Overheidsorganisatie | Gemeente Westland |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van TOERISTENBELASTING 2006 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Westland 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
De datum van ingang van de heffing is 1-1-2006.
Door de inwerkingtreding van deze verordening is de Verordening toeristenbelasting Westland 2005 ingetrokken.
Deze verordening is ingetrokken in de Verordening Toersitenbelasting Westland 2007.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2006 | 09-12-2006 | intrekking | 02-11-2006 Het Hele Westland d.d. 7-12-2006 | Besluitenlijst b&w d.d. 19-9--2006, nr. 5.3.6 | |
31-12-2005 | 01-01-2007 | nieuwe regeling | 20-12-2005 Het Hele westland d.d. 29-12-2005 | Besluitenlijst b&w d.d. 15-11-2005, nr. 5.4.6 |
De raad van de gemeente Westland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2005, nr. 5.4.6;
gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van TOERISTENBELASTING 2006
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen;
recreatie-woning: permanent aanwezige recreatieve woning op voor recreatieve doeleinden bestemde terreinen.
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam 'toeristenbelasting' een directe belasting geheven.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
a. door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
b. door degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting verschuldigd is;
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen of bij een vaste standplaats een vast bedrag.
1. Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting op/in: a. een camping of andere vorm van overnachten behoudens in een hotel € 1,01 b. een hotel, niet vallende in een ster-categorie daaronder begrepen de met het hotel bouwtechnisch verbonden appartementen of daarmee gelijk te stellen ruimten € 1,52 c. een hotel, wel vallende in een ster-categorie daaronder begrepen de met het hotel bouwtechnisch verbonden appartementen of daarmee gelijk te stellen ruimten € 2,02.
2. De classificatie van de hotels, als genoemd in het eerste lid vindt plaats overeenkomstig de Verordening Nederlandse hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2003.
3. Een wijziging in de classificatie van de hotels vindt toepassing met ingang van het tijdstip dat deze aantoonbaar aan het publiek ter kennis is gebracht.
4. Het tarief voor een vaste standplaats bedraagt € 113,34.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
1. De Verordening Toeristenbelasting 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing in die periode plaatsvindt.
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.
5. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting Westland 2006'
Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 20 december 2005,
de griffier - N. Broekema
De voorzitter - J. van der Tak