Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het burgemeestersreferendum |
Citeertitel | Verordening op het burgemeestersreferendum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 61, tweede lid, 61e, 147 en 149 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | 19-12-2008 | Nieuwe regeling | 15-07-2003 De Uitkijk | 2003/20501 |
Deze verordening is telkens van toepassing wanneer de gemeenteraad met het oog op de vervulling van een burgemeestersvacature tijdens de profielschetsvergadering als bedoeld in artikel 61, tweede lid van de gemeentewet aangeeft dat hij een referendum zal houden.
Het object van het referendum bestaat uit de namen van twee sollicitanten, die door de vertrouwenscommissie zijn ontvangen en door de raad benoembaar worden geacht. De raad stelt het object vast.
De referendumgerechtigden geven aan welke sollicitant zij als eerste op de aanbeveling van de gemeenteraad wensen.
De raad stelt zo mogelijk reeds tijdens de profielschetsvergadering de dag vast waarop het referendum wordt gehouden. Het referendum wordt in ieder geval zo spoedig mogelijk gehouden nadat de vertrouwenscommissie ingevolge artikel 61, vierde lid van de gemeentewet verslag van haar bevindingen aan de raad en aan de Commissaris van de Koning heeft uitgebracht
De opkomst bij het referendum dient ten minste te bestaan uit dertig procent van het aantal kiesgerechtigden.
Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van het raadsbesluit tot het houden van een referendum. Zij regelen de bestuurlijke en ambtelijke coördinatie.
De raad stelt, nadat is besloten tot het houden van een referendum, een budget beschikbaar voor voorlichting en organisatie. Dit budget dient in ieder geval te worden aangewend voor het verschaffen van voorlichting aan de referendumgerechtigden over de betekenis van het referendum alsmede voor het ontplooien van activiteiten om de referendumgerechtigden kennis te kunnen laten maken met de kandidaten.
De bepalingen van de Kieswet zijn voor wat betreft de raadsverkiezingen voor zover nodig van overeenkomstige toepassing.
De raad betrekt de uitslag van het referendum bij de vaststelling van zijn aanbeveling indien voldaan is aan het in artikel 1 sub a en b opgesomde begripsbepalingen met betrekking tot het referendum respectievelijk de referendumgerechtigden alsmede aan de artikelen 3,4 en 6.
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:
stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;