Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Overdragen van bevoegdheid tot het horen van degenen, die op grond van artikel 23, lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een zienswijze kenbaar hebben gemaakt,

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOverdragen van bevoegdheid tot het horen van degenen, die op grond van artikel 23, lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een zienswijze kenbaar hebben gemaakt,
CiteertitelOverdracht bevoegdheid tot horen (art. 23, lid 2 WRO)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum en wijze van bekendmaking is niet te achterhalen. Het besluit is op 11 juli 2002 verzonden aan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het betreft een mandaatbesluit.In verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening is dit besluit van rechtswege komen te vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 23, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-07-200201-07-2008Van rechtswege vervallen.

27-06-2002

Onbekend.

27 juni 2002, nr. 20

Tekst van de regeling

Intitulé

Overdragen van bevoegdheid tot het horen van degenen, die op grond van artikel 23, lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een zienswijze kenbaar hebben gemaakt,

Nr. 20

 

De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg van 21 mei 2002;

 

Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

Artikel 1  

BESLUIT

 

De bevoegdheid tot het horen van degenen, die op grond van artikel 23, lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke ORdening een zienswijze kenbaar maken naar aanleiding van een ontwerp-bestemmingsplan, over te dragen aan het college van burgemeester en wethouders.

Geertruidenberg, 27 juni 2002.

 

De raad voornoemd,de griffier,                                          de voorzitter, drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere      M.J.A. Meijer