Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drechterland

Beleidsregels ''Verbranden van afval''

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrechterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ''Verbranden van afval''
CiteertitelBeleidsregels ''Verbranden van afval''
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De beleidsregels zijn op 7 november 2006 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Drechterland en laatstelijk gewijzigd op 21 juli 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 10.2 Wet milieubeheer
  2. Artikel 10.63, tweede lid Wet milieubeheer
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-02-2010nieuwe regeling

21-07-2009

de Middenstander, 10-02-2010

2.2

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ''Verbranden van afval''

Ingevolge artikel 10.2 van de Wet milieubeheer is het verboden zich van afvalstoffen te ontdoen door deze –al dan niet in verpakking- buiten een inrichting te storten, anderszins in of op de bodem te brengen of te verbranden.

Op grond van artikel 10.63, lid 2 van de Wet milieubeheer kunnen burgemeester en wethouders ontheffing van dat verbod verlenen, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet.

Uitgangspunt van het gemeentelijke beleid is om geen ontheffing te verlenen voor het verbranden van afval door particulieren en bedrijven.

Burgemeester en wethouders verlenen alleen medewerking aan verzoeken om ontheffing voor de traditionele brand, het verbranden van riet en het verbranden van ziek fruithout.

De ontheffing moet vooraf schriftelijk worden aangevraagd en wordt verleend als aan de genoemde voorschriften kan worden voldaan. Deze voorschriften worden in de ontheffing opgenomen.

De traditionele brand

Onder traditionele brand wordt verstaan: het vreugdevuur na het huttendorp, de kerstbomenverbranding, verder een jaarlijks terugkerend feest waarbij het de traditie was om een open vuur te hebben. Het gaat hierbij om bestaande initiatieven en niet om nieuwe initiatieven.

 

Aan de ontheffing voor een traditionele brand worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    Er moeten bodembeschermende maatregelen zijn getroffen. (bijv. in container of op stelcon/betonplaten);

  • b.

    Maximale hoeveelheid van de brandstapel mag 150 m3 bedragen;

  • c.

    Verbrandingsresten moeten naar een legaal afvalverwerkend bedrijf worden afgevoerd;

  • d.

    Geen overlast veroorzaken voor de omgeving (omwonenden en verkeer);

  • e.

    Tijdstip van aanvang tot verbranden melden bij brandweer en politie;

  • f.

    Ontheffing is maximaal 1 week geldig;

  • g.

    Alleen verbranden van onbehandeld hout is toegestaan;

  • h.

    Verbranding is alleen toegestaan tussen zonsopkomst en zonsondergang;

  • i.

    Verbranding is niet toegestaan bij mist;

  • j.

    Verbranding is alleen toegestaan bij windkracht minder dan 5 Beaufort;

  • k.

    Tijdens verbranding is er permanent toezicht aanwezig.

Verbranden van riet

Hiervoor wordt alleen ontheffing verleend indien de verbranding deel uitmaakt van een beheersplan. Hieruit moet blijken dat de rietkraag onbereikbaar is vanaf land of water. Rietverbranding kan niet worden toegestaan indien de wil tot verbranden voortkomt uit financiële overwegingen.

De gemeente kan ook ontheffing geven tot verbranding van riet bij een calamiteit (bijv. vernietigen van ziek riet).

 

Aan de ontheffing voor het verbranden van riet worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    Geen overlast veroorzaken voor de omgeving (omwonenden en verkeer);

  • b.

    Tijdstip van aanvang tot verbranden melden bij brandweer en politie;

  • c.

    Tijdens verbranding is er permanent toezicht aanwezig;

  • d.

    Verbranding is alleen toegestaan tussen zonsopkomst en zonsondergang;

  • e.

    Ontheffing is maximaal 2 weken geldig;

  • f.

    Verbranding is niet toegestaan bij mist;

  • g.

    Verbranding is alleen toegestaan bij windkracht minder dan 5 Beaufort;

  • h.

    Windrichting moet gunstig zijn voor omwonenden (van de huizen af).

Verbranden van ziek fruithout

Het verbranden van ziek fruithout wordt alleen toegestaan, wanneer verbranden de enige oplossing is, die praktisch haalbaar is. Reden hiervoor is het besmettingsgevaar vanwege bacterievuur of perenvuur, loodglans en fruitkanker.

In dat geval is er vooral behoefte om het zieke hout direct na ontdekking te verbranden.

Het zieke hout wordt vooral opgemerkt tijdens de snoeiperiode, maar kan ook buiten de snoeiperiode ontstaan. Door het zieke hout direct na ontdekking te verbranden zal de hoeveelheid te verbranden hout beperkt zijn.

Het ruimen van zieke boomgaarden of grote hoeveelheden ziek hout wordt slechts toegestaan bij een calamiteit (ernstige besmetting) als blijkt dat er geen andere manier van afvoer mogelijk is. Er moet in dat geval een schriftelijke verklaring van de medewerker groen van de afdeling Openbare Werken in overleg met een medewerker milieu van de afdeling Bouwen en Milieu dan wel de Milieudienst Westfriesland. worden overgelegd, waarin onomstotelijk wordt gesteld dat het zieke hout ter plekke moet worden verbrand.

In spoedeisende gevallen (bacterievuur) zal de schriftelijke ontheffing worden voorafgegaan door een mondelinge toestemming.

In alle ander gevallen moet fruithout op een andere wijze (versnippering en afvoer naar een afvalverwerkend bedrijf) worden verwijderd.

 

Aan de ontheffing voor het verbranden van ziek fruithout worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    Er moeten permanente bodembeschermende maatregelen zijn getroffen (in een ton of op een stelcon/betonnen plaat);

  • b.

    Verbrandingsresten moeten naar een legale verwerkingsinrichting worden afgevoerd;

  • c.

    De weersomstandigheden moeten gunstig zijn en de windrichting moet van de bebouwing afstaan;

  • d.

    Tijdens verbranding is er permanent toezicht aanwezig;

  • e.

    Verbranding alleen toegestaan tussen zonsopkomst en zonsondergang;

  • f.

    Geen overlast veroorzaken voor de omgeving (omwonenden en verkeer);

  • g.

    De brandstapel mag niet groter zijn dan 0,5 m3;

  • h.

    Afstand tot dichtstbijzijnde woning dient minimaal 200 meter te zijn;

  • i.

    Ontheffing wordt verleend voor de duur van het bedrijf;

  • j.

    Verbranden niet toegestaan bij mist;

  • k.

    Vaste verbrandingsplaats moet bij de gemeente bekend zijn;

  • l.

    Verbranding is alleen toegestaan bij windkracht minder dan 5 Beaufort.

Barbecue en vuurkorf

Het gebruik van de vuurkorf en de barbecue bij particulieren is toegestaan zonder ontheffing.

Hier is geen sprake van het ontdoen van afvalstoffen. Het hout of de houtskool wordt in die situatie aangewend als brandstof.

Er zal worden opgetreden wanneer de vuurkorf wordt gebruikt voor het verbranden van afvalstoffen of indien er klachten komen van stank- of -rookoverlast.

 

0 – 0 – 0 – 0

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland van 21 juli 2009.

   

Het college van burgemeester en wethouders van Drechterland,

 

De secretaris,                                                       De burgemeester,