Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2011 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing Oosterhout 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
1. De datum van inwerkingtreding van de verordening is 23 december 2010;
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2011.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 14-12-2010 Weekblad Oosterhout, 22-12-2010 | Gemeenteraad 2010, nota 0100106 |
De raad van de gemeente Oosterhout;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2010;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing Oosterhout 2011
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Indien een perceel zowel voor woondoeleinden als voor andere doeleinden wordt gebruikt, wordt zowel de in het eerste lid als de in het tweede lid bedoelde belasting geheven. Bij de bepaling van het in het tweede lid bedoelde aantal fte's blijven alsdan buiten aanmerking: personen die wonen in het voor woondoeleinden gebruikte gedeelte van het perceel, waarvoor de in het eerste lid genoemde belasting wordt geheven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke heffingen meer bedraagt dan € 2.500,00, dat dit bedrag uiterlijk moet worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke heffingen € 100,00 of meer doch niet meer dan € 2.500,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening rioolrecht Oosterhout 2008" vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.