruik wordt gesteld.
Hoofdstuk VI: Straf- overgangs- en slotbepalingen
Artikel 14: Algemene hardheidsclausule en slotbepaling
Schadevergoeding: Indien en zover blijkt, dat er schade is ontstaan aan particulier eigendom, doordat (afval)water afkomstig uit het openbaar riool door onvoorziene omstandigheden is afgestroomd naar particulier terrein, dan wel doordat (afval)water van de particulier eveneens door onvoorziene omstandigheden niet kan afstromen naar openbaar riool, kent de gemeente geen schadevergoeding toe.
Artikel 15: Toezicht op naleving
Met het toezicht op de naleving van deze verordening, alsmede met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn -behalve van de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde ambtenaren- ook belast:
Overtreding van het bij of krachtens artikel 2, lid 1 en lid 2 bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.