2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit onderdeel en de onderdelen 2.4 en 2.5. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 45.000,00 bedragen: | 1,861% |
van de bouwkosten | |
met een minimum van: | € 379,60 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 45.000,00 tot € 450.000,00 bedragen: | € 1.014,48 |
vermeerderd met: | 1,375% |
van de bouwkosten boven € 45.000,00; | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 450.000,00 of meer bedragen: | € 7.497,00 |
vermeerderd met: | 1,193% |
van de bouwkosten boven € 450.000,00. | |
| | |
| Extra welstandstoets | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: | € 382,50 |
| Verplicht advies externe agrarische commissie | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien voor een bouwplan en/of een bestemmingswijziging voor het vestigen, uitbreiden of wijzigen van een (voormalig) agrarisch bedrijf of perceel, een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 590,00 |
| | |
| Advies Stichting Brabants Heem | |
2.3.1.4 | Voor een bouwplan voor het verbouwen tot burgerwoning van een in het buitengebied van de gemeente gelegen boerderij, in verband waarmede een advies wordt ingewonnen bij de Stichting Brabants Heem wordt onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 het tarief verhoogd met: | € 138,00 |
| | |
2.3.2 | Aanleg- en sloopactiviteiten op grond van bestemmingsplan | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief aan de hand van een door de aanvrager over te leggen kostenraming: | |
2.3.2.1.1 | als de kostenraming € 4.500,00 of minder bedraagt: | € 45,25 |
2.3.2.1.2 | als de kostenraming meer dan € 4.500,00 bedraagt: | € 90,50 |
| Sloopactiviteiten | |
2.3.2.2 | Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo bedraagt het tarief: | € 270,40 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
2.3.3.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en er tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 345,00 |
2.3.3.1.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | € 345,00 |
2.3.3.1.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) | € 3.825,00 |
2.3.3.1.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 345,00 |
2.3.3.2 | Indien de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend na verlening van een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de Bouwverordening geldt een toeslag van: | € 169,00 |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
2.3.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 345,00 |
2.3.4.1.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 345,00 |
2.3.4.1.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 9.800,00 |
2.3.4.1.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 345,00 |
2.3.4.1.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 345,00 |
2.3.4.2 | Indien de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend na verlening van een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de Bouwverordening geldt een toeslag van: | € 169,00 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken, inrichtingen of terreinen in relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.1 | indien het betreft een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden van een bouwwerk, inrichting of terrein ten behoeve van een evenement: | € 87,00 |
2.3.5.2 | Indien het betreft een vergunning voor het in gebruik houden van een bouwwerk of inrichting (als bedoeld in de NEN 2580): | |
2.3.5.2.1 | indien het bruto vloeroppervlak 200 m² of minder bedraagt: | € 478,40 |
2.3.5.2.2 | indien het bruto vloeroppervlak 201 m² tot en met 1.000 m² bedraagt: | € 478,40 |
| vermeerderd met een bedrag van: | € 105,00 |
| voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 200 m²; | |
2.3.5.2.3 | indien het bruto vloeroppervlak 1.001 m² tot en met 5.000 m² bedraagt: | € 1.310,25 |
| vermeerderd met een bedrag van: | € 42,00 |
| voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 1.000 m²; | |
2.3.5.2.4 | indien het bruto vloeroppervlak 5.001 m² of meer bedraagt: | € 2.997,50 |
| vermeerderd met een bedrag van: | € 16,60 |
| voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m². | |
2.3.5.3 | Indien het betreft een vergunning voor het in gebruik houden van een terrein, met een onbebouwde terreinoppervlakte (als bedoeld in de NEN 2580): | |
2.3.5.3.1 | indien het onbebouwde terreinoppervlakte 200 m² of minder bedraagt: | € 478,40 |
2.3.5.3.2 | indien het onbebouwde terreinoppervlakte 201 m² tot en met 1.000 m² bedraagt: | € 478,40 |
| vermeerderd met een bedrag van: | € 72,70 |
| voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 200 m²; | |
2.3.5.3.3 | indien het onbebouwde terreinoppervlakte 1.001 m² tot en met 5.000 m² bedraagt: | € 1.061,40 |
| vermeerderd met een bedrag van: | € 10,30 |
| voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 1.000 m²; | |
2.3.5.3.4 | indien het onbebouwde terreinoppervlakte 5.001 m² tot en met 50.000 bedraagt: | € 1.476,10 |
| vermeerderd met een bedrag van: | € 2,55 |
| voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m²; | |
2.3.5.3.5 | indien het onbebouwde terreinoppervlakte 50.001 m² of meer bedraagt: | € 2.641,50 |
| vermeerderd met een bedrag van: | € 1,30 |
| voor elke 100 m² of gedeelte daarvan boven de 50.000 m². | |
2.3.5.4 | Voor het aanpassen van een bestaande omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, voor een bouwwerk, inrichting of terrein dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel wordt veranderd of wordt vergroot, wordt de leges slechts berekend over het oppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel wordt veranderd of vergroot, vermeerderd met het oppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal het oppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot. | |
2.3.5.5 | Voor het aanpassen van een bestaande omgevingsvergunning, die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, voor een veranderd gebruik, zonder dat sprake is van een verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het oppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het oppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n) die worden vernieuwd, veranderd of vergroot. | |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die gemeentelijk verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | 20% |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van: | € 153,00 |
| en een maximum van: | € 1.527,00 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988, bedraagt het tarief: | 30% |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van: | € 168,00 |
| en een maximum van: | € 1.680,00 |
2.3.6.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 265,10 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten op grond van de bouwverordening | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 265,10 |
| | |
2.3.8 | Aanleggen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 169,00 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.12 van de "Algemene plaatselijke verordening Oosterhout 2010" een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 33,10 |
| | |
2.3.10 | Gereserveerd | |
2.3.11 | Gereserveerd | |
2.3.12 | Gereserveerd | |
2.3.13 | Gereserveerd | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 172,40 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: | € 172,40 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: | € 172,40 |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 45% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft, met een minimum van: | € 341,60 |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 65% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, met een minimum van: | € 172,40 |
| | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | |
| De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de Bouwverordening: | |
2.3.16.1 | Indien de aanvraag uitsluitend een vooronderzoek als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999 – of latere versie – of een historisch onderzoek als bedoeld in de NEN 5725, uitgave 1979 – of latere versie – naar het historisch gebruik naar de bodemgesteldheid betreft: | € 75,00 |
2.3.16.2 | Indien de aanvraag een verkennend onderzoek volgens NEN 5740, uitgave 1999 – of latere versie – naar de bodemgesteldheid betreft: | € 172,40 |
| | |
2.3.17 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | € 275,00 |
2.3.17.2 | Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 275,00 |
| | |