Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Winterswijk ("Financiële verordening gemeente Winterswijk 2004") |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Winterswijk 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
In de tekst van de verordening is verwerkt de bij raadsbesluit van 27-10-2005, nr. X-13, vastgestelde en op 1-1-2006 in werking getreden wijziging van art. 10 en de bijlage.
Gemeeentewet, art. 212
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2004 | 01-01-2004 | 01-05-2011 | Nieuwe regeling | 09-12-2004 Geen | 2004, nr. XII-9 |
De raad van de gemeente Winterswijk
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 november 2004, nr. XII-9;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
VERORDENING OP DE UITGANGSPUNTEN VOOR HET FINANCIEEL BELEID, ALSMEDE VOOR HET FINANCIEEL BEHEER EN VOOR DE INRICHTING VAN DE FINANCIËLE ORGANISATIE VAN DE GEMEENTE WINTERSWIJK("Financiële verordening gemeente Winterswijk 2004")
In deze verordening wordt verstaan onder:
de organisatieverordening geeft de juiste definities, taken en verantwoordelijkheden van de organisatie-eenheden zoals in deze verordening benoemd.
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Winterswijk en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Winterswijk, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
d. administratieve organisatie
het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de gemeente Winterswijk.
het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder
gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.
het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook
De raad stelt uiterlijk 1 mei van het begrotingsjaar de uitgangspunten en de inhoudelijke beleidskaders vast voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de
informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen.
Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie
Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college nieuwe, niet bij de begroting vastgestelde, meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 10.000.
Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa
De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden in principe lineair afgeschreven overeenkomstig economische levensduur en zoals opgenomen in de bijlage bij deze verordening.
Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.
Gebouwen gerealiseerd na 1 januari 2006 worden in 40 jaar annuïtair afgeschreven.
Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen; civiele kunstwerken, groen en kunstwerken. Deze worden in principe direct afgeschreven tenzij de financiële positie van de gemeente dit niet toelaat. In dat geval wordt zo snel mogelijk afgeschreven zodra de financiële positie van de gemeente verbetert.
Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid.
Artikel 12. Financieringsfunctie
Het college vervult de financieringsfunctie zoals deze is vastgesteld in het treasurystatuut zoals opgenomen in de bijlage.
Artikel 13. Registratie bezittingen, activa en vermogen
Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vier jaar.
Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.
Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de heffingen; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.
Artikel 15. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt uiterlijk 1 mei in het tweede jaar van elke bestuursperiode een nota onderhoud openbare ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt deze nota zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen drie maanden na aanbieding vast.
Het college biedt biedt uiterlijk 1 mei in het tweede jaar van elke bestuursperiode een nota rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt deze nota zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen drie maanden na aanbieding vast.
Het college biedt uiterlijk 1 mei in het tweede jaar van elke bestuursperiode de een nota onderhoud gebouwen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt deze nota zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen drie maanden na aanbieding vast.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.
Artikel 17. Verbonden partijen
In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen wordt ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en inclusief beleidsmatige en financiële ontwikkelingen c.q. eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.
Het college biedt uiterlijk 1 mei in het tweede jaar van elke bestuursperiode een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan:
De raad stelt deze nota zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen drie maanden na aanbieding vast.
Artikel 21. Financiële organisatie
Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:
Artikel 22. Aanbesteding en inkoop
Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.
Artikel 23. Subsidieverstrekking en steunverlening
Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Winterswijk.
Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2004, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2004 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.