Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Kiesreglement Rijnland |
Citeertitel | Kiesreglemet Rijnland |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | kiesreglement, rijnland, waterschap |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-05-2004 | 01-01-2004 | 31-03-2008 | Nieuwe regeling | 17-05-2004 Provinciaal Blad, 2004, 16 | 2004-19803 |
Provinciale Staten van Zuid-Holland en Provinciale Staten van Noord-Holland,
gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland;
gelet op artikel 6 van de Waterschapswet;
in trekken met ingang van de datum van inwerkingtreding van het onder II van dit besluit genoemde kiesreglement hun gemeenschappelijk besluit 16 oktober 1998 onderscheidenlijk 14 december 1998 tot vaststelling van het Kiesreglement voor het hoogheemraadschap van Rijnland en de waterschappen Groot-Haarlemmermeer, De Oude Rijnstromen en Wilck en Wiericke.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Het stemrecht wordt uitgeoefend in het kiesdistrict waar de stemgerechtigde, voor het genot of het gebruik van onroerende zaken voor het jaar waarin de verkiezingen worden gehouden voor het hoogste bedrag aan WOZ-waarde voor de categorie gebouwd heeft dan wel het grootste aantal hectaren voor de categorie ongebouwd heeft.
Het stembureau kan zich bij de uitvoering van zijn werkzaamheden laten bijstaan door daartoe door hem aangewezen personen.
Hoofdstuk 4 De kandidaatstelling
Ten minste drie weken voor de dag van de kandidaatstelling brengt de voorzitter van het waterschap de dag van kandidaatstelling ter openbare kennis. In de bekendmaking wordt tevens melding gemaakt van de vereisten voor kandidaatstelling en de dag, de plaats en het tijdstip van de in artikel 22, bedoelde openbare zitting.
Het dagelijks bestuur kan een of meer tijdvakken voorafgaande aan de dag van kandidaatstelling aanwijzen binnen welke de opgaven tot kandidaatstelling eveneens bij de voorzitter van het stembureau, of bij door deze aan te wijzen leden van dat bureau, op het kantoor van het waterschap kunnen worden ingeleverd. Van deze aanwijzing wordt melding gemaakt in de in artikel 14, tweede lid, bedoelde bekendmaking.
De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op een opgave tot kandidaatstelling, indien de kandidaat bij de aanvang van de zittingsperiode niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt of indien hij krachtens artikel B5, eerste lid, van de Kieswet van het kiesrecht is uitgesloten.
Hoofdstuk 5 Het onderzoek en de openbaarmaking van de opgaven van de kandidaten
In het geval, bedoeld in het tweede lid onder j, kan iemand, die tot het inleveren van de opgave tot kandidaatstelling bevoegd zou zijn geweest, door persoonlijke verschijning op het kantoor van het hoogheemraadschap zich alsnog in de plaats van de onbevoegde inleveraar stellen; hij wordt dan geacht de opgave tot kandidaatstelling persoonlijk te hebben ingeleverd.
Indien op de in artikel 20, eerste lid, bedoelde zitting, blijkt dat de naam van een kandidaat op meer dan één opgave tot kandidaatstelling voorkomt en bij ieder van die opgaven een verklaring van instemming van de kandidaat is overgelegd, wordt de kandidaat daarvan onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs in kennis gesteld.
Uiterlijk op de derde dag na de in artikel 20, eerste lid, bedoelde zitting, kan de kandidaat op het kantoor van het hoogheemraadschap, van negen tot zeventien uur, de opgave tot kandidaatstelling aanwijzen die als de ingeleverde opgave moet worden beschouwd; de overige opgave of opgaven tot zijn kandidaatstelling worden dan geacht niet te zijn ingeleverd.
Op de vierde werkdag na de dag van de in artikel 20, eerste lid, bedoelde zitting beslist het stembureau in een openbare zitting over de geldigheid van de opgaven.
Zodra een beslissing als bedoeld in artikel 22 is genomen maakt de voorzitter van het stembureau de opgaven van kandidaatstelling openbaar, door deze voor een ieder ter inzage te leggen op het kantoor van het waterschap. Van de terinzagelegging wordt openbaar kennisgegeven.
De terinzagelegging wordt beëindigd zodra over de toelating van de gekozen leden onherroepelijk is beslist.
Het bepaalde in dit hoofdstuk en in hoofdstuk 7 is enkel van toepassing indien voor een categorie van belanghebbenden in het betreffende kiesdistrict meer kandidaten zijn gesteld dan het aantal vacatures.
Het uitbrengen van de stem geschiedt per brief volgens de bepalingen van de Afdelingen 6.1 en 7.1. In afwijking hiervan kan het algemeen bestuur van het waterschap per categorie en per kiesdistrict bepalen dat naast de mogelijkheid tot het uitbrengen van de stem per brief de kiesgerechtigde tevens de mogelijkheid wordt geboden om zijn stem uit te brengen via het Internet volgens de bepalingen van de afdelingen 6.2 en 7.2, met dien verstande dat per categorie niet meer dan één stem kan worden uitgebracht.
Teneinde te waarborgen dat bij de uitvoering van de in dit hoofdstuk en in hoofdstuk 7 genoemde werkzaamheden wordt voldaan aan de daarin gestelde voorwaarden, stelt het dagelijks bestuur een protocol op. Het protocol wordt ten minste drie weken voor de in artikel 28, eerste lid, bedoelde dag ter inzage gelegd op het kantoor van het waterschap en toegezonden aan gedeputeerde staten.
Afdeling 6.1 Stemmen per brief
De voorzitter van het waterschap brengt de dag en het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, tenminste eenentwintig dagen tevoren ter openbare kennis. Hij maakt daarbij melding van dag, tijdstip en plaats van de in artikelen 43 en 53 bedoelde zittingen en van de terinzagelegging van het in artikel 26, tweede lid, bedoelde protocol.
Het stembureau voorziet de namen van degenen die stemgerechtigd zijn per categorie van belanghebbenden en, per kiesdistrict waarvoor zij stemgerechtigd zijn, van een unieke en op willekeurige wijze bepaalde code.
De stembiljetten zijn voorzien van de namen van de kandidaten over wie de stemming moet geschieden en van de handtekening van de voorzitter van het stembureau. Voorts is het stembiljet in elk geval voorzien van de in artikel 29 bedoelde code, de naam van het waterschap, de categorie van belanghebbenden waarvoor de verkiezing geldt en een aanduiding van het kiesdistrict.
In afwijking van het tweede lid kunnen de kandidaten op het stembiljet worden aangeduid door middel van een nummer. In dat geval wordt bij de stembescheiden bedoeld in artikel 32 per belangencategorie een kandidatenlijst toegevoegd, waaruit kan worden opgemaakt welke kandidaat bij welk nummer behoort.
Een stemgerechtigde kan het stembureau verzoeken om een duplicaat van de stembescheiden indien hij deze niet of niet volledig heeft ontvangen, of indien deze in het ongerede zijn geraakt.
Het verzoek dient uiterlijk op de vijfde dag voorafgaande aan de dag, bedoeld in artikel 28, eerste lid, te zijn ontvangen, tenzij de stemgerechtigde zich in persoon op het kantoor van het waterschap vervoegt.
Afdeling 6.2 Stemmen via het Internet
De virtuele stembiljetten zijn voorzien van de namen van de kandidaten over wie de stemming moet geschieden. Voorts is het virtuele stembiljet in elk geval voorzien van de naam van het waterschap, de categorie van belanghebbenden waarvoor de verkiezing geldt en, indien het gebied voor de betreffende categorie is ingedeeld in kiesdistricten, een aanduiding van het kiesdistrict.
In afwijking van het tweede lid kunnen de kandidaten op het virtuele stembiljet worden aangeduid door middel van een nummer. In dat geval wordt bij de stembescheiden bedoeld in artikel 40 per belangencategorie een kandidatenlijst gevoegd, waaruit kan worden opgemaakt welke kandidaat bij welk nummer behoort.
Afdeling 7.1 Stemmen per brief
De in de brievenbus of stembus van het waterschap gedeponeerde stembiljetten worden onmiddellijk na het verstrijken van het in artikel 28, eerste lid, bedoelde tijdstip overgebracht naar de ruimte waar de stemopneming plaatsvindt.
Ten behoeve van het opnemen van de stemmen houdt het stembureau zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes dagen, na het in artikel 28, eerste lid, bedoelde tijdstip een openbare zitting.
Indien de stemopneming machinaal geschiedt, kan daarmee worden aangevangen voordat de stemming is beëindigd, onder de voorwaarden dat:
Tijdens de in artikel 43 bedoelde zitting, stelt het stembureau vast en maakt per categorie van belanghebbenden en per kiesdistrict bekend:
Hoofdstuk 8 De vaststelling van de verkiezings- uitslag
Het stembureau houdt uiterlijk op de tiende dag na de dag, bedoeld in artikel 28, eerste lid, een openbare zitting ter vaststelling van de uitslag van de verkiezing.
Het stembureau kan op de in artikel 53 bedoelde zitting naar aanleiding van een met opgave van redenen gedaan verzoek van een of meer stemgerechtigden, tot een nieuwe opneming van stembiljetten besluiten, indien een ernstig vermoeden bestaat dat door het stembureau bij de stemopneming fouten zijn gemaakt.
Hoofdstuk 9 De toelating als lid van het algemeen bestuur
1.De voorzitter van het stembureau geeft de benoemde schriftelijk kennis van zijn benoeming. De brief, houdende deze kennisgeving, wordt uiterlijk op de derde dag na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing of na de benoemverklaring aangetekend toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.
Zolang nog niet, of nog niet onherroepelijk, tot toelating van de benoemde is besloten, kan deze, schriftelijk aan het algemeen bestuur mededelen dat hij op de aanneming van de benoeming terugkomt. Hij wordt dan geacht de benoeming niet te hebben aangenomen. De voorzitter van het waterschap geeft hiervan onverwijld kennis aan het stembureau.
Tegelijk met de mededeling dat hij zijn benoeming aanneemt, legt de benoemde, aan het algemeen bestuur een door hem ondertekende verklaring over, vermeldende welke andere functies dan het lidmaatschap van het algemeen bestuur hij vervult.
Het algemeen bestuur onderzoekt de geloofsbrief en beslist of de benoemde als lid wordt toegelaten. Daarbij gaat het na, of de benoemde aan de vereisten voor het lidmaatschap voldoet en geen met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, en beslist het omtrent de geschillen welke met betrekking tot de geloofsbrief of de verkiezing zelf rijzen.
Indien het algemeen bestuur heeft besloten om één of meer van de benoemde leden wegens de onjuistheid van de vaststelling van de uitslag van de verkiezing niet toe te laten, geeft de voorzitter van het waterschap, terstond nadat het besluit onherroepelijk is geworden, daarvan kennis aan het stembureau.
Indien het algemeen bestuur heeft besloten de benoemde niet als lid toe te laten op de grond dat hij niet voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare functie vervult, geeft de voorzitter van het waterschap, terstond nadat het besluit onherroepelijk is geworden, daarvan kennis aan het stembureau.
De beslissing betreffende de toelating van de bij een verkiezing benoemde leden van het algemeen bestuur wordt genomen uiterlijk op de zevenentwintigste dag na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving van de benoeming aan het algemeen bestuur, bedoeld in artikel 58 tweede lid, of, indien dit niet mogelijk is, zo spoedig mogelijk daarna. Betreft het de toelating van benoemden ter vervulling van buiten die tijd opengevallen plaatsen dan wordt de beslissing onverwijld genomen.
Elke beslissing betreffende de toelating van de tot lid van het algemeen bestuur benoemden wordt door het dagelijks bestuur onverwijld aan de benoemde bekendgemaakt. Aan de niettoegelatene worden daarbij de redenen van de beslissing bekendgemaakt.
Het lidmaatschap van een tot lid van het algemeen bestuur benoemde vangt aan zodra zijn toelating
Indien op het tijdstip van periodieke aftreding van de leden van het algemeen bestuur niet de goedkeuring van de geloofsbrieven van meer dan de helft van het voorgeschreven aantal leden onherroepelijk is geworden, houden de leden van het algemeen bestuur zitting, totdat zulks is geschied. Gedurende deze tijd oefenen de bij de verkiezing gekozen leden hun functie niet uit.
Zo spoedig mogelijk nadat deze kennisgeving is ontvangen, vindt een nieuwe stemming plaats en wordt de uitslag van de verkiezing opnieuw vastgesteld. De dag waarop de door de stemgerechtigden te retourneren stembescheiden uiterlijk om twaalf uur door het stembureau dienen te zijn ontvangen wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur.
Uiterlijk op de veertiende dag na de kennisgeving bedoeld in het eerste lid verklaart de voorzitter van het stembureau aan de hand van de op grond van artikel 55 bepaalde uitslag de daarvoor in aanmerking komende kandidaat benoemd. Indien het lid in wiens plaats moet worden voor- zien ontslag heeft genomen met ingang van een tijdstip dat later dan veertien dagen na de kennis- geving ligt, wordt de kandidaat met ingang van dat tijdstip benoemd.
Hoofdstuk 13 Straf- en slotbepalingen
Op de verkiezingen van de leden van het algemeen bestuur zijn de artikelen Z1 tot en met Z4 en Z10 van de Kieswet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de in die artikelen genoemde strafbare feiten worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.