Organisatie | Ooststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Ooststellingwerf 2009 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Ooststellingwerf 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening leerlingenvervoer gemeente Ooststellingwerf 2005.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2009 | 01-08-2014 | nieuwe regeling | 21-04-2009 Nieuwe Ooststellingwerver 29-04-2009 | Raad, 21-04-2009, no. C.1 | |
26-05-2005 | 30-04-2009 | nieuwe regeling | 17-05-2005 Nieuwe Ooststellingwerver 25-05-2005 | Raad, 17-05-2005, no. B.2 |
De raad van de gemeente Ooststellingwerf;Nr. C.1gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 maart 2009;gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen deVERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF 2009
Titeldeel 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder
Artikel 2 Vergoeding van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer.
Artikel 3 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtst¬bijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op een bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte vergoeding.
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een bekostiging is verstrekt, vervalt de bekostiging van de vervoerskosten terstond en kent het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten toe.Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Titeldeel 2 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS
Artikel 9 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijk speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:
Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking de beslissing te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs of het advies van een andere deskundige.
Artikel 11 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college verstrekt een bekostiging toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes, respectievelijk meer dan twee kilometer bedraagt.
Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11 bedoelde bekostiging, vergoedt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien de leerling jonger dan 9 jaar is of door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 13 Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 14 Bekostiging op basis van aangepast vervoer
Het college kent bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en
Titeldeel 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN NAAR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS
Artikel 15 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
In afwijking van het eerste lid kent het college de ouders een bekostiging toe op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 15A Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie isverbonden.
Artikel 16 Commissie voor de begeleiding
Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.
Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op een in artikel 15 bedoelde bekostiging, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruikte maken.
Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien de ouders meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland, dan wel openbaar vervoer voor zover deze aanwezig is, behoudens het bepaalde in het vijfde lid.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland dan wel openbaar vervoer voor zover deze aanwezig is, wordt door het college geen bekostiging verleend.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.
Indien het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is, verstrekt het college eveneens een bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer of aangepast vervoer aan ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15.
Titeldeel 4 BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER
Artikel 21 Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs, in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.
Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid, bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
Titeldeel 5 EIGEN BIJDRAGE EN BEKOSTIGING NAAR FINANCIËLE DRAAGKRACHT
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 22.050,00 wordt slechts een bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 22.500,00.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die gebaseerd is op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Het bedrag van € 22.500,00, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar, en afgerond op een veelvoud van € 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in de plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 22.500,00.
Artikel 24 Financiële draagkracht
Ingeval het college, in plaats van een bekostiging in geld toe te kennen, het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer bedraagt dan 20 km, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:
Bij € 60.500,00 en verder per € 4.500,00 extra inkomen wordt de eigen bijdrage steeds opgehoogd met € 445,00.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,00.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,00.
Titeldeel 6 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS.
Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Met in achtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 26 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien de ouders meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland dan wel openbaar vervoer indien deze aanwezig is, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, vergoedt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 27 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt indien
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding- van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:
Artikel 28 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 29 Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.
Artikel 30 Intrekking oude regeling
De Verordening leerlingenvervoer gemeente Ooststellingwerf 2005 wordt ingetrokken.
Aanvullende beleidsregels Verordening Leerlingenvervoer Ooststellingwerf 2009 voor het vervoer van leerlingen naar een (speciale) school voor basisonderwijs en speciaal/voortgezet speciaal onderwijs
Uitzonderingen op de indicatiestellingIn de volgende gevallen zal er geen onafhankelijke indicatieadvies worden gevraagd:- Kinderen die afhankelijk zijn van een rolstoel- Kinderen die afhankelijk zijn van een rollator- Kinderen die zwaar meervoudig gehandicapt zijn- Kinderen met zware lichamelijke beperkingenBij twijfel of verschil van mening betreffende de ernst van de handicap zal altijd een indicatieadvies worden gevraagd.Berekening enkele reistijd artikel 1Voor de enkele reistijd wordt uitgegaan van maximaal anderhalf uur. Dit is inclusief het traject van huis naar de bushalte, wachttijden bij busstations en de looptijd van de bushalte naar school. Voor berekening van de enkele reistijd wordt uitgegaan van de reistijd voor het kind. Hierbij wordt niet gekeken naar de extra tijdsinvestering voor een eventuele begeleider.Begeleiding in het openbaar vervoer artikel 2Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het begeleiden of het laten begeleiden van hun kind in het openbaar vervoer. Alleen als “genoegzaam” wordt aangetoond, bij de aanvraag voor het vervoer, dat begeleiding niet mogelijk is of tot onredelijke tijdsinvestering zou leiden , kan dit resulteren in een indicatie voor aangepast vervoer. Genoegzaam aantonen kan door middel van bewijsstukken omtrent werk- en schooltijden van ouders/verzorgers, dat er niet kan worden deelgenomen aan een roulatiepoule met andere ouders, er geen oppas beschikbaar is voor kinderen jonger dan 4 jaar uit het eigen gezin en er geen andere begeleider kan worden ingezet.Maximale afstand bushalte van huis naar bushalte artikel 3De afstand tussen huis en de bushalte mag maximaal 2 kilometer bedragen. Dit is tevens de grens voor indicatie SBO/SO (voor voortgezet speciaal onderwijs is dit 4 kilometer) voor een vervoersindicatie. Deze afstand valt onder de eigen verantwoordelijkheid en rekening van de ouders. Als deze afstand groter is resulteert dit, onder voorbehoud, in een indicatie voor aangepast vervoer. Kinderen die het SBO/SO bezoeken maken gebruik van een centrale opstapplaats, tenzij anders geïndiceerd.Maximale afstand van de bushalte naar school artikel 4De school moet zich binnen maximaal 500 meter bevinden van de aankomst- en vertrekhalte van het openbaar vervoer. Hoewel dit een verantwoordelijkheid van de ouders betreft, kan een grotere afstand in principe leiden tot een indicatie voor aangepast vervoer. Maximale en minimale wachttijd bij bushalte bij overstap artikel 5 Als er een overstap moet worden gemaakt bedraagt de maximale wachttijd tussen de 2 verbindingen 10 minuten. De minimale overstaptijd tussen 2 verbindingen bedraagt 5 minuten.Maximale wachttijd bij school artikel 6Landelijk wordt een maximale wachttijd op school van 15 minuten gehanteerd. Hierbij geldt als uitgangspunt dat kinderen die maximaal een kwartier eerder (of later) op school zijn dan de aanvangstijd (of sluitingstijd) onder de verantwoordelijk van de school vallen.In gevallen waarbij deze norm wordt overschreden kan de gemeente een collectieve oplossing instellen op kosten van de gemeente (norm pauzebegeleiding)Aantal keer overstappen artikel 7Uitgangspunt is dat er maximaal twee keer mag worden overgestapt per enkele reis. Richtlijnen externe indicatiestelling artikel 8Als uitgangspunt wordt een eenmalige externe indicatie gehanteerd. Tenzij de onafhankelijke indicatieadviseur, gezien de ontwikkeling van het kind, aangeeft dat er voor een bepaalde periode een vervoersadvies wordt afgegeven.Vergoedingen artikel 9Wanneer een leerling recht heeft op een vergoeding op basis van openbaar vervoer –met of zonder begeleiding- kan de ouder kiezen voor een abonnement in natura of een financiële vergoeding gelijk aan de kosten van een abonnement. De vervoerskosten van de begeleider(s) worden betaald in de vorm van een financiële vergoeding op basis van het dagtarief openbaar vervoer. De ouder is vrij om de ze bijdrage te gebruiken voor een alternatieve vorm van vervoer en begeleiding . Dit laat onverlet dat ouders verantwoordelijk blijven voor het schoolbezoek van hun kinderen.Gradatie toekenningen en oefenen artikel 10De gradatie van de toekenningen zijn als volgt: Men kan een vergoeding in de kosten van vervoer aanvragen voor de volgende wijzen van vervoer:- Fietsen- Fietsen met begeleiding- Openbaar vervoer- Openbaar vervoer met begeleiding- Aangepast vervoerOuders/verzorgers wordt bij toekenning van openbaar vervoer, bij twijfel of hun kind hiertoe in staat is, aangeboden om 10 keer (5 keer heen en 5 keer terug) te oefenen met hun kind op kosten van de gemeente.