Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meppel

Beleidsregels Terugvordering en verhaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeppel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Terugvordering en verhaal
CiteertitelBeleidsregels Terugvordering en verhaal gemeente Meppel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpZorg en welzijn
Externe bijlagenUitvoeringsvoorschriften terugvordering en verhaal Toelichting Beleidsregels Terugvordering en verhaal

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. IOAW
  2. IOAZ
  3. Wet investeren in jongeren
  4. Wet werk en bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2013intrekking

03-11-2013

Elektronisch gemeenteblad, 26-06-2013

189776
14-10-201001-01-2013nieuwe regeling

14-09-2010

Elektronisch gemeenteblad, 06-10-2010  

2010-11536

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Terugvordering en verhaal

Het college van burgemeester en wethouders van Meppel;

besluit vast te stellen:

 

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING EN VERHAAL GEMEENTE MEPPEL

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1  

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. belanghebbende:

de persoon waarop een terugvordering of verhaal van toepassing is;

b. college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel;

c. WWB:

de Wet werk en bijstand;

d. WIJ:

de Wet Investeren in Jongeren;

e. IOAW:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

f. IOAZ:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

g. inkomensvoorziening:

Een uitkering op grond van de WWB of een inkomensvoorziening op grond van de IOAW, IOAZ of de WIJ;

h. BW:

Burgerlijk wetboek;

i. Terugvorderingsgrond:

terugvordering ontstaan door een herziening op grond van artikel 54 lid 3 onder a WWB, artikel 17 lid 3 onder a IOAW, artikel 17 lid 3 onder a IOAZ of artikel 40 lid 3 onder a WIJ;

j. voorliggende voorziening:

de voorziening als bedoeld in artikel 5, aanhef en sub e van de WWB;

k. persoon met een onbekende verblijfplaats:

persoon in de Gemeentelijke Basis Administratie met een aantekening “vertrokken onbekend waarheen

Artikel 1a Bevoegdheden algemeen

Het college maakt gebruik van de bevoegdheden zoals vermeld in § 6.4 en § 6.5 van de WWB, Hoofdstuk 7 van de WIJ, Hoofdstuk II § 5 van de IOAW en Hoofdstuk II § 5 van de IOAZ.

Hoofdstuk 2  

Paragraaf 1 Terugvordering

Artikel 2 Terugvordering

Het college ziet af van terugvordering indien:

a. het terug te vorderen bedrag lager is dan € 150,00 op jaarbasis;

b. hiertoe een dringende reden aanwezig is.

 

Artikel 3 Brutering van terugvorderingen

1. Vorderingen waarop de loonheffing en premies volksverzekeringen (lh/pvv) betrekking hebben worden na 31 december van het jaar waarin deze zijn ontstaan, gebruteerd indien de betreffende vordering is ontstaan door:

a. het niet, niet tijdig of onvoldoende nakomen van de inlichtingenplicht;

b. tekortschietend besef van verantwoordelijkheid;

c. enig ander verwijtbaar gedrag van betrokkene.

2. Indien het terugvorderingbesluit in december van een bepaald jaar wordt genomen en de debiteur vangt binnen drie maanden na vaststelling van de vordering aan met betaling van de vordering en indien de vordering voor het einde van het lopende kalenderjaar is voldaan, wordt afgezien van brutering, tenzij de vordering is ontstaan zoals beschreven in het eerste lid, sub a tot en met c.

3. Indien er sprake is van op een voorliggende voorziening terugvorderbaar gestelde WWB-uitkering of inkomensvoorziening WIJ, en deze na afsluiting van het boekjaar aan betrokkene is uitbetaald in plaats van verrekend met de gemeente Meppel, wordt deze netto van cliënt teruggevorderd, tenzij de vordering is ontstaan zoals beschreven in het eerste lid, sub a tot en met c.

Paragraaf 2 Invordering

Artikel 4 Verplichtingen met betrekking tot de invordering

1. Het aflossingsbedrag, zoals medegedeeld in het terugvorderingsbesluit of dat met de belanghebbende op grond van een minnelijke regeling tot stand is gekomen, geldt als een opgelegde betalingsverplichting.

2. Het college past de betalingsverplichting ambtshalve aan, naar aanleiding van een periodiek onderzoek.

3. Het onderzoek als vermeld in lid 2 stopt na drie jaar bij een vordering op een persoon met een onbekende verblijfplaats.

4. In afwijking van hetgeen vermeld staat in lid 3, wordt bij vorderingen wegens verwijtbaar gedrag op een persoon met een onbekende verblijfplaats, het onderzoek zoals vermeld in lid 2 na vijf jaar stopgezet.

Artikel 4a Dwangbevel

1. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om in te vorderen per dwangbevel zoals vermeld in artikel 60 lid 2 WWB, artikel 56 lid 2 WIJ, artikel 28 lid 1 IOAW en artikel 28 lid 1 IOAZ.

2. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid, neergelegd in artikel 60 lid 4 WWB, artikel 56 lid 4 WIJ, artikel 28 lid 4 IOAW en artikel 28 lid 4 IOAZ, het dwangbevel middels verzending per post bekend te maken.

3. Het indienen van een bezwaar door betrokkene heeft geen schorsende werking op het bekend maken van een dwangbevel.

Artikel 5 Verrekening en beslaglegging

Indien de belanghebbende niet bereid is tot het treffen van een minnelijke betalingsregeling of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, wordt het terugvorderingsbesluit ten uitvoer gelegd door middel van:

a. verrekening met de maandelijks verleende inkomensvoorziening, op grond van artikel 60 lid 3 WWB, artikel 56 lid 3 WIJ, artikel 28 lid 2 IOAW en artikel 28 lid 2 IOAZ, of bij het ontbreken van deze mogelijkheid;

b. verrekening op grond van artikel 6:127 BW;

c. een executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of;

d. beslag in de zin van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel 6 Wettelijke rente

Bij gebreke van tijdige betaling wordt de vordering niet verhoogd met de wettelijke rente.

Paragraaf 3 Kwijtschelding

Artikel 7 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

Het college besluit tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde inkomensvoorziening indien:

a. redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, en;

b. redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in artikel 10 onder b. bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en;

c. de vordering van de gemeente wegens teruggevorderde inkomensvoorziening ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

 

Artikel 8 Afzien van kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

Van kwijtschelding als bedoeld in artikel 7 wordt afgezien indien:

a. de terugvordering van inkomensvoorziening het gevolg is van verwijtbaar gedrag van de belanghebbende;

b. de vordering wordt gedekt door pand of hypotheek op een goed of goederen, behoudens voor zover de vordering niet op die goederen verhaald kan worden.

Artikel 9 Inwerkingtreding van het besluit tot afzien van terugvordering wegens schuldenproblematiek

Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van invordering als bedoeld in artikel 7 of tot het gedeeltelijk afzien van verdere invordering treedt niet in werking voordat een schuldregeling tot stand is gekomen.

Artikel 10 Intrekking kwijtscheldingsbesluit schuldenproblematiek

Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van terugvordering of tot het gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:

a. niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt een schuldregeling tot stand is gekomen; of

b. de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of

c. onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

 

Artikel 11 Ambtshalve kwijtschelding na het voldoen aan de betalingsverplichting

Het college besluit ambtshalve van terugvordering af te zien, indien:

a. het een schuld betreft als gevolg van het verstrekken van bijzondere bijstand in de vorm van leenbijstand; en

b. belanghebbende gedurende 36 aaneengesloten maandtermijnen volgens draagkracht heeft afgelost op de lening.

Artikel 12 Kwijtschelding op aanvraag na het voldoen aan de betalingsverplichting

1. Het college besluit op aanvraag van (verdere) invordering af te zien, indien de

belanghebbende:

a. gedurende drie jaar volledig, onafgebroken aan zijn betalingsverplichtingen ten

aanzien van een schuld heeft voldaan; of

b. gedurende drie jaar niet volledig, onafgebroken aan zijn betalingsverplichtingen

tenaanzien van een schuld heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald; of

c. gedurende drie jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of

d. een bedrag, overeenkomend met ten minste 50 % van de restsom in één keer aflost,

indien is gebleken dat verdere incasso vruchteloos is.

2. Wanneer belanghebbende een bedrag moet voldoen tengevolge van verwijtbaar gedrag

of met betrekking tot het gestelde in het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, worden

de termijnen genoemd in a,b,c en d gesteld op vijf jaren.

Artikel 13 Geen kwijtschelding

Kwijtschelding als bedoeld in artikel 11 en 12 vindt niet plaats ten aanzien van vorderingen welke door pand of hypotheek op een goed of goederen zijn gedekt, behoudens voor zover zij niet op die goederen verhaald kunnen worden.

Hoofdstuk 3 Verhaal

Paragraaf 1  

Artikel 14 Verhaal

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid de kosten van bijstand te verhalen op grond van artikel 61 t/m 62i van de WWB en artikel 57 van de WIJ, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet, tenzij:

a. het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan € 50,00 per maand;

b. sprake is van een schenking of nalatenschap lager dan € 1.000,00 per kalenderjaar;

c. hiertoe een dringende reden aanwezig is.

Artikel 15 Onderzoek

Het college past de betalingsverplichting ambtshalve aan:

a. naar aanleiding van een periodiek onderzoek

b. op aanvraag naar aanleiding van gewijzigde omstandigheden ten aanzien van de

draagkracht van de belanghebbende.

Artikel 16 Kwijtschelding

De artikelen 7, 9, 10 en 12 van deze beleidsregels met betrekking tot kwijtschelding van vorderingen zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Verhaal in rechte

Indien de belanghebbende niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden aan de gemeente te betalen, dan wel niet of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat, besluit het college tot verhaal in rechte. Het college ziet af van verhaal in rechte indien het te verhalen bedrag een bedrag van € 2000,00 niet te boven gaat.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Paragraaf 1  

Artikel 18 Bijstellen aflossingsbedragen

De aflossingsbedragen worden ambtshalve bijgesteld bij een wijziging van de bijstandnormen overeenkomstig artikel 38 van de WWB.

Artikel 19 Onvoorziene situaties

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 21 Citeertitel en inwerkingtreding

1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. Op dat tijdstip worden de beleidsregels terugvordering en verhaal gemeente Meppel zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 6 september 2005 ingetrokken.

2. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels terugvordering en verhaal

gemeente Meppel”.

Aldus besloten in de collegevergadering van 14 september 2010.

Burgemeester en wethouders van Meppel,

de secretaris de burgemeester,